De kick-off van het zogeheten AFTER project vindt vrijdag (29-06) en zaterdag plaats. Naast de Universiteit Gent en VITO doen onderzoeksinstellingen uit Duitsland, Rusland, Turkije en Letland mee aan het onderzoek. De partners wijzen op de actualiteit. De huidige droogte in onder meer België, Polen, Ierland en Letland illustreert volgens hen de grote impact van weer en weersextremen op landbouw.
De onderzoekers beperken zich niet tot de EU maar kijken ook naar minder bestudeerde delen van het Europese continent, zoals Rusland en naar Centraal-Azië. Waar op de EU al wel klimaatmodellen zijn losgelaten zijn er amper klimaatprojecties over Rusland en landen als Kazachstan, Turkmenistan en Azerbeidzjan.
De Universiteit Gent zal voor dit project het vaker ingezette ALARO-klimaatmodel gebruiken om aan een hoge resolutie verschillende klimaatscenario’s door te rekenen over dit weinig bestudeerde gebied. Hiervoor worden momenteel berekeningen uitgevoerd op de BrENIAC supercomputer van het Vlaams Supercomputer Centrum.
Daarnaast zal de Universiteit Gent een statistische analyse uitvoeren om de huidige en toekomstige frequentie van extreme weersomstandigheden te bestuderen. Het onderzoek eindigt volgens planning in 2021. De eerste resultaten worden in het najaar van 2019 verwacht. Het programma wordt gefinancierd door het Vlaamse Fonds Werenschappelijk Onderzoek.
Uitkomsten divers
De onderzoekers nemen geen voorschot op de uitkomsten. Bepaalde regio’s kunnen door opwarming van de aarde meer gaan produceren. Zo kunnen bepaalde ‘continentale’ gewassen ook in de Noordse landen worden geteeld. Tegelijk zijn de risico’s omvangrijk, omdat hittegolven, periodes van droogte en hevige regenval kunnen toenemen. In combinatie met veranderingen in het groeiseizoen zullen kwaliteit en opbrengst van gewassen veranderen.