Tuin: zo kweek je lekkere blauwe bosbessen in eigen tuin

Deze heerlijk smakende cultuursoorten van de blauwe bosbes winnen steeds meer aan populariteit bij de tuinliefhebbers. Ze bevatten meer natuurlijke suikers en smaken minder zuur dan de wilde, meer aromatische, blauwe bosbessen en door verschillende rassen aan te planten kan men oogsten van de vroege zomer tot in de herfst. De kersgrote bessen zijn op hun lekkerst als ze vers geplukt zijn, maar laten zich ook een aantal dagen bewaren in de frigo en kunnen probleemloos diepgevroren worden. Daarnaast zijn de struiken ook bijzonder sierlijk tijdens de bloei in het voorjaar (mei) en krijgen de meeste rassen een prachtige herfstkleur, waardoor ze zeker niet misstaan in de siertuin.
Botanisch
De blauwe bosbes behoort tot de heidefamilie (
Van de blauwe bosbes zijn er ondertussen al heel wat rassen op de markt die beter aangepast zijn aan het tuinleven en rijkelijk grote en smakelijke bessen opleveren. De blauwe bosbes, ook wel blueberry, Amerikaanse bosbes, trosveenbes of gewoon bosbes genoemd, komt oorspronkelijk voor in het noordoosten van de VS, waar nog grote natuurlijke bestanden van deze planten voorkomen. De vruchten van dit wilde plantje (tot 40 cm hoog), die wat kleiner zijn maar zeer intens blauw gekleurd, noemt men in Amerika wilde blueberries.
De blauwe bessenstruiken die bij ons in de handel aangeboden worden, zijn cultivars van deze oorspronkelijke soort met grotere bessen, een hogere productie en een forsere groeiwijze (1,2 tot 2 m hoog). De planten dragen zowel mannelijke als vrouwelijke bloemen, die worden bestoven door insecten. In de regel is geen kruisbestuiving nodig, maar in de praktijk brengen de planten meer bessen voort als kruisbestuiving mogelijk is.
Standplaats
In de natuur geven blauwe bosbessen de voorkeur aan zonnige tot licht beschaduwde groeiplaatsen op eerder voedselarme, vochtige tot natte, zure gronden. De belangrijkste voorwaarde voor het succesvol kweken van blauwe bessen in de tuin is een zure bodem (pH 3,5 tot 5) die voldoende vochtig is. Ideale bodems voor de aanplant van blauwe bosbes zijn vochtige, humusrijke gronden waar men onkruiden zoals zegge, bies en zuring aantreft. De meeste tuinbodems hebben echter veeleer een zwak zure tot neutrale zuurtegraad, met als gevolg dat de planten verkommeren en nauwelijks nieuwe loten ontwikkelen. Om de zuurtegraad naar beneden te halen kan men de aarde in de plantput half om half vermengen met turf.
Maak het plantgat ruim genoeg, wegens de oppervlakkige beworteling volstaat 40 cm diepte. In gronden die van nature kalkrijk zijn, kan men overwegen om de blauwe bes te planten in ruime potten, gevuld met het eerder beschreven mengsel, die men ingraaft in de grond , waarbij men het gat waarin de pot wordt ingegraven opvult met tuinturfZorg hierbij voor voldoende drainagegaten. Blauwe bessen hebben ook nood aan veel vocht. In de zomer regelmatig gieten, zeker voor de pottenteelt, zorgt ervoor dat de bodem voldoende vochtig blijft. Afdekken van de grond met een mulchlaag helpt om de grond vochtig te houden.
Het planten
In de handel worden de planten altijd aangeboden met kluit of pot. Planten kan van september tot maart. Afhankelijk van de groeikracht van de soort worden de planten op 0,75 tot 1,5 m van elkaar geplant in de rij, de rijafstand is 2 tot 2,5 m. Plant niet te diep, omdat de wortels veel behoefte hebben aan lucht, op té natte bodems kan men beter planten op licht verhoogde bermen. Koop goed ontwikkelde planten met minstens 3 takken van 40 tot 50 cm, anders kan het nog enkele jaren duren voor u de eerst keer kunt oogsten. Geef de eerste 2 jaar geen extra voeding, nadien kan men spaarzaam bijmesten met meststof voor zuurminnende planten of wat verzurende ammoniaksulfaat bij het begin van de groei.
De eerste 2 jaren na het planten wordt er weinig gesnoeid. Ook later dient er niet zo veel gesnoeid te worden en is de snoei er vooral op gericht om te voorkomen dat de struiken te dicht worden en de bessen te klein blijven. Door kruisende, naar binnen groeiende en te zeer op de bodem liggende loten weg te snoeien, dicht tegen de grond ofwel net boven een nieuwe loot op een oudere tak, blijven de struiken voldoende groeikrachtig en dragen ze toch voldoende vruchten. De meeste rassen verdragen een drastische terugsnoei tot net boven de grond. Na een 3-tal jaar zullen ze weer volop vruchten dragen.
Rassen
Afhankelijk van de soort rijpen de vruchten tussen juli en oktober. Omdat de bloei vrij verspreid verloopt, kan men in functie van de kruisbestuiving een vroege en een late soort samen aanplanten, waardoor het oogstseizoen veel langer duurt en men meer en grotere vruchten krijgt. Goede soorten zijn o.a.
Echte toppers zijn: