Niet zo ver van het wereldvermaarde Epernay, vinden we het Champagnehuis Waris-Larmandier, dat zo’n dertig jaar actief is op om en bij de 4,75 ha. Het is ongeveer 8 jaar geleden dat het bedrijf de biodynamische toer opging. Zowaar een kleine revolutie in de manier van werken, o.a. door het inzetten van trekpaarden in de wijngaarden.
Jean-Philippe Larmandier kwam in 2009 naar het domein en bewerkstelligde voor een groot deel deze ommezwaai. Zijn doel? Een natuurlijke en hoog kwalitatieve champagne op de markt brengen.
De chemie vaarwel zeggen
“Tijdens mijn opleiding als oenoloog ben ik geschoold op “chemische basis”, wat het beheer van de wijnranken betreft. Ik leerde ook dat onze kennis daaromtrent zeer beperkt bleef en dat we eigenlijk in troebel water varen … Dit werd dan ook de reden waarom ik terug wilde naar de basis, een meer natuurlijke richting uit!” vernemen we van Jean-Philippe.
Terug op het bedrijf haalt hij de oude ploegen van onder het stof. “Niemand beschikte nog over dergelijk materiaal en ik ben dan ook de uitdaging aangegaan de ploegen opnieuw te gebruiken en een jaar later elke vorm van herbicide te verbannen.”
Bijna tegelijkertijd ontmoette hij Jérôme De Juriew, een loonwerker die met zijn Ardense Trekpaarden werkte voor een andere wijnboer. “Toen ik deze imponerende paarden aan het werk zag was ik meteen verkocht. De cirkel om de traditie in stand te houden was ineens rond en daar hou ik nu eenmaal van!”
In 2011 werden de herbiciden verbannen. “Iedereen verklaarde me gek. Het is ook rond deze tijd dat Jérôme met ons begon samen te werken om de wijngaard onkruidvrij te houden met behulp van zijn Ardense Trekpaarden”.
Voor de wijnboer zorgde de samenwerking tussen dier en natuur voor een positief impuls. “Ik nam deel aan stages bij grote puristen van de biodynamische teelt in de Champagne, zoals Benoït Lahaye. Ik nam dan ook snel de handschoen op en ging de uitdaging aan om te werken op hun manier.”
Bij gebrek aan het juiste materieel waren de eerste jaren op zijn minst ingewikkeld te noemen. “Ik schafte mij beetje bij beetje de nodige machines aan. Tegelijkertijd nam ik ook loonwerk in de biodynamische wijnbouw voor mijn rekening.”
Alhoewel het idee aansloeg bleef er in zijn directe omgeving toch een zekere scepsis bestaan. “Natuurlijk is het economisch aspect daar de reden van, omdat de tijd nu eenmaal een rol speelt en de weg lang is richting een rendabel bedrijf. U moet weten dat in de Champagne de flessen soms tot 8 jaar in de kelder verblijven. Daar komt dus jarenlang handwerk bij kijken …. Toch ben ik er zeker van dat ik de juiste keuzes heb gemaakt.”
Het paard kan niet alles
Idyllisch is het verhaal van dit bedrijf zeker niet. Zo verloor onze wijnboer land en was hij genoodzaakt op zoek te gaan naar andere percelen en die aan te kopen. “Onze wijngaard is dan ook verdeeld over veel verschillende percelen. We moeten realistisch zijn en toegeven dat we niet al het werk kunnen uitvoeren met de paarden. Bij ons wordt 90 tot 9 % met de paarden gedaan. Voor de grand cru hebben we soms perceeltjes van nog geen 5 are. Het is niet evident om op dergelijke kleine akkers het paard in te zetten. Bij een wijnboer met een wijngaard in een blok zou dit nochtans een evidentie moeten zijn.”
Het is een feit dat een perceel ofwel voor het paard bestemd is of helemaal niet. Een van de moeilijkheden die ertoe doen zijn de weersomstandigheden. “Wanneer een natte lente een droge zomer voorafgaat en we met de tractor werken, dan rijden we natuurlijk de bodem dicht. Alleen al om die reden is het paard welkom en dat zal altijd zo blijven. Al is het niet altijd vanzelfsprekend om land te bewerken dat eerder te maken kreeg met zware machines.”
Werken aan een positieve uitstraling
Werken zonder chemische stoffen zorgt voor veel voldoening bij de wijnbouwer. Maar er is meer. “Ik ben er vooral zelfstandiger door geworden. Zelfs al is het arbeidsintensiever, deze werkwijze is goed voor het milieu en voor de kwaliteit van ons product.”
Het paard heeft hier een plaats verworven en is zelfs onmisbaar geworden. Ook moet men er in slagen een positief beeld van het werk de wereld in te sturen. “De mensen moeten weten dat dit werkt. Alleen zo raken ze overtuigd.”
Ondertussen doen steeds meer bio-wijnboeren een beroep op paarden, al is er weinig synergie tussen de wijnbouwers onderling.
Jean-Philippe: “Het kan ook niet de bedoeling zijn om van het werk van het paard in de wijngaarden een toeristische attractie te maken of het commercieel voor te stellen. Sommige wijnbouwers doen alleen een beroep op paarden als er een journalist langskomt ….”
Maar er zijn ook machines nodig …
Praktisch gezien zou er een markt kunnen zijn voor machines en gereedschap die de productiviteit van het werk met trekpaarden verbeteren. “Maar daartoe moeten de ingenieurs ook de nodige interesse hebben voor ons vak. Ze moeten ook bereid zijn zich op pad te begeven om het paard aan het werk te zien en de mechanisatie te ontwikkelen om dit te optimaliseren.”
“Ik zou best wel zelf aan de slag gaan om dergelijke projecten op te starten, maar ik wil eerst beschikken over de nodige financiële return van ons werk. Want alles waar ik hier over praat kost natuurlijk handenvol geld.”
“Ik hoop later ook schapen in de wijngaard te houden. Dieren in hun natuurlijke habitat zorgen voor bemesting. In de herfst, eens de wijnranken geen bladeren meer dragen, kunnen grazende schapen nuttig zijn. Hun opruimingswerk vereenvoudigd achteraf de bodembewerking.”
Jean-Philippe wil zelfs nog verder gaan en “de maat van de wijngaard aanpassen aan de werktuigen … om het risico op blessures bij de paarden tijdens het werk te minimaliseren, met een optimalisatie van het rendement als logisch gevolg …”
Patricia Parrein-Borgenon,
naar Pierre-Yves Lorenzen