Voedselveiligheid en kwaliteit van voeding, het zijn twee zaken die onder de bevoegdheid van het FAVV vallen. Om mensen te beschermen uiteraard, maar ook om dieren- en plantengezondheid te garanderen. Vooraleer producten van derde landen de EU binnen kunnen, moeten ze daarom langs een grenscontrolepost passeren. De Europese Unie telt zo 271 grenscontroleposten, met als allergrootste de haven van Rotterdam, gevolgd door de haven van Antwerpen. Naast de grenscontrolepost in de haven van Antwerpen telt België nog zes andere grenscontroleposten. Twee ervan bevinden zich ook in een haven (Zeebrugge, Gent), de andere vier op luchthavens.
De veterinaire controles (producten van dierlijke oorsprong) vinden plaats in een gebouw dat in 2011 door de haven van Antwerpen werd gebouwd en dat ze delen met de politie, de douane en het FAVV. Voor de keuring van levende dieren heeft deze grenscontrolepost echter geen erkenning. De niet-veterinaire controles, zijnde de controles van producten van niet-dierlijke oorsprong, gebeuren op diverse locaties binnen het douanegebied van de Antwerpse haven.
Geen levende dieren
Naast producten van dierlijke en niet-dierlijke oorsprong voor menselijke voeding worden ook producten voor niet-humane consumptie gecontroleerd, zoals diervoeding, huiden, levende planten, zaden, knollen, bollen enz. Ook verpakkingshout dat gebruikt wordt om andere producten te vervoeren wordt gecontroleerd, want ook daar kunnen ongewenste organismen in aanwezig zijn (bv. kevers die inheemse bomen kunnen aantasten).
Alles komt verpakt en in containers aan, bij normale temperatuur, gekoeld of bij vriestemperaturen. Een container kan verschillende zendingen bevatten. In 1998 kwamen nog rond de 7.000 zendingen binnen voor humane consumptie, in 2016 waren er dat al 18.000. Voor goederen voor niet-humane consumptie is het verhaal licht anders. In 1998 was er sprake van rond de 2.000 zendingen en dat steeg naar 4.000 in 2000. Toen daalde het en bleef het aantal zendingen tot 2016 constant rond de 2.000 zendingen. Bepaalde goederen moeten niet meer gecontroleerd worden, bijvoorbeeld bepaalde afgewerkte goederen.
Invoercontroleproces
Het proces van de invoercontrole wordt altijd geïnitieerd door de douaneagent, in opdracht van de invoerder. “We hebben weinig of geen contact met de invoerder. Het gaat altijd over de douaneagentschappen die de douane- en andere noodzakelijke documenten (bv. certificaten) binnenbrengen bij de douane en bij ons”, vertelt de technisch manager van de grenscontrolepost voor niet-veterinaire controles Lazlo Avonts. “Het is belangrijk dat we samenwerken met douane, omdat we de tussenstap zijn tussen douane en vrij verkeer”, zegt ook de technisch manager voor de veterinaire controles Patrick De Raedt.
Een documentaire controle moet altijd gebeuren, daarna volgt eventueel een overeenstemmingscontrole, een fysieke controle en soms wordt een monster genomen, afhankelijk van het type controle en de aard van het product. De Raedt kon toevoegen dat de controle van de producten van dierlijke oorsprong gelijkaardig is aan die van de producten van niet-dierlijke oorsprong. Voor producten van dierlijke oorsprong kan na de overeenkomstcontrole de zending al worden vrijgegeven, maar het kan dat een percentage van alle verpakkingen fysiek gecontroleerd moet worden met labotesten.
De grenscontrolepost kan voor producten van niet-dierlijke oorsprong beslissen dat na een documentencontrole een zending al wordt vrijgegeven (bv. voor producten waarvoor de EU-wetgeving een verminderde controlefrequentie voorziet), maar ook dat de zending het hele proces moet doorlopen. “Ook kan worden beslist om na de documentencontrole de verdere invoercontrole (overeenstemmings- en fysieke controle) te laten doorgaan op een door het FAVV toegelaten of erkende locatie in het binnenland”, voegt de technisch manager van de niet-veterinaire controles toe. Het product en het land van oorsprong zijn bepalend voor welk percentage van de zendingen gecontroleerd moet worden en deze controlepercentages liggen vast in de wetgeving.
Documenten in orde?
Op de grenscontroleposten worden de originele certificaten van de landen van oorsprong gecontroleerd op de naleving van de EU-wetgeving. Bij de documentencontrole wordt nagekeken of alle vereiste documenten en certificaten aanwezig zijn. Zo moet voor de meeste producten elke zending vergezeld zijn van een gezondheidscertificaat, uitgeschreven door de bevoegde overheid in het land van oorsprong. “Op die manier weet je dat er voldaan is aan de volksgezondheids-, diergezondheids- of plantengezondheidseisen”, klinkt het.
Alle documenten en certificaten moeten origineel getekend en gestempeld zijn. “Jammer genoeg worden geregeld valse stempels gevonden”, zegt De Raedt. Uit de documenten moet je ook kunnen opmaken of het om een erkend land gaat met een erkend residuplan en een erkend bedrijf. Op die manier weet of er gehandeld is naar de EU-regelgeving. Dit is nodig want elk land heeft eigen normen en eisen die kunnen verschillen van de Europese. De VS bijvoorbeeld laten vijf hormonen toe voor gebruik in de vleesveeproductie, waaronder twee natuurlijke hormonen. In de EU gelden een verbod op het gebruik van groeibevorderaars en strenge maximale residulimieten (MRL).
Bij de overeenstemmingscontrole wordt nagekeken of de kenmerken van de zending overeenkomen met wat in de documenten en certificaten staat. Dan gaat het bijvoorbeeld over het container- en zegelnummer. Die zegel mag ook niet verbroken worden tijdens transport.
Ook wordt gekeken of de (keur)merken op de dozen en verpakkingen staan, of wordt het gewicht gecontroleerd en wordt een schatting gemaakt van de colli. “Soms is dat moeilijk omdat de verpakkingen niet allemaal even groot zijn”, vertelt de technisch manager. Bovendien is men verplicht om het land van oorsprong en het erkenningsnummer van het bedrijf te melden op de verpakkingen van het voedsel. Staat dat er niet op, dan moet het worden teruggestuurd.
TRACES
Daarnaast gebruikt men voor het registreren van de veterinaire controles een Europees systeem, TRACES (Trade Control and Expert System). Het systeem laat ook toe de controles adequater te organiseren, evenals de bemonsteringen en biedt hulp bij het nemen van de eindbeslissing m.b.t. de toelaatbaarheid van een zending. “Bij Traces worden gegevens van producten en hun problemen in een grote databank gestoken. Door dit systeem kunnen we weten wat binnen mag en wat niet, en wat door andere controleposten werd toegelaten of niet (indien goederen voor België zijn bestemd). Als iets niet binnen mag komen, komt dat bij ons in het rood op het scherm en wordt het geblokkeerd. Het systeem zegt ook of er monsternemingen moeten gebeuren bijvoorbeeld bij de versterkte controles na een snelle waarschuwing of Rapid Alert in Food and Feed (RASFF)”, vertelt Patrick.
Producten van niet-dierlijke oorsprong fysiek controleren
De producten van niet-dierlijke oorsprong krijgen fytosanitaire controles, voedselveiligheidscontroles, maar ook de kwaliteitsnormen voor groente en fruit worden gecontroleerd. Verder kan op diervoederveiligheid worden gecontroleerd.
Bij de fytosanitaire controles wil men ervoor zorgen dat er geen voor planten schadelijke organismen in de EU worden binnengebracht. Avonts: “Fytosanitair controleren we 11.000 binnengekregen zendingen per jaar. De helft daarvan gaan we niet fysiek controleren in de grenscontrolepost maar sturen we naar erkende inspectieplaatsen in het binnenland, zoals het Europees Centrum voor Groenten en Fruit in Brussel, nabij de vroegmarkt, waar dan de fysieke controle gebeurt. Wij inspecteren het houten verpakkingsmateriaal uit China, fruit, hout, zaaigoed en aardappelen. Tarwe controleren we ook, maar dat is slechts één zending per jaar.” Planten gaan naar een erkende inspectieplaats in het binnenland omdat het veel kost om de planten uit de container te halen en in de grenscontrolepost fysiek te laten keuren.”
