Startpagina Akkerbouw

500 soorten op een halve hectare

Maarten Jacobs baat samen met zijn vriendin Lotte Vleminckx de Ecohoeve 'Den Oude Kastanje' in Herselt uit. Het is een bedrijfje van 1 ha, dat hoofdzaak maakt van meer dan 400 nicheproducten. Uniek, en dus een reportage waard.

Leestijd : 10 min

B ijna reden we voorbij de Ecohoeve. Vanop straat zie je niet hoe anders het boerderijtje van Maarten en zijn vriendin is. Het ‘experimenteel’ karakter werd echter snel duidelijk op de oprit. Op het kleine perceel naast de parking staan gewassen in alle vormen en maten, en geen van allen zijn dezelfde. We ontmoetten Maarten in zijn kweekserre, bij het huis van zijn schoonouders. “Dat was ook de trigger om een bedrijf te beginnen. Er is altijd een risico om te kopen en investeringen te doen. Zeker met die bijzondere planten wisten we niet of er een markt voor is.” En als het op bijzondere planten aankomt: zijn soortenkennis is groot. Hoewel hij voor laborant milieuzorg studeerde, bleef de fascinatie voor biologie en koos hij later nog voor de studie milieuwetenschappen.

In 2015 begon Maarten samen met zijn vriendin Lotte uiteindelijk met hun bedrijf. “We hadden geluk dat we al een verzameling planten hadden en dus niets moesten aankopen. Stilaan is het bedrijf organisch gegroeid. Ervoor deden we al af en toe wat markten, maar het is leuk dat we de stap naar een echt bedrijf gezet hebben. We zien dat er interesse is in groenten, maar ook in de manier van bedrijfsvoering. Mensen willen terug naar kleinschalig en niet opgekweekt in grote serres”, klinkt het. In het begin zagen ze eerder soelaas in groenten, maar de interesse voor speciaal plantgoed kwam er snel bij. Nu verkopen ze beide: plantgoed, groenten, kruiden en vruchten. De kweek is vooral Maarten zijn ding. “Ik ben blij dat mijn vriendin zich bezig houdt met de boekhouding en de bestellingen”, lacht hij.

“Eigenlijk zijn wij de schakel tussen het liefhebberstwereldje en de commerciële kweek. Omdat we heel veel verschillende soorten hebben, hebben we de kracht om ons te profileren. Naar andere boeren gaan klanten voor hun dagdagelijkse groenten. Bij ons komen ze voor iets speciaal.”

Meer dan 400 soorten op een halve hectare

Op één hectare is alles te vinden, waaronder een halve hectare eigen kweek. Tussen de 400 en 500 rassen vind je er terug. Eén ras staat op één bed. Echt grootschalig gaan, dat is duidelijk niet het plan. “Wij gaan nooit de opbrengst kunnen halen om grootschalig te kunnen verkopen.” Een deel van de plantjes groeit op om vruchten, groenten en knollen te oogsten. “Maar ik interesseer me het meest in de knolgewassen. Daar was ik voor mijn hobby al mee bezig. Het begon met yacon, zoete aardappel en machua. Mijn vader was plantenkweker voor vaste planten sierplanten, dus als kind zagen mijn broer en ik niets anders. Wij wilden echter iets doen met eetbare planten”, lacht hij.

Maartens broer koos voor een opleiding in de tropische landbouw, en kwam zo aan contacten voor speciaal plantgoed. Zo geraakten ze uiteindelijk binnen het liefhebberswereldje. “Op die manier komen we aan nieuwe dingen, maar we zoeken zelf ook naar nieuwe rassen. Zo proberen we zoete aardappel te kruisen met de paarse variant, om dikkere knollen te bekomen.” Momenteel staan er op het bedrijfje 24 soorten zoete aardappel. “De contacten met het Proefcentrum voor de Groenteteelt (PCG) en Vives Hogeschool in Roeselare zijn ook nuttig om kennis en rassen uit te wisselen”, klinkt het nog.

Niet bio, wel eco

Alle planten worden ecologisch opgekweekt: “We kiezen bewust niet voor het bio-label, hoewel we wel biologische grond hebben. En dat is maar voor één praktische reden: je moet biologisch plantgoed en zaadgoed kunnen krijgen. Maar met de bijzondere en minder courante planten moeten we een waslijst aan vrijstellingen aanvragen. Er komt te veel papierwerk bij zo’n label kijken, zoals voor het voedselagentschap”, legt hij uit. “Ik hou niet van papier, ik zit liever met mijn handen in de grond. Ik ben ook altijd een groene jongen geweest. Bloemen en bomen laat ik staan, zeker als je weet dat er een zeldzame vlinder naartoe gaat.”

