Aandacht voor restvloeistoffen!

Restvloeistoffen omvatten al het water, belast met gewasbeschermingsmiddelen, dat ontstaat voor, tijdens of na het toepassen van gewasbeschermingsmiddelen. Restvloeistoffen kunnen ontstaan bij het morsen tijdens het vullen van het spuittoestel op een verhard oppervlak op het bedrijf. Restoplossing in de spuittank na de bespuiting en het spoel- en reinigingswater van het spuittoestel zijn ook restvloeistoffen. Indien vermorsingen van gewasbeschermingsmiddelen, spuitoverschotten of reinigingswater van het spuittoestel op een verharde oppervlak terechtkomen, kunnen ze afspoelen met het (regen)water en zo in de riolering en bijgevolg de waterloop terechtkomen.

In de zomer van 2014 werd in alle sectoren een bevraging uitgevoerd naar puntvervuiling in het kader van de ADLO projecten ‘Bioremediatie West’ en ‘Bioremediatie Oost’. Hieruit blijkt dat spuittoestellen nog vaak gevuld en gereinigd worden op een verhard oppervlak op het bedrijf en dat restvloeistoffen bijgevolg nog vaak in de riolering terechtkomen. Uit de bevraging blijkt eveneens dat veel telers zich niet bewust zijn van de hoeveelheid restvloeistoffen die op het bedrijf geproduceerd worden en wat de mogelijke oplossingen zijn. Daarnaast vrezen telers bijkomende hoge kosten, werk en bijkomende verplichtingen.

Maar bewust omgaan met restvloeistoffen, hoeft niet per definitie veel te kosten. Met het project willen we de telers bewust maken van het belang van het vermijden van restvloeistoffen, hen vertrouwd maken met mogelijkheden en laten inzien dat tegen een kleine kostprijs toch duurzaam kan omgesprongen worden met restvloeistoffen.

Restvloeistoffen beperken

Door het spuittoestel te vullen, te spoelen en te reinigen op het veld kan de hoeveelheid restvloeistof op het bedrijf voorkomen of aanzienlijk beperkt worden. Op het veld worden resten van gewasbeschermingsmiddelen op een biologische manier afgebroken door micro-organismen. Maar spoelen en reinigen op het veld is in de praktijk niet altijd mogelijk. Soms wordt het spuittoestel ook nog eens extra gespoeld op het bedrijf. Kies voor deze extra spoelbeurten ook een onverhard terrein (bv. braakland, weide,…) nabij uw bedrijf. Spoel nooit op de beton, waarbij de afwatering uitmondt in een riool of gracht!

Indien u uw spuittoestel toch wenst te spoelen en te reinigen op een verhard oppervlak op uw bedrijf, moet u de restvloeistoffen opvangen. Het spoelwater van de inwendige reiniging kan opgevangen worden door bijvoorbeeld het spoelwater uit te spuiten over een dakconstructie met een afvoergoot naar een citern of IBC-container (zie figuur 1).

Een eenvoudige manier om uw spuittoestel uitwendig te reinigen en het restwater op te vangen ziet u op figuur 2. Op dit bedrijf werd een betonplaat gegoten in een loods. Het reinigingswater van het spuittoestel loopt in een verzamelputje. Vanuit dit verzamelputje wordt het reinigingswater opgevangen en opgepompt in een IBC-container.

Bij nieuwbouwprojecten is het nuttig om een vul- en spoelplaats voor het spuittoestel (figuur 3) te voorzien op het bedrijf. De meerkost voor het aanleggen van een vul- en spoelplaats is beperkt en de kosten kunnen meegenomen worden in uw VLIF-dossier. Een vul- en spoelplaats voor het spuittoestel is opgebouwd uit een betonoppervlak, voldoende groot voor het spuittoestel en de tractor. Door de inrichting te voorzien van een drempel of voldoende helling naar het verzamelputje of afvoergoot, wordt alle restwater, belast met gewasbeschermingsmiddelen opgevangen in een opslagtank. Bij een niet-overdekte vul- en spoelplaats worden regenwater en restwater van het spuittoestel gescheiden afgevoerd, het restwater naar de opslagtank, het regenwater naar de riolering of andere opslagtank. Via een stop op de buis of schuifafsluiters kan de gewenste afvoer gekozen worden. Leg uw vul- en spoelplaats bij voorkeur aan dicht bij uw spuitlokaal en voorzie aan een lans om uw spuittoestel uitwendig te reinigen.

Bioremediatie

Opgevangen restvloeistoffen kunnen op verschillende manieren verwerkt worden. In Vlaanderen zijn momenteel vier systemen erkend voor de verwerking van restwater: een biozuiveringssysteem zoals de biofilter of de fytobak en het fysico-chemische zuiveringsysteem ‘Sentinel’ en een systeem op basis van verdamping ‘Heliosec’. In dit artikel gaan we dieper in op de bioremediatiesystemen.

