2 op 5 melkveehouders produceren eigen energie
Het openingswoord was voor minister van Landbouw Hilde Crevits: “Nog steeds worden de inspanningen van de boeren in verband met het klimaat te weinig belicht. In België heeft de melkveehouderij al een hele weg afgelegd. Zo is de impact van 1 l melk op het klimaat met wel 30% gedaald tussen 2000 en 2020.
Momenteel produceren ook 2 op 5 melkveehouders eigen energie via zonnepanelen, mestvergisters en windmolens. Ik wil van deze gelegenheid gebruikmaken om de boeren en de zuivelverwerkers te danken. Er zijn en blijven nog heel veel uitdagingen, maar jullie vinden in mij een trouwe bondgenoot om de sector sterker en duurzamer te maken.”
Facts and figures
Meer ingezet op duurzaamheid
Qua voederefficiëntie is de landbouwsector er ook sterk op vooruit- gegaan. Die steeg ten opzichte van 2014 met 28%. Ook de aankoop van droog krachtvoer per 1.000 l melk onder de 220 kg is met 26% gestegen.
“We merken dat de kennis over krachtvoer groter is geworden en dat de landbouwers daar steeds meer op inzetten. Daar zijn we heel blij om”, aldus Renaat Debergh.
Inzet op energie
“In de duurzaamheidsmonitor vinden we ook de cijfers terug over energie op een melkveebedrijf. Zo gaf minister Crevits al aan dat 2 op 5 melkveebedrijven eigen duurzame energie produceren (Zie figuur 1). Dat gebeurt voornamelijk met windmolens en zonnepanelen en geleidelijk aan beginnen ook de pocketvergisters aan een opmars. Een 60-tal bedrijven in Vlaanderen heeft een pocketvergister, en nog een 30-tal zit in de procedure om er één te installeren.
Een doctoraatsstudie van de UGent gaf aan dat er in Vlaanderen plaats is voor 650 pocketvergisters. Drie koeien zouden goed zijn voor de energie van één gezin, dus dat biedt nog heel wat perspectief. Een ander voordeel is dat een pocketvergister 24u op 24u en 7 op 7 energie opwekt, en dat we daar in de toekomst een stikstofstripper op kunnen plaatsen. Zo pakken we niet alleen het methaanprobleem aan, maar ook het stikstofprobleem.
Verder zagen we dat 2 op 5 bedrijven gebruikmaken van spaarlampen en dat 1 op 2 de energiebehoefte beperkt. Dat doet men bijvoorbeeld door het recupereren van condensatiewarmte en het gebruiken van een zonneboiler.
Als laatste geeft de duurzaamheidsmonitor ons mee dat slechts 8% van de bedrijven een energiescan uitvoerde. Dat is best weinig, maar wie weet komt daar verandering in nu de energieprijzen stijgen.”
Transport en verwerking
“Als we kijken naar het transport, is het aantal vrachtwagens dat melk ophaalde afgenomen met 2% en 84% van die vrachtwagens voldeed in 2020 aan Euronorm 6. Daarnaast daalde het brandstofverbruik per 1000 l melk tussen 2011 en 2020 met 10%, en gebeurde 40% van de ritten ’s nachts en in het weekend.
Als we kijken naar de verwerking van de melk zien we dat er op 10 jaar tijd (2012-2020) bij de verwerkingsbedrijven 34% minder water verbruikt werd, dat er 30% minder CO2-uitstoot was, en dat het energieverbruik daalde met 24%”, stelt Debergh
Watergebruik tijdens verwerking
“Als we ons toespitsen op waterverbruik in de verwerking, zien we dat in 2020 35% van het water uit alternatieve waterbronnen afkomstig is. Denk maar aan bijvoorbeeld regenwater, of zelfs water uit melk die verpoederd wordt. Danone bespaarde bijvoorbeeld 510 miljoen l per jaar, wat gelijk is aan het waterverbruik van 4500 gezinnen.
Ook bij het verpakken van de zuivelproducten gebeuren grote inspanningen. Zo bestaan ze vaak uit gerecycleerd materiaal en werd ‘te gebruiken tot’ vervangen door ‘ten minste houdbaar tot’. De inspanningen van de melkveehouder worden dus doorgetrokken naar de transport en de verwerking.”
Klimaat, milieu en natuur
Titus Ghyselinck van WWF gaf ons meer duiding over de mogelijkheden voor natuur en klimaat in melkveehouderij.
“Met klimaat kent onze aarde uitda-gingen op het vlak van biodiversiteit en stikstof. De impact van de melkproductie op het klimaat is nog nooit zo laag geweest. De inspanningen die daarvoor geleverd werden, kunnen we alleen maar toejuichen.
Als we kijken naar de impact van onze melkproductie op het klimaat, ligt die vooral bij de enterische emissies, dus de oprispingen van de koeien bij het verteringsproces, bij het voeder en bij de mest. Ik ga nu vooral in op voeder. Bij voeder kunnen we kijken naar 2 aspecten: het duurzaam beheer van het grasland en de impact van soja (waarvan 19% bij import naar de melkveehouderij gaat). De productie van soja is deels verschoven van de Amazone naar Cerrado. Cerrado is een groot biodivers gebied dat voor veel koolstofopslag zorgt in Brazilië en dat belangrijk is voor de watervoorziening van de Braziliaanse bevolking. Een verschuiving van het probleem is dus zeker geen oplossing.
Oplossingen daarvoor kunnen we zoeken bij lokale alternatieven. Daar gaan melkveehouders in België dan ook meer en meer mee aan de slag.”
Blijvend grasland deel van oplossing
“Het blijvend grasland (blijft minstens 5 jaar staan) kan ons ook vooruit helpen bij de klimaatimpact, want onder blijvend grasland kan ook een grote hoeveelheid koolstof opgeslagen worden. Daarom moeten we ook de minder productieve graslanden ouder dan 20 jaar proberen te bewaren. Dat draagt ook alleen maar bij aan de biodiversiteit. Belangrijk is ook dat dat land extensief onderhouden wordt.
Wat wij vooral willen meegeven vanuit WWF is dat het belangrijk is dat we klimaat, natuur en milieu niet los van elkaar mogen/kunnen beschouwen en dan er nood is aan een geïntegreerde systeemaanpak. Daarnaast is het voor ons belangrijk dat we een landbouw creëren die in balans is met de samenleving, waarbij we de ecosystemen optimaal benutten en ondersteunen. Ten slotte is het belangrijk voor de landbouwer zelf om er een economisch positief verhaal van de maken. Daarom is het volgens ons zeer goed dat er meer en meer ingezet wordt op alternatieve verdienmodellen voor bijkomende winsten.”
Bijdragen aan klimaatvraagstuk
Lage koolstofvoetafdruk
“