Fouten kunnen gebeuren
Het systeem is niet altijd waterdicht en af en toe komt er toch nog een organisme door dat niet mag. Dat was zo voor de palmsnuitkever: die legt eieren boven de kruin in de palmboom en als de larven uitkomen, vreten ze binnenin de stam waardoor de bomen sterven. Avonts: “Het probleem is dat het insecten zijn die niet gemakkelijk te detecteren zijn. Er was sprake van uitbraken in het Middellandse Zeegebied. Om te vermijden dat de uitbraak te ver zou vorderen, moest men palmbomen kappen. Maar slechte voorbeelden zijn meestal de meest educatieve.” Een ander voorbeeld is de aanwezigheid van fruitvliegjes op mango’s uit Ivoorkust in 2017. “We troffen verdachte mango’s aan en moesten de zending blokkeren.” De verdachte vruchten worden opgestuurd naar het labo voor analyse en identificatie van de aangetroffen organismen. Als het gaat om een quarantaineorganisme, wordt de zending vernietigd, teruggestuurd of soms geëxporteerd naar een ander land waar het niet als quarantaineorganisme wordt beschouwd. Zo worden sinaasappels met Citrus Black Spot niet in België noch in de EU aanvaard om de citrusteelt in de Zuid-Europese landen te beschermen, maar wel in Rusland.
Voor voedsel met kwaliteit
Tijdens handelsnormcontroles worden de kwaliteitsnormen van groenten en fruit gecontroleerd. Dat kan aan de grens gebeuren, maar ook in het binnenland. “We kunnen niet alles 100% controleren want dat is niet mogelijk, maar alles wordt wel aangemeld voor controle. De controle gebeurt op basis van een risicoanalyse. 1 tot 50 % van de zendingen moet gecontroleerd worden, in functie van het land van oorsprong, de aldaar uitgevoerde controles, het autocontrolesysteem van de invoerder etc.”, verklaart Lazlo.
3.500 zendingen per jaar ondergaan een handelsnormcontrole en 15% daarvan wordt visueel geïnspecteerd. Hier wordt nooit een monster voor analyse genomen. Er wordt gekeken naar gebreken in het fruit. “Men mag dus alles doen wat in een supermarkt niet mag”, lacht hij. “Dat betekent aanraken, aansnijden en zelfs proeven. Antwerpen is de grootste bananenhaven van Europa, dus we zien veel bananen.”
Voedsel moet veilig zijn
Voeding moet voldoen aan de voedselveiligheidsnormen van de EU. Voor producten van niet-dierlijke oorsprong moet men weten dat standaard de goederen door de EU niet verplicht in de grenscontrolepost moeten aangemeld worden voor voedselveiligheidscontroles. Die producten vallen gewoon onder het nationale controleplan van het FAVV, dat voorziet in controles op de naleving van voedselveiligheidsnormen (bv. pesticideresiduen, zware metalen) bij ingevoerde producten.
Wanneer er veel meldingen van ongunstige resultaten worden gedaan over een specifiek product, dan wordt dit probleem aangepakt door middel van een verordening, die de controle door bemonstering een bepaald percentage van de zendingen van dat product met die origine in alle EU-grenscontroleposten oplegt. Dat betekent dat de producten aan elke buitengrens van de EU aangemeld moet worden voor een controle. Het gaat voornamelijk over niet-dierlijke producten voor pesticidecontroles, en veel noten en gedroogde vruchten voor mycotoxines (=giftige stoffen geproduceerd door schimmels). De bedoeling is dat deze maatregelen tijdelijk zijn en dat het land van oorsprong de problemen aanpakt: de verordening wordt dan ook om de zes maanden herzien. De EU gaat eerst veel data verzamelen en daarna besluiten of er effectief een probleem is. Als er geen probleem meer is (bv. doordat het land van oorsprong het probleem aan de bron heeft aangepakt), wordt de product-oorsprong combinatie uit de verordening geschrapt. Blijven de problemen bestaan, dan neemt de EU noodmaatregelen ten aanzien van het product. Dan moet alvorens te kunnen exporteren een gezondheidscertificaat en analyserapport afgeleverd worden, bijvoorbeeld op aflatoxines of pesticiden. Deze documenten moeten bij invoer aan het FAVV voorgelegd worden. De zendingen worden bij invoer overeenkomstig het in de wetgeving vastgelegde percentage bemonsterd.
“Zo bestaat er een Fukushima verordening die werd opgesteld toen er problemen waren met radioactiviteit door het ongeval in de kerncentrale van Fukushima in 2011: alle levensmiddelen en diervoeders uit Japan moesten getest worden op radioactiviteit. Vandaag moeten nog slechts enkele types producten worden gecontroleerd, zoals champignons en soja”, verklaart Lazlo.
Bij de controle op voedselveiligheid gebeurt de monsterneming in zogenaamde magazijnen. Als dit gebeurt, wordt de zending geblokkeerd in afwachting van het resultaat. Is dat niet goed dan wordt de zending vernietigd, teruggestuurd of terugverzonden naar een land buiten de EU met andere eisen en/of normen. “Vorig jaar werden 4.000 zendingen gecontroleerd, waarvan een 20-tal niet conform waren. Het grootste probleem zijn de aflatoxines.”
Wat met diervoeding?
De procedure bij diervoeding is min of meer gelijkaardig aan die van de levensmiddelen. Zo worden jaarlijks circa 4.500 zendingen gecontroleerd, waaronder het meeste diervoederadditieven (67%) en voedermiddelen (26%), vooral bestemd voor mengvoederfabrikanten. Van al die zendingen worden 200 bemonsterd, en was alles conform.
Controle producten van dierlijke oorsprong
De producten van dierlijke oorsprong moeten net zoals de producten van niet-dierlijke oorsprong gecontroleerd worden op kwaliteit en voedselveiligheid. Bovendien moet de insleep van dierenziektes, zoals mond- en klauwzeer, vermeden worden.
Wettelijk gezien moeten er monster worden genomen waardoor de zending geblokkeerd is tot het resultaat bekend is. De Raedt: “De fysische controle is vooral sensitief: er wordt gecontroleerd op temperatuur, stabiliteit, geur, kleur, …. De controleurs nemen dan steekproefsgewijs producten uit de zending. De controlekamer is voorzien van alle materieel voor de controle: er staat een zaagmachine, een microgolf,…. 20% van de zendingen wordt bemonsterd en gekeurd bij vlees en 50% bij vis. “In de eerste vier à vijf maand van het jaar namen we 800 monsters en we hebben ongeveer 2% van de zendingen moeten weigeren omdat de normen niet gerespecteerd werden.”
Er zijn veel problemen met producten uit China, India en Brazilië: dan gaat het over vlees of vis waarvan de invoer in de EU niet toegestaan is of toegelaten kan worden. Garnalen van India worden bijvoorbeeld gescreend op chlooramfenicol of residuen van andere antibiotica. Pluimvee- en rundvlees uit Brazilië wordt ook gecheckt op bacteriologische normen. In China wordt er dan weer hond of kat gegeten, maar de invoer naar de EU van dat vlees is verboden evenals trouwens een hele reeks andere “normale” dierlijke producten zoals varkensvlees of zuivel uit dat land.
Recht op tegenkeuring
Als het resultaat van een controle ongunstig is, zowel bij de overeenstemmingscontrole als de fysieke controle, wordt de zending geweigerd. “Bij een weigering bij de overeenstemmingscontrole kan het bijvoorbeeld dat de identificatie van het land van herkomst en het erkenningsnummer van het productie bedrijf niet meer leesbaar zijn doordat de inkt is uitgelopen of de stempel bewogen werd bij het plaatsen”, klinkt het. De producten worden in dat geval vernietigd, teruggestuurd of geëxporteerd naar een land waar de normen anders zijn. Alle maatregelen gebeuren op kosten van de invoerder. “We streven wel naar een retour van de zending.” Tenzij dit echt niet te verantwoorden is, zoals wanneer de zending bedorven is.
De invoerder heeft steeds het recht op tegenkeuring als hij niet akkoord is met de resultaten van een controle. Dan zal een andere inspecteur aangesteld worden die de goederen helemaal opnieuw bekijkt. Wanneer de zending voor de tweede keer wordt geweigerd, maar de invoerder nog steeds zeker is van zijn gelijk, gaat de zaak naar de Raad van State “Maar dat is nog niet gebeurd”, klinkt het.
Drugs bij de zending?
De douane heeft ook een opsporingseenheid, om drugs op te sporen bijvoorbeeld. “Zeker bij zendingen van Zuid-Amerika kijken we dat goed na, omdat we bekend zijn met de drugstrafiek. Als we vermoeden dat er iets illegaal gaande is, halen we de douane erbij. Alerte chauffeurs hebben bij het laden ook door dat er iets niet klopt en informeren ons”, besluit De Raedt.
Wist je dat…
... je meer geld kan verdienen met voedselfraude dan met het smokkelen van drugs? Uit een Europese studie voor Zuid-Amerika bleek dat er met de invoer van drugs sprake is van een opbrengstpercentage van rond de 130%, terwijl dat bij voedselfraude aan 300% bedraagt.
De controle van aardappelen uit Israël
In het fytosanitair certificaat bij de zending bleek dat het om maar liefst 351.000 kg aardappelen ging, verspreid over een hele lijst containers. Die worden niet allemaal gelost. Vier containers werden aangeduid voor de steekproef, in totaal werden 80 big bags met ieder ~1000kg aardappelen eruit gehaald. De code aan elke big bag geeft informatie over het gebied van oorsprong/productie en geeft garanties betreffende de afwezigheid van aardappelziektes of -organismen zoals ringrot, bruinrot, de aardappelmot (enkel vanuit vrije gebieden mag geëxporteerd worden naar de EU).
De aardappel is een gevoelig product, dat uit meeste landen niet mag worden binnengebracht. “Wij zien enkel aardappelen uit Israël, Marokko en dit jaar voor de eerste keer Egypte. In Egypte zijn nu immers ziektevrije gebieden omschreven qua bruinrot, terwijl dat in de rest van het land wel vrij veel aanwezig is. Na de overeenstemmingscontrole, gebeurt de controle in een hygiënische ruimte met voldoende licht. Omdat bruinrot voorkomt in Israël wordt de zending wel geblokkeerd, tot men weet dat de zending veilig is. Uit elke big bag worden twee keer 200 patatjes gehaald voor de visuele keuring, maar ook voor het labo. “Bijvoorbeeld rupsen en Epitrix (aardappelvlo) zie je al aan de schil. Na overlangs snijden kan de aardappel geïnspecteerd worden op ringrot, bruinrot, enz. Het kan ook virussen bevatten, maar daarvoor liggen de belangrijkste landen van voorkomen in Zuid-Amerika. Hiervoor geldt een invoerverbod, dus we zullen dat niet snel aantreffen”, klinkt het bij de inspectietafel. Een ander deel van de aardappelen wordt naar het labo van ILVO gestuurd, of naar het CRA in Gembloux, voor analyse van bruinrot en ringrot om na te gaan of deze organismen niet zonder zichtbare symptomen aanwezig zijn. “Zelfs al is de bruinrot aanwezig in bepaalde gebieden in België, als we het vinden in een zending, moeten we de zending weigeren. We hanteren een nultolerantie.” Bij transport over lange afstanden, bijvoorbeeld vanuit Amerika of Azië, worden wel eens stoffen die tijdens de reis schadelijke organismen zoals insecten of schimmels onder controle houden teruggevonden, maar enkel bij de conventionele teelt. “Maar dat is niet echt alarmerend.”