Een bioremediatiesysteem, of eenvoudig gezegd biologische zuivering van restwater dat gewasbeschermingsmiddelen bevat, werkt op basis van afbraak door micro-organismen (voornamelijk bacteriën) in een substraat. Voor de biologische zuivering van deze restvloeistoffen zijn meerdere types installaties ontworpen. Het werkingsprincipe is grofweg hetzelfde, enkel de dimensionering zorgt voor andere benamingen. Zo is een fytobak een systeem om grote hoeveelheden in de orde van >5m3 restwater per jaar te verwerken. Een biofilter is meer aangewezen voor kleine hoeveelheden restwater (1-5m3 per jaar)

Biofilter

Een eerste type biozuiveringssysteem is de biofilter. Deze bestaat uit twee delen: een filtereenheid en een verdampingseenheid. De filtereenheid bestaat uit 1 tot 3 verticaal gestapelde containers met een inhoud van 1m³ (IBC-containers) en opgevuld met een substraatmengsel, waarin micro-organismen leven. Een standaardmengsel bevat qua volume ongeveer 50% stro, 40% potgrond of compost en 10% teeltaarde van het perceel. De teeltaarde van het perceel is heel belangrijk, omdat dit de nodige micro-organismen levert die in staat zijn om de restanten van gewasbeschermingsmiddelen af te breken. De organische stof voorkomt dat gewasbeschermingsmiddelen uit het substraat spoelen en is een voedingsbodem voor de micro-organismen die voor de afbraak zorgen.

De verdampingseenheid wordt gevormd door één of meerdere plantenbakken na de filtereenheid. De onderste bak van de filtereenheid is via een systeem van communicerende vaten met de plantenbakken verbonden. De plantenbakken zijn opgevuld met een mengsel bestaande uit 90% potgrond en 10% perceelsgrond. Hierin worden achtereenvolgens moeraszegge (Carex spp.) en wilgen (Salix spp.) aangeplant. De functie van de verdampingseenheid van de biofilter is drieledig: (1) het restwater zoveel mogelijk verdampen, (2) de nog niet afgebroken stoffen worden afgebroken en eventuele resten ervan worden vastgehouden en (3) de planten in de bakken dienen als visuele indicator om de belasting van het systeem te meten.

De werking van een biofilter verloopt als volgt: vanuit een citerne wordt het restwater, dat restanten van GBM bevat, opgepompt en ter hoogte van de bovenste bak op het organisch materiaal gebracht. Vanuit de bovenste bak zal het water langzaam percoleren doorheen het eerste deel van de biofilter. Vanwege de passage van het water doorheen het organisch materiaal zal een groot aandeel van de restanten op het materiaal geadsorbeerd worden. Door de sorptie van de stoffen krijgen de micro-organismen de kans om de stoffen op te nemen en tegelijk af te breken.

Een belangrijk aandachtspunt is dat de bakken onder een afdak moeten staan om te vermijden dat regenwater in het systeem terechtkomt.

Fytobak

Een tweede type biozuiveringssysteem is de fytobak. Een fytobak is letterlijk een bak, opgebouwd uit ondoorlaatbaar materiaal (beton, PE-bakken,…), die opgevuld is met substraatmengsel, waarin opnieuw micro-organismen leven. Vaak wordt gekozen voor eenzelfde standaardmengsel als bij de biofilter : 50% stro, 40% potgrond of compost en 10% teeltaarde van het perceel (volumeprocent).

Dagelijks wordt een hoeveelheid restwater uit de opslagtank over het substraatmengel verdeeld. Net zoals bij de biofilter worden de gewasbeschermingsmiddelen afgebroken door de micro-organismen in het substraat en verdampt het water. Onder Belgische omstandigheden verdampt 1 m³ substraat jaarlijks 400 – 500 l water. Die hoeveelheid is afhankelijk van de oriëntatie en ligging van de fytobak. Veel zonlicht en een goede ventilatie zijn cruciale parameters om de verdamping van het water te stimuleren. Om te vermijden dat regenwater in de fytobak terechtkomt en het systeem bijgevolg overbelast, wordt er een dakconstructie op geplaatst. Er wordt geopteerd voor lichtdoorlatende materialen zoals doorzichtige golfplaten, een plastiek koepel,… zodat de verdamping extra wordt gestimuleerd.

Indien gewenst kan het dak van de fytobak ook gebruikt worden om het spuittoestel te spoelen. Het reinigingswater moet via een goot opgevangen worden, afgevoerd worden naar een opslagtank (citerne of IBC). Het reinigingswater van het spuittoestel mag niet rechtstreeks in de fytobak uitgespoten worden. Het water van de eerste inwendige reiniging is immers te geconcentreerd en zou de micro-organismen kunnen schaden.

Ellen Pauwelyn, Inagro en Elise Vandewoestijne, PCG

Meest recent

Meest recent