VLIF-steun helpt bedrijven om de weg van ecologische en economische duurzaamheid in te slaan

In 2019 hadden in de melkveehouderij 39
% van alle projecten betrekking op nieuwbouw of vernieuwbouw van stallen.
In 2019 hadden in de melkveehouderij 39 % van alle projecten betrekking op nieuwbouw of vernieuwbouw van stallen. - Foto: LV

De voorstelling van het activiteitenverslag 2019 van het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds (VLIF) greep Groen-parlementslid Chris Steenwegen aan om Vlaams landbouwminister Hilde Crevits (CD&V) te interpelleren. “De investeringen moeten bijdragen aan de verduurzaming van de productie. De vraag stelt zich op welk niveau men dit bekijkt. Een investering op bedrijfsniveau kan heel innovatief zijn, maar op sectorniveau toch zorgen voor een toename van de milieu-impact”, stelt Chris Steenwegen.

Milieu, klimaat en arbeidsveiligheid

“De investeringen die binnen het VLIF gebeuren streven steeds naar een verbetering van de duurzaamheid binnen de landbouw, zowel bij bestaande projecten als bij (ver)nieuwbouwprojecten”, antwoordt Vlaams landbouwminister Hilde Crevits. “Het louter vervangen van bestaande systemen valt daar niet onder, enkel een verbetering van de huidige situatie op het vlak van bijvoorbeeld milieu, klimaat of arbeidveiligheid wordt ondersteund.”

De externe evaluator is de Universiteit Gent. “Uit hun analyse blijkt dat de verschillende types investeringssteun een positief effect hebben op de bruto toegevoegde waarde van de bedrijven en dat investeringssteun dus bedrijven ook richting economische duurzaamheid helpt, naast de ecologische duurzaamheid.”

“Onze landbouwers zijn ondernemers. Ze maken zelf afwegingen en keuzes over hoe zij hun bedrijfsvoering optimaliseren en verduurzamen. De aanvragen voor niet-productieve investeringen, zoals investeringen in heggen, poelen en de aanplanting langs holle wegen, zijn inderdaad laag gebleven. Deze maatregel willen we graag op korte termijn aantrekkelijker maken.”

Ontwikkeling van kleine landbouwbedrijven

Ook het aantal aanvragen voor de ontwikkeling van kleine landbouwbedrijven is ook vrij laag gebleven. Dit heeft waarschijnlijk dan weer te maken met de Europese voorwaarde dat enkel steun kan worden verleend wanneer vertrokken wordt vanuit een al bestaand landbouwbedrijf. “Volgens Europa zijn nieuwe bedrijven niet subsidiabel. Daarnaast limiteert de Europese wetgeving de steun tot maximaal 15.000 euro.”

Volgens Chris Steenwegen (Groen) gaat te veel aandacht naar dat bedrijfsniveau, en minder naar dat sectorniveau. “Zo kunnen we duurzaamheid ook op sectorniveau vooruit helpen en als sector de milieu-impact verminderen. Meer en meer ligt de nadruk op niet-productieve investeringen. Maar maatschappelijk zijn die wel heel productief.”

Duurzaamheidseffecten in kaart brengen

“Het gros van de investeringen moet zeker ook bijdragen aan de rentabiliteit van de bedrijven”, besluit Vlaams landbouwminister Hilde Crevits. “Het leggen van causale verbanden tussen VLIF-steun en algemene milieuparameters is wat mij betreft niet zo evident omdat veel meer dan louter de landbouw een impact heeft op het milieu. Er moet wel een evaluatiekader worden opgemaakt om zo de duurzaamheidseffecten van de VLIF-steun in kaart te brengen.”

Lieven Vancoillie

Meest recent

Meest recent