In Vlaanderen werden de belangrijkste aspecten van de regelgeving rond stedenbouw gebundeld in de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (hierna afgekort VCRO). Buiten deze codex zijn nog een aantal belangrijke besluiten van tel zoals het Inrichtingsbesluit en het besluit dat de openbare onderzoeken in stedenbouw regelt.
Voor en na vergunning ageren
Uit deze complexe wetgeving kunt u als buur twee belangrijke rechten putten. Enerzijds kunt u tijdens een openbaar onderzoek bezwaar indienen tegen een voorgenomen bouwwerk en anderzijds kunt u nadat een vergunning is verleend, beroep instellen tegen de toegekende vergunning. Dit beroep kan zowel administratief zijn, waarbij u gewoon bij de administratieve hogere overheid vraagt de aanvraag op nieuw te beoordelen of het beroep kan jurisdictioneel zijn, waarbij u zich tot de gespecialiseerde rechter, de Raad voor Vergunningsbetwistingen, wendt.
Daarnaast behoudt u steeds ook nog uw mogelijkheid om op grond van het algemeen recht de burgerlijke rechtbank te vragen uw subjectieve rechten als eigenaar te beschermen.
Openbaar onderzoek
Een eerste belangrijk recht dat u als buurman van een toekomstig bouwproject heeft, is het recht om uw bezwaren en opmerkingen te laten gelden tijdens een openbaar onderzoek.
De regels met betrekking tot het openbaar onderzoek zijn door de Vlaamse Regering vastgelegd in het Besluit van de Vlaamse Regering van 5 mei 2000 betreffende de openbare onderzoeken over aanvragen tot stedenbouwkundige vergunning, verkavelingsaanvragen en aanvragen tot verkavelingswijziging. In artikel 3 van dit besluit wordt vastgelegd voor welke bouwprojecten een openbaar onderzoek moet worden georganiseerd. Op basis van dit artikel moet de vergunningverlenende overheid beslissen of zij al dan niet een openbaar onderzoek organiseert.
Uit uw brief menen wij te kunnen afleiden dat de gemeente een openbaar onderzoek heeft gestart. In dat geval zal ter plaatse een affiche moeten worden opgehangen met de mededeling dat er een openbaar onderzoek wordt gevoerd. Bovendien moeten, indien de aanvraag betrekking heeft op een perceel met een kadastraal nummer, de eigenaars van alle aanpalende percelen voor de aanvang van het openbaar onderzoek door het gemeentebestuur bij een ter post aangetekende brief of bij een individueel bericht tegen ontvangstbewijs in kennis worden gesteld van de aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning of verkavelingsaanvraag.
Een openbaar onderzoek moet minstens 30 dagen duren en binnen die periode kunnen alle belanghebbenden hun opmerkingen en bezwaren tegen het voorgenomen bouwproject kenbaar maken bij de instantie die het openbaar onderzoek organiseert (meestal de gemeente). Hoewel de meeste gemeente vragen dat de bezwaren aangetekend worden verstuurd, volstaat eigenlijk ook een verzending per gewone post of afgifte op het gemeentehuis. Zelfs mondeling zouden bezwaren kunnen worden geuit volgens het voormelde Besluit van de Vlaamse Regering. Om bewijsproblemen te vermijden is het wel beter om ofwel uw bezwaar per aangetekende post in te dienen of een ontvangstbewijs van uw bezwaar te vragen.
Goede ruimtelijke ordening
Inhoudelijk wordt in een bezwaarschrift best aangehaald waarom u vindt dat de betreffende electriciteitscabine niet vergund mag worden. Om echt kans op slagen te hebben probeert u best argumenten te zoeken die kunnen doorwegen in de beoordeling door de vergunningverlenende overheid. Art. 4.3.1 VCRO legt deze criteria vast. Een vergunning wordt volgens dit artikel geweigerd indien het aangevraagde onverenigbaar is met een goede ruimtelijke ordening of met de stedenbouwkundige voorschriften of verkavelingsvoorschriften, voor zover daarvan niet op geldige wijze is afgeweken.
Het aangevraagde bouwwerk wordt, voor zover noodzakelijk of relevant, beoordeeld aan de hand van aandachtspunten en criteria die betrekking hebben op de functionele inpasbaarheid, de mobiliteitsimpact, de schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid, visueel-vormelijke elementen, cultuurhistorische aspecten en het bodemreliëf, en op hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen, in het bijzonder met inachtneming van de doelstellingen van een duurzame ruimtelijke ordening.
Het lijkt ons dat u vooral de strijdigheid met de goede ruimtelijke ordening zult moeten beklemtonen. Wij raden u ook aan op zoek te gaan naar de gezondheidseffecten van een dergelijke transformatiecabine in de onmiddellijke omgeving van een woning. Minstens kunt u in uw bezwaarschrift uw bezorgdheid hieromtrent formuleren.
GBOL-beginsel
Ons inziens zou u ook kunnen opwerpen dat u als burger een veel zwaardere last moet dragen dan de andere inwoners van uw gemeente, wat strijdig is met het zogenaamde GBOL-beginsel (gelijkheid van de burgers voor openbare lasten).
Het Grondwettelijk Hof aanvaardt minstens sinds 2012 het GBOL-beginsel als een algemeen rechtsbeginsel. Volgens dit beginsel van de gelijkheid van de burgers voor openbare lasten is de overheid vergoeding verschuldigd wanneer het lasten oplegt die groter zijn dan deze die de burger in het algemeen belang moet dragen. Eigendomsbeperkingen die onevenredig nadelig zijn zoals het opleggen van erfdienstbaarheden van openbaar nut dienen gelijkelijk over de gemeenschap te worden verdeeld. Ook wanneer geen uitdrukkelijke wettelijke bepaling in een vergoeding voorziet, dient bij een eigendomsaantasting die de toets van de gelijkheid van de burgers voor de openbare lasten niet doorstaat, een vergoeding te worden toegekend. Ook het Hof van Cassatie heeft reeds in haar rechtspraak aanvaard dat het GBOL-gebinsel een algemeen rechtsbeginsel is.
Uit het beginsel van de gelijkheid van de burgers voor de openbare lasten vloeit voort dat de onevenredig nadelige - dit zijn de buiten het normale maatschappelijke risico of het normale bedrijfsrisico vallende en op een beperkte groep van burgers of instellingen drukkende - gevolgen van een op zichzelf rechtmatige overheidsdaad, zoals het opleggen van een erfdienstbaarheid van openbaar nut, niet ten laste van de getroffene behoren te komen, maar gelijkelijk over de gemeenschap dienen te worden verdeeld.
U zou zeker kunnen argumenteren dat u een veel te zware last moet dragen, wat perfect kan opgelost worden door de cabine ergens te plaatsen waar ze niet in de onmiddellijke nabijheid van de reeds bestaande woningen komt te staan.