Met die bedenking kaartte parlementslid Gwendolyn Rutten (Open Vld) in de commissie Leefmilieu van het Vlaamse parlement het ‘dossier Averbode’ nog eens aan.
In het oog van de storm
Na de perikelen rond code rood in het stikstofdossier kwam de boerderij van de Abdij van Averbode extra in het oog van de storm te staan na een controle van einde maart. Daarbij zou de omgevingsinspectie ontdekt hebben dat er illegaal varkens geslacht zouden worden in de abdijboerderij.
De paters vielen uit de lucht. Ze beweren dat ze, gespreid over een volledig jaar, ongeveer 16 varkens (laten) slachten. Het vlees eten ze zelf op.
Ambtshalve controle
Minister van Omgeving Zuhal Demir (N-VA) weerlegt dat zij opdracht zou gegeven hebben om de controle in de abdij uit te voeren. De toezichthouders van de omgevingsinspectie voerden de controle ambtshalve uit. Hun bedoeling was de opvolging van de bijzondere voorwaarden van de milieuvergunning en de buitengebruikstelling van de koelinstallatie te controleren. Dat gebeurde niet naar aanleiding van een klacht.
Demir werd geïnformeerd dat de abdij zinnens is gerechtelijke stappen te ondernemen, maar wil daarover geen uitspraken doen wegens deze juridische procedure.
Vergunningsplichtig
De minister verwijst naar de Vlarem-bepalingen. De aangeduide inrichtingen vallen volgens haar in principe onder de vergunningsplicht. In Vlarem wordt geen onderscheid gemaakt tussen landbouwbedrijven en particulieren.
Voor het slachten van grootvee, zoals runderen en varkens, wordt geen ondergrens bepaald. Hierdoor geldt niet alleen de vergunningsplicht vanaf één geslacht dier, maar gelden ook alle toepasselijke – strenge – milieuvoorwaarden voor het slachten van dieren. De regelgeving voorziet een uitzondering voor het ‘ritueel slachten’ maar die is in dit dossier niet van toepassing.
Zelf opeten
Gwendolyn Rutten interpreteert de Vlarem-regelgeving op een andere manier. “Indien men het dier zelf consumeert, kunnen thuisslachtingen wél”, zegt ze.
Een ander discussiepunt is de vraag wat ‘consumptie’ eigenlijk is. De rechtsleer en de praktijk leren dat men het geslachte dier zelf moet consumeren en dus niet mag verwerken, verkopen of commercieel op een of andere manier op de markt brengen.
Een geslacht varken moet men dus zelf opeten. De gemeenschap van paters in Averbode is al heel lang zelfvoorzienend en zij consumeren die varkens zelf. De paters registreren zich als thuisslachters en zijn in orde met de slachtvergunningen.
Uit de toelichting van minister Demir begrijpt Rutten dat men niet meer thuis zou mogen slachten zonder aan de Vlarem-regelgeving te voldoen. Dat lijkt haar een behoorlijk grote impact te hebben. Bovendien is ze helemaal niet zeker of die stelling klopt. De informatie die Rutten opvroeg bij verschillende andere agentschappen is daarover andersluidend.
Gwendolyn Rutten grasduinde op de overheidswebsite naar de regels waarin thuisslachtingen wél kunnen.
Daarin staat duidelijk vermeld dat varkens, schapen, geiten, konijnen, pluimvee en gekweekt wild buiten het slachthuis mogen geslacht worden voor particulier huishoudelijk gebruik. Voorwaarde is dat de dieren van tevoren worden bedwelmd en dat ze worden geslacht door een bekwaam persoon.
Voor de slachting van varkens, schapen, geiten en tweehoevig gekweekt wild moet de eigenaar zich vooraf laten registeren bij de gemeente. De ambtenaar die de gemeente daartoe heeft aangesteld, moet ten minste 2 werkdagen voor iedere slachting op de hoogte worden gebracht.
Bij thuisslachten moeten de regels omtrent het dierenwelzijn gerespecteerd worden.
Het vlees van een dier dat thuis geslacht werd, mag enkel geconsumeerd worden door de houder en zijn gezin. Het mag niet gecommercialiseerd worden.