Startpagina Actueel

Medische controle seizoensarbeiders bijzonder laag

Hoewel het verplicht is, gaat slechts een heel klein percentage van de seizoenarbeiders op medische controle bij de arbeidsarts van de externe dienst voor preventie en bescherming op het werk. Vlaams minister Hilde Crevits (CD&V), bevoegd voor Landbouw én Werk, werkt ook aan betere werkomstandigheden voor seizoensarbeiders.

Leestijd : 4 min

De bevoegdheid ‘werk’ zit deels bij de federale, deels bij de Vlaamse overheid. Dat maakt het uiteraard niet gemakkelijk om de verschillende beleidsniveaus op elkaar af te stemmen. Wat de seizoensarbeid betreft werd tussen de verschillende partners een sociaal akkoord bereikt, wat al door de regering maar nog door het parlement moet worden goedgekeurd.

Sociaal akkoord

In dat sociaal akkoord werd vastgelegd dat voor de landbouw en voor de vlassector het aantal dagen seizoensarbeid in 2022 op 60 dagen bedraagt. In de tuinbouw worden de 65 dagen verhoogd naar 100 dagen seizoensarbeid. Er is nog wel een bijzondere regeling voor de champignonteelt: ook hielden de 100 dagen.

Ook de aangepaste 180 dagenregel wordt voor 2022 verlengd. De 180 dagenregel bepaalde dat een persoon alleen maar seizoenwerknemer kan worden, indien hij of zij in de afgelopen 180 dagen niet al gewerkt heeft als vaste werknemer in de land- en tuinbouw. De 180 dagenregel geldt enkel voor het eigen bedrijf.

In de commissie Landbouw in het Vlaams parlement werd onlangs gedebatteerd over de medische controle voor seizoensarbeiders in de landbouwsector. Die is wettelijk verplicht, maar Prevent Agri schat op basis van persoonlijke ervaring op het terrein het percentage medische gecontroleerde arbeiders op slechts... 5 %.

Geen cijfers bekend

Het beleidsdomein Landbouw & Visserij beschikt niet over de cijfers met betrekking tot het aantal seizoensarbeiders dat al dan niet een medische controle onderging, noch over een overzicht van het aantal seizoensarbeiders dat betrokken is bij een arbeidsongeval.

Niet geheel onlogisch: wanneer gaat het om een arbeidsongeval? Bereidwilligheid van melding? Maar vooral wat arbeidsongevallen betreft, gaat dit om een federale bevoegdheid. Die behoort tot de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal overleg en de bevoegde minister Dermagne.

Ondanks de - in hoofdzaak - federale bevoegdheid is Vlaams landbouwminister Hilde Crevits ook bezorgd over de werkomstandigheden van de seizoensarbeiders. Dat blijkt uit de Vlaamse subsidie van 160.000 euro die werd toegekend aan het Kenniscentrum Groene Sectoren voor de uitbouw en coördinatie van een infoplatform buitenlandse werknemers.

5 thema’s centraal

De bedoeling van dit platform is om aan de seizoensarbeiders uit de nieuwe EU-lidstaten en aan de werkgevers die met hen werken, een betere ondersteuning en begeleiding te geven. Voor de seizoensarbeiders wordt gewerkt aan de meest voorkomende moedertalen, zoals Pools, Roemeens en Engels.

Vlaams minister Hilde Crevits duidt dat het nieuwe platform informatie en ondersteuning zal bieden op 5 thema’s.

1. Een basisintroductie voor seizoensarbeiders, waarbij toelichting wordt gegeven op veilig werk, werkbaar aan de slag gaan en aantal basisvaardigheden.

2. Veilig werken en voorkomen van ongevallen. Hiervoor wordt samengewerkt met Prevent Agri en de externe diensten voor Preventie en Bescherming die actief zijn in de land- en tuinbouw.

3. Informatie over gezondheid en medische kosten. “Zo wordt aandacht besteed aan de gezondheidszorgen, belang van aansluiten bij een mutualiteit...”, duidt Vlaams minister Hilde Crevits. “Er zijn inderdaad gevallen waarbij seizoensarbeiders worden geconfronteerd met medische kosten waar ze niet op voorbereid waren. Dat moeten we vermijden.”

Deze actie wordt uitgewerkt met de mutualiteiten die vaak voor seizoensarbeiders medische kosten moeten regelen. “Ook hier is het uiteraard wenselijk om informatie uit te wisselen in de taal van de werknemers, maar ook met de nodige aandacht om hen een basiskennis Nederlands bij te brengen. Deze basisinformatie wordt verspreid via de werkgeversfederaties en wordt ook bijgehouden op de website van het Kenniscentrum Groene Sectoren.

4. Coachende rol van de werkgever.

5. Combinatie werk en vrije tijd. “Ook deze 2 elementen zijn belangrijk voor een goed verloop van de aanwezigheid van de seizoensarbeiders in ons land, maar gaan iets verder dan de specifieke vraag over de gezondheid”, aldus Vlaams minister Hilde Crevits.

Verschillende partners

De concrete uitwerking van het platform gebeurt door het Kenniscentrum Groene Sectoren. “Voor elk van de verschillende luiken en thema’s worden de nodige afspraken gemaakt met onder meer EDU, Prevent Agri, Acerta, Idewe, de erkende sociale secretariaten actief in de land- en tuinbouw...”

Volgens Vlaams minister Hilde Crevits is het ook de bedoeling om contacten te leggen met de ambassades van de landen van herkomst van de werknemers. “Deze ambassades zouden via hun administraties in het thuisland bepaalde informaties kunnen doorgeven aan de personen die van plan zijn om naar ons land te komen. Hun kanalen kunnen ook worden ingeschakeld om hier in Vlaanderen de aanwezige tijdelijke arbeidskrachten te bereiken voor sommige deelaspecten.”

Lieven Vancoillie

Lees ook in Actueel

Meer artikelen bekijken