Startpagina

Bruikbaar in Vlaanderen?

Leestijd : 3 min

In een aantal West-Europese landen, zoals België, is het percentage grazen in het rantsoen in de laatste decennia afgenomen. Hiervoor zijn tal van redenen: meer controle over het rantsoen, een te kleine huiskavel, een egalere verdeling van de mest over de percelen, een groter aandeel maïskuil en krachtvoeder... Toch is er hernieuwde interesse in grasgang van dieren. Het blijft goedkoop voer en het levert een mooi imago aan de sector.

Beweiding beperkt in Vlaanderen

In Vlaanderen blijft beweiding beperkt, enerzijds tot standweiden voor jongvee en vleesvee, anderzijds tot grasland op de huiskavel voor melkvee. In het eerste geval moet bekeken worden waar en hoeveel bijvoedering nodig is. In het tweede geval vormt het gras een extraatje op de stalvoedering. Wanneer grazen de basis vormt voor het melkvee, is het bijzonder belangrijk om een goed idee te hebben van de grasgroei van de verschillende percelen en tevens een goede voorspelling te kunnen maken. Dit vraagt veel tijd, kennis en ervaring.

Groot belang grazen in Ierland

In Ierland bijvoorbeeld werkt men met een weidegang van 9 tot 10 maanden per jaar, waarbij grazen het gros van het rantsoen uitmaakt. Om dit goed uit te voeren is het absoluut noodzakelijk dat de landbouwer minstens wekelijks (en eigenlijk is dat de minimum) al zijn percelen bezoekt om ze een oordeel te geven over hoe het gras groeit en wanneer het perceel kan ingeschaard worden of wanneer ze te ver doorgegroeid zijn en gemaaid dienen te worden. Naast een geoefend oog kan een grashoogtemeter of een groeimodel een handige tool zijn. Het is alleen deze veehouder die zijn percelen goed kent en het gras goed inschat die er mee vertrokken is.

Grote huiskavels in Nederland

In Nederland zijn heel wat streken waarbij er erg grote huiskavels zijn (net als in Ierland) en er zijn ook streken waar maïs moeilijk gedijt. Vanzelfsprekend is het grasaandeel hoger op deze bedrijven. Veel bedrijven zetten nog in op grazen of hebben interesse in (meer) begrazing. Op dit moment kan een goed werkend voorspellingsmodel zeer handig zijn. Het kan helpen bij het opmaken van de begrazingskalender en het kan de veehouder oefenen in zijn eigen inschatting. Een voorspellingsmodel is daarom een goede tool om met begrazing aan de slag te gaan.

Vergelijkbaar klimaat en gras

In het artikel wordt echter aangehaald dat hoewel het model een goede inschatting maakt er toch afwijkende waarden zijn. Dit kan gerelateerd zijn aan beschikbaarheid (of overmaat?) aan water en beschikbaarheid of mineralisatie van N. Niet toevallig de twee meest bepalende factoren voor grasgroei. Op dit vlak komt de kennis van de landbouwer over zijn percelen weer op de voorgrond.

In Vlaanderen worden grotendeels dezelfde grassoorten en rassen gebruikt. Ook het klimaat is op zijn minst vergelijkbaar. Dit betekent dat de basis van het Nederlands model bruikbaar is in Vlaanderen. Veel Vlaamse bedrijven beschikken echter niet over de mogelijkheden van 100% begrazing achter de stal. De huiskavel is te klein, de bedrijven zijn ingesloten of de percelen te versnipperd verspreid.

Bij bedrijven met begrazing, beperkt de begrazing zich dus dikwijls tot toegang tot de weide en slechts een extraatje naast de stalvoedering. Je kan je in die situatie gaan afvragen wat de meerwaarde is van een model. Ten eerste blijft de stalvoedering toch wel de basis (het aantal uren dat de koeien buiten lopen is ook beperkt). En ten tweede kan je je de vraag stellen of dit model meerwaarde heeft boven de kennis van de veehouder over zijn huiskavel. Daar tegenover staat dat je dan misschien beter kan inschatten wat de koe buiten gaat halen en dat je kunt gaan inschatten hoe je het rantsoen zou kunnen bijsturen.

Jezelf ijken en bijleren

Samenvattend kan een grasgroeimodel helpen met beslissen welke percelen je wanneer maait (zeker als die op verre afstand liggen). Met eventuele aanpassingen is dit model ook nuttig voor Vlaanderen. Anderzijds is de toegevoegde waarde voor de meeste Vlaamse bedrijven eerder beperkt. Interessant is dat de veehouder kan bijleren, ervaring opdoen en zodoende zichzelf kan ijken. Bovendien is het handig om toch wat cijfermateriaal te hebben bij de begrazingskalender.

Lees ook in

Meer artikelen bekijken