Startpagina Actueel

Veel bedenkingen bij het federaal klimaatrapport

Vlaams landbouwminister Hilde Crevits heeft vragen en bedenkingen bij het klimaatrapport, dat voorgesteld werd door federaal minister Khattabi. “Het rapport toont aan dat zowel aan productiezijde als aan de consumptiezijde hefbomen nodig zijn om klimaatneutraliteit te bereiken. Beide moeten. Daar kunnen we beleid op bouwen”, zegt minister Crevits.

Leestijd : 4 min

Vlaanderen heeft dan toch een klimaatakkoord (zie p. 5). Eerder stelde federaal minister Zakia Khattabi in een klimaatrapport dat ons land tegen 2050 klimaatneutraliteit kan bereiken. Daarop kwam reactie in het Vlaams parlement. “Dat zal niet zonder slag of stoot te verwezenlijken zijn”, zegt Vlaams parlementslid Emmily Talpe (Open VLD). “Zo zullen er aanzienlijke aanpassingen nodig zijn op technologisch vlak en in ons gedrag. Dat betekent ook dat er politieke keuzes moeten worden gemaakt.”

Klimaatneutraal tegen 2050

Technisch is dus klimaatneutraliteit tegen 2050 mogelijk. “Daarvoor zijn nieuwe technologieën nodig, zoals waterstof of bio-energie met koolstof afvang. Bovendien kan de uitstoot van broeikasgassen in gebouwen-, transport- en energieproductiesectoren dan wel tot 0 worden teruggebracht, maar in de industriële en landbouwsectoren zullen moeilijk terug te dringen emissies overblijven.”

Uiteraard heeft Vlaams landbouwminister Hilde Crevits kennis van het rapport en zij kan zich deels vinden in de methodiek. “Gezien de brede draagwijdte stel ik me wel enkele algemene, maar ook landbouwspecifieke vragen.”

Specifieke landbouwvragen

Hier gaan we alleen dieper in op de landbouwspecifieke vragen, die minister Hilde Crevits zich nadrukkelijk stelt. We zetten ze even op een rijtje. Werd er voldoende rekening gehouden met:

- Het relatief gunstig productieklimaat en de bodemvruchtbaarheid om land- en tuinbouw te bedrijven in ons land?

- Het effect van wijzigend landgebruik door de productie van meer plantaardige eiwitten?

- Minder dieren betekent minder dierlijke mest en dus lagere koolstofopslag op landbouwgronden. Is hier bij teeltkeuzes rekening mee gehouden?

- Men rekent op minder dieren en toch meer gras. Hoe wordt dit grasland dan verder beheerd en wordt de biomassa dan gebruikt voor bio-economie?

- Minder dieren geeft een lagere beschikbaarheid van mest. Men moet dan meer beroep doen op kunstmest, maar is het dan haalbaar om naar 80% reductie van kunstmest te evolueren?

- Door circulair te handelen kan dierlijke mest meer worden ingezet als kunstmestvervanger, evolutie in mestopslag en scheidingstechnieken kan de emissies bij opslag en verwerking verder beperken.

Voornaamste bevindingen

Voor minister Crevits zijn de belangrijkste bevindingen uit het rapport:

- Restemissies die vanuit de landbouwsector niet vermeden kunnen worden (gezien het om biologische processen gaat), moeten gecompenseerd worden door landgebruik, direct air capture (en opslag) of bio-energie met koolstofopvang (BECCS of BioenergyCarbonCapture and Storage).

- Wijzigingen in landbouwpraktijken moeten hand in hand gaan met gedragsverandering aan de consumptiezijde en het tegengaan van voedselverspilling.

- Aan de productiezijde worden minder chemische inputs gebruikt, wordt aan klimaatverantwoord(e) veeteelt gedaan en worden de landbouwpraktijken aangepast.

“Het rapport toont aan dat er zowel aan productiezijde als aan consumptiezijde hefbomen nodig zijn om klimaatneutraliteit te bereiken. Beide moeten. Dat is een belangrijke vaststelling waar we beleid op kunnen bouwen”, zegt minister Crevits.

Zo wordt een belangrijke uitdaging op beleidsmatig vlak het voeren van een consistent beleid rond landgebruik in functie van voedselzekerheid, klimaatneutraliteit en andere ecosysteemdiensten. “Hoe kunnen we ervoor zorgen dat vrijgekomen areaal optimaal wordt benut voor voedselvoorziening, koolstofopslag en andere ecosysteemdiensten (zoals het rapport vermeldt). Verder moet er in alle open ruimte aandacht zijn voor klimaatdiensten.”

Gedrag en technologie

Minister Crevits wil wat de landbouw betreft meer inzetten op de combinatie van gedragsverandering en technologie.

Het rapport is 1 van de vele initiatieven die oplossingen en denkpistes aanreiken voor de Vlaamse voedselstrategie. “Het voedselsysteem van de toekomst zal klimaatneutraal moeten zijn. We moeten daarbij naar die goede mix van (technologische) innovatie en gedragsverandering streven om tot systeemverandering te komen. En we moeten maximaal inspelen op de economische en innovatie-opportuniteiten die deze transitie met zich meebrengt.”

Ten slotte moet worden opgemerkt dat het Vlaamse landbouwbeleid in heel grote mate op Europees niveau wordt bepaald.

“Op stimulerend vlak zullen de lidstaten met het nieuw gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) versterkt inzetten op onder andere het realiseren van de Europese doelstelling op het vlak van klimaat. Het nieuwe GLB reikt daarvoor verschillende steuninstrumenten aan. Hier wil ik bij de invulling van het Vlaamse GLB vanaf 2023 dan ook optimaal op inzetten.”

Voedsel en eiwitstrategie

Er wordt al hard gewerkt rond de voedselstrategie en diverse werven om het voedselsysteem te verduurzamen. “Samen met collega Demir heb ik recent een nieuw actieplan rond voedselverliezen gelanceerd. Daarin willen we verliezen doorheen de keten terugdringen, ook bij de consument. Uit de impactanalyse die VITO heeft opgemaakt, blijkt dat dit plan het potentieel heeft om tegen 2025 ongeveer 340 kiloton CO2-eq. equivalenten te besparen.”

Een tweede voorbeeld is de eiwitstrategie.

“Naast het grote economisch potentieel bieden deze ontwikkelingen ook maatschappelijke opportuniteiten op het vlak van ecologische duurzaamheid zoals klimaat. Meer lokale, plantaardige en innovatieve eiwitten bieden een kans om onze afhankelijkheid van de import van overzeese eiwitten te verminderen en zo ook de lokale en globale milieu-impact die hiermee gepaard gaat te verlagen”, duidt minister Crevits nog.

Lieven Vancoillie

Lees ook in Actueel

Meer artikelen bekijken