Verder gebruikt Maarten geen gewasbeschermingsmiddelen. Er zijn veel middelen die werken, maar in een particuliere tuin vindt hij het niet nodig. “We moeten de laatste gram opbrengst er niet uithalen. Ook al hebben we last van muizenvraat en bij sommige teelten minder opbrengst door droogte,... je teelt voor jezelf en slechts een deel dient om aan te bieden. Bovendien hebben we zoveel teelten dat het ene wel kan opgevangen worden door het ander. En we zijn blij dat we nog voldoende plantgoed hebben voor volgend jaar.” Het natuurlijk evenwicht behouden acht hij wel belangrijk. “Van meststoffen gebruik ik compost; dat buffert de zuurtegraad en ik mest pas bij wanneer dat nodig is.”

Ruilen en handelen in het liefhebberswereldje

Als je kijkt naar het areaal vreemd kronkelende vruchten of bestekelde groenten, vraag je je toch af hoe je daaraan komt. “Tja, het liefhebberswereldje, hé. Daar wordt er volop geruild en gehandeld. Hoe die knollen België of Europa binnenkomen, dat is voor mij ook een vraag. ”

Maarten heeft in het wereldje contacten in heel Europa en Engeland. Het zijn tuinliefhebbers, maar ook zaad- en plantgoedhandels die graag eens experimenteren met iets nieuws. “Via internet en Facebook vindt men elkaar wel.” Ook op plantenbeurzen praat hij wel eens met een of andere liefhebber. “Dan gebeurt het dat ze op bezoek komen op de Ecohoeve. Vaak nemen ze dan ook wel iets speciaal mee dat we kunnen uitproberen. Is het interessant dan komt het de handel binnen”, legt de liefhebber uit. Hij is echter niet de enige die zich interesseert in het ‘eetbaar’ plangoed. Sanguisorba in Ranst en Ecoflora in Halle bieden ook een mooi assortiment. “Zij hebben dingen die ik niet heb, maar dat geldt ook in de omgekeerde richting”, vertelt hij.

Boerenmarkten en plantenbeurzen

De verkoop van kruiden, knollen en groenten gebeurt vooral op markten en boerenmarkten, zoals op Merwt in Hasselt. Ook in Antwerpen en Brussel kan je ze weleens vinden. “Die markten doen we vooral in het najaar. We verkopen er enkel groenten typisch voor het seizoen. Hoewel we ook wat conventionele groenten verkopen zoals pastinaak en schorseneren, willen we de mensen vooral kennis laten maken met de speciale knollen en groenten en hoe ze het kunnen eten of klaarmaken. We hopen dan dat mensen ze ook zelf willen kweken in hun tuin.”

In het voorjaar staan ze dan weer steevast op verschillende plantenbeurzen voor de verkoop van plantmateriaal. Dan is er bijna elke week een plantenbeurs. Het begint al in februari, met de zadenbeurs van Velt en de plantenbeurs in Grasheide. “We staan op de gekende markten, maar ook de kleinere doen we, zoals die van de Landelijke Gilden. Ook in Nederland staan we af en toe, zoals op de Groenmoesmarkt. We blijven vooral in Nederlandstalig gebied want ik ben slecht in Frans en nog slechter in Duits”, lacht hij.

Eigen webshop

Plantmateriaal wordt ook aangeboden via hun webshop, net als een beperkte hoeveelheid groenten. “Bestel je via het internet, dan sturen we het op. Natuurlijk versturen we enkel wat niet gemakkelijk gekwetst kan worden. De prijs laten we afhangen van vraag en aanbod. We vergelijken hiervoor wel met andere webshops.” Verkopen via een winkel gebeurt dus niet, maar mensen kunnen wel op afspraak langskomen voor een bezoek.

“Op welke manier mensen het plantgoed kopen, het blijft belangrijk dat ze een goede achtergrond meekrijgen om met het plantgoed om te gaan. Ik geef hen tips over hoe ik alles teel. Een officiële teeltwijze is er immers vaak niet voor speciaal plantgoed. Soms doet iemand dan iