Startpagina Akkerbouw

IPM-wijzigingen vanaf 2023: “Kleine wijzigingen maken een groot verschil”

Er wordt nog te veel residu van gewasbeschermingsmiddelen teruggevonden in het oppervlaktewater. Landbouwers passen almaar zorgvuldiger middelen toe, maar toch moet het gebruik nog verder geoptimaliseerd worden. Vanaf 2023 zijn er daarom nieuwe maatregelen van kracht in de IPM-checklijst.

Leestijd : 5 min

Het aantal erkende gewasbeschermingsmiddelen daalt de laatste jaren zienderogen. Landbouwers gebruiken steeds zorgvuldigere gewasbeschermingsmiddelen. Ze passen bovendien verschillende maatregelen toe om uitspoeling naar het milieu te verminderen. Sinds 2014 is namelijk elke professionele gebruiker verplicht om een aantal maatregelen te treffen rond geïntegreerde gewasbescherming. Zo kunnen we uiteindelijk vermijden dat Europa nog meer middelen van onze al beperkte lijst schrapt. “Het gaat om een Europese richtlijn voor een duurzaam gebruik van pesticiden. België koos zijn eigen aanpak in het Europese kader, maar andere lidstaten kunnen het anders aanpakken. Er is al heel wat verbeterd, maar toch wordt er over heel Vlaanderen nog te veel residu teruggevonden in het oppervlaktewater”, geeft Marleen Delanoy van het departement Landbouw en Visserij.

In meer dan 50% van de gevallen wordt het water vervuild door puntvervuiling, maar ook drift blijft een belangrijke oorzaak. “Dat zijn dan ook de punten waar we meer op moeten focussen”, klinkt het. Vanaf 2023 zijn er verschillende wijzigingen in de IPM-checklist van kracht. Daar zijn 3 niveaus van toepassing. Hoort een maatregel onder niveau 1 (major), dan is het bedrijf altijd verplicht om hieraan te voldoen. Voor maatregelen van niveau 2 (minor) dient een bedrijf aan 70% van de van toepassing zijnde maatregelen te voldoen. Niveau 3 betekent dat een maatregel aanbevolen wordt.

In de IPM-controlechecklist zijn er 10 nieuwe maatregelen van kracht, die vooral gericht zijn op het verminderen van puntvervuiling en driftreductie. “In het algemeen gaat het om kleine maatregelen die niets of weinig kosten. Zo heeft elke landbouwer wel een hangaar waar hij zijn spuittoestel kwijt kan. De aankoop van nieuwe spuitdoppen of de aanschaf van een schoonwatertank is echter wel een investering”, geeft Delanoy mee. We geven hieronder een overzicht.

Administratief

Professionele gebruikers van gewasbeschermingsmiddelen voor professioneel gebruik moeten in het bezit zijn van een fytolicentie P1, P2 of P3. Dit is al sinds 2015 een federale verplichting en wordt nu duidelijk opgenomen in de IPM-checklist. Deze maatregel hoort onder niveau 1 en is dus verplicht.

Een nieuwe maatregel vanaf 2023 is het invullen van de Fyteauscan. Hierbij wordt er duidelijk gemaakt waar op het bedrijf een risico bestaat dat gewasbeschermingsmiddelen in het water terechtkomen. De site geeft daarbij ook uitleg van hoe dit te vermijden. Deze maatregel hoort onder niveau 2. “Dit is een maatregel die de landbouwer eigenlijk weinig moeite kost. Dit zou zo’n kwartier tijd in beslag nemen, en de landbouwer is wat informatie rijker. Soms zijn het de kleine zaken die al kunnen tellen”, aldus Delanoy.

Aanzuigen bij het vullen

De meeste wijzigingen hebben betrekking tot het spuittoestel. Twee nieuwe maatregelen onder niveau 1 gaan over het aanzuigen bij het vullen van het spuittoestel. Zo is de landbouwer vanaf 2023 verplicht om bij het aanzuigen van oppervlaktewater aanzuigleidingen te gebruiken die niet gecontamineerd zijn met gewasbeschermingsmiddelen. Contaminatie kan optreden wanneer er spuitnevel tijdens de spuitwerkzaamheden neerslaat op de aanzuig- of toevoer-slang die mee op de spuitmachine vervoerd wordt. In een tweede maatregel staat bovendien beschreven dat bij gebruik van een aanzuigslang een terugslagklep aanwezig moet zijn.

