Een harmonisering van het aantal dagen dat seizoenarbeiders mogen werken en de ontwikkeling van een app Green@Work om makkelijker te controleren of iemand alle sociale regels volgt. Het zijn maar enkele van de 19 maatregelen in het Plan voor eerlijke concurrentie voor de Groene Sectoren, dat vorige maand werd voorgesteld.
O.a. twee ministers en een staatssecretaris ondertekenden naast vakverenigingen en de syndicaten een Plan voor eerlijke concurrentie voor de Groene Sectoren.
De land- en tuinbouwsector en de sector van de tuinaanleggers zijn belangrijke sectoren voor onze Belgische economie. Er werken maar liefst 19.800 werknemers. Het is ook een arbeidsintensieve sector die het economisch niet makkelijk heeft en vaak een beroep doet op buitenlandse arbeidskrachten voor bijvoorbeeld piekperiodes in de fruitpluk. Bovendien is de ruime land- en tuinbouwsector een sector die afhankelijk is van heel wat externe factoren: het weer, heel drukke periodes afgewisseld met kalme periodes,…
19 actiepunten
Het probleem is dat de strikte regels vandaag de sector te weinig flexibiliteit geven. Met het plan voor eerlijke concurrentie in de groene sectoren willen staatssecretaris voor Bestrijding van de sociale fraude Philippe De Backer (Open Vld), minister van Landbouw en KMO’s Willy Borsus (MR) en vicepremier en minister van Werk en Economie Kris Peeters (CD&V) de regels vereenvoudigen en verduidelijken waar mogelijk, maar tegelijk inzetten op sensibilisering en gerichte controles om de sector nog meer in regel te stellen dan vandaag het geval is. Daartoe werden 15 nationale en 4 internationale acties afgesproken.
Seizoensarbeid
Zo wil Staatssecretaris voor Bestrijding van de sociale fraude Philippe De Backer (Open Vld) bijvoorbeeld het aantal dagen dat seizoenarbeiders mogen werken duidelijker en uniformer wordt. Hij richt daarvoor een werkgroep op.
Philippe De Backer: “Een seizoenarbeider in de landbouw mag vandaag 30 dagen per jaar ingezet worden, in de tuinbouw 65 dagen en in de witloof-en champignonteelt 100 dagen. We merken in de praktijk dat dat systeem nogal complex is en niet altijd afgestemd op de realiteit. Bijvoorbeeld in de fruitpluk kan het plukseizoen langer dan 65 dagen duren. We willen dat het systeem transparanter en eenvoudiger wordt voor iedereen. Daarom richten we een werkgroep op om de vereenvoudiging en afstemming te onderzoeken.”
Willy Borsus: “Het is essentieel om het leven van de landbouwers te vereenvoudigen; dat is één van de doelstellingen van deze maatregelen. Zo moeten de nieuwe modaliteiten inzake Dimona de informatie over buitenlandse werknemers verduidelijken, maar ook voor meer linken zorgen met de ziekenfondsen.
Met de app die ontwikkeld wordt, zal het ook makkelijker zijn om te kijken hoeveel gelegenheidsarbeid iemand nog kan doen. Ik herinner er nog eens aan dat de productiesectoren van de tuinbouw (bloemisterij, boomkwekerij, fruitteelt, groenteteelt, witloof- en champignonteelt) 53.643 seizoenarbeiders tewerkstellen.”
Duidelijker
Kris Peeters wil ook meer duidelijkheid voor de tewerkstelling van buitenlandse werknemers.
Kris Peeters: “Vaak weten werkgevers niet welk het actuele verblijfsstatuut van een werknemer met arbeidskaart C is, zodat ze zonder het te weten iemand illegaal tewerk stellen. We willen ervoor zorgen dat de werkgevers het actuele verblijfstatuut zelf kunnen consulteren.
Een ander probleem is dat van de seizoensarbeiders: zij mogen in de 180 dagen voor hun tewerkstelling als seizoensarbeider niet als gewone werknemer aan de slag zijn geweest en bovendien is ook het aantal dagen seizoensarbeid beperkt. De werkgever moet ook deze grenzen online – via een app green@work - kunnen consulteren zodat hij niet zonder het te willen iemand in een verkeerd statuut aan de slag houdt. Op het bredere Europese vlak moeten we tenslotte met het Mobility Package van Marianne Thyssen het evenwicht vinden tussen eerlijke concurrentie, preventie van fraude, bescherming van de werknemers en administratieve eenvoud en duidelijkheid voor de werkgevers.”
Tevredenheid omwille van duidelijkheid en vereenvoudiging
Sonja De Becker, voorzitter van Boerenbond geeft ons in de rand van de ondertekening aan dat Boerenbond heel wat voorstellen op de onderhandelingstafel heeft gelegd. “Wij hebben van deze besprekingen vooral gebruik gemaakt om een aantal zaken aan te kaarten waarvoor wij al heel lang vragende partij waren. Ik denk dan bijvoorbeeld aan het realiseren van de teller in Dimona en de koppeling van de arbeidskaart aan de geldigheid van de verblijfsdocumenten, zaken waardoor je sociale overtredingen helpt voorkomen. “Het zijn zaken die de voorbije jaren aanleiding waren voor heel wat onduidelijkheid en rechtsonzekerheid bij land- en tuinbouwers die werknemers tewerkstellen. Het feit dat ze op de agenda stonden van bijna elke vergadering van onze sectorvakgroepen Fruit en Groenten, bewijst dat”.
Boerenbond is tevreden dat er nu voor de land- en tuinbouwers op heel wat vlakken meer duidelijkheid en vereenvoudiging komt.
“Bestrijding van sociale fraude en sociale dumping is een gedeelde verantwoordelijkheid van de overheid en de groene sector. Duidelijkheid en vereenvoudiging van de regelgeving en de uitvoering ervan moet resulteren in een “win-win-winsituatie’: zowel werkgevers als werknemers als de overheid hebben belang bij het terugdringen van sociale fraude. Dit plan moet ervoor zorgen dat werkgevers minder oneerlijke concurrentie ondervinden, dat de rechten van de werknemers gevrijwaard worden en dat de overheid geen inkomsten misloopt”, benadrukt Sonja De Becker.