Schoonwatertank

Vanaf 2023 moet elk spuittoestel bij openluchtteelten uitgerust zijn met een schoonwatertank. Het minimaal volume is overeenkomstig de ISO-normen, of moet een bepaald volume hebben naargelang de spuittank. Bij een spuittank groter dan 1.000 l moet het volume van de schoonwatertank 100 l zijn. Is het spuittankvolume kleiner, dan moet het volume minimaal 10% van het spuittankvolume zijn. “In 2023 hoort deze maatregel nog onder niveau 2, maar vanaf 2026 wordt het niveau 1 en wordt zo’n schoonwatertank dus verplicht”, vertelt Delanoy.

Tijdens en na de toepassing

Tijdens de toepassing is ook de spuitboomhoogte belangrijk bij openluchtteelten waarbij neerwaarts gericht gespoten wordt. Bij spuitbomen met een dopafstand van 50 cm moet de afstand tot het gewas 0,5 m bedragen. Is de dopafstand 25 cm, dan moet de afstand tot het gewas 30 cm zijn. Wanneer er bij openluchtteelten niet neerwaarts gericht gespoten wordt, moet de afstelling van de spuitapparatuur maximaal aangepast zijn aan de actuele gewasontwikkeling. Deze maatregel hoort onder niveau 2. “Dit moet om de drift te verminderen. Bij een dopafstand van 50 cm geeft 75 cm tot aan het gewas al veel drift”, geeft Delanoy mee.

Na gebruik van het spuittoestel is een goede reiniging nodig. Een nieuwe aanbeveling– dus niveau 3 – in de IPM-controlechecklist is dat het spuittoestel uitgerust moet zijn met een intern spoelsysteem.

Na gebruik, of op dagen dat een spuittoestel niet in gebruik is, moet het spuittoestel in een overdekte ruimte zoals een hangar gezet worden. In 2023 behoort deze maatregel onder niveau 2, maar in 2026 zal het onder niveau 1 behoren en dus verplicht zijn.

Driftreductie

Ook door driftreductie komt er minder residu van gewasbeschermingsmiddelen het milieu in. In 2023 is een driftreductie van minimum 75% bij bespuitingen in openlucht verplicht. “Bij nieuwe erkenningen van veel producten wordt vaak de maatregel opgelegd om te spuiten met 75% of 90% driftreductie. Er zijn nog wel middelen die men met slechts 50% driftreductie kan toepassen, maar dat zijn er steeds minder”, geeft Delanoy mee. Vanaf 2026 moeten landbouwers in openlucht een driftreductie van 90% realiseren, waarbij minimum 75% wordt gerealiseerd op het spuittoestel zelf. Deze maatregelen horen onder niveau 1.

Ga je bespuiten langs oppervlaktewater en verhardingen, dan geldt nog een nieuwe maatregel onder niveau 2. De landbouwer moet een geschikte kantdop gebruiken op spuitbomen voor neerwaarts gerichte bespuitingen.

In de PM-checklist en op fytoweb.be kan de landbouwer terecht voor een lijst met geschikte driftreducerende doppen. “Deze lijst is op deze moment nog beperkt, maar we werken aan een uitbreiding.”

Doornappel bestrijden

Doornappelbestrijding is een onderwerp dat de laatste jaren wel meer in de aandacht komt te staan. Het is zeker een probleemonkruid in de aardappel en staat erom bekend snel te verspreiden. Zaaddozen worden niet getolereerd in eender welke geoogste teelt. Sinds dit jaar is het een maatregel in niveau 2 om doornappel te bestrijden. Er moet absoluut vermeden worden dat doornappel in zaadproductie komt. In 2026 wordt de bestrijding verplicht. Dat kan handmatig met handschoenen, maar ook met een doordacht chemisch schema.

Marlies Vleugels

Lees ook in Akkerbouw

Bruine roest breidt uit in wintertarwe

Granen Waarnemingen in graanpercelen tonen een zekere uitbreiding van bruine roest, zo meldt het Landbouwcentrum Granen Vlaanderen (LCG). Septoria blijft uiteraard aanwezig en zal door het buiige weer verder moeten opgevolgd worden. Ook de gevoelige variëteiten voor gele roest moeten in het oog worden gehouden.
Meer artikelen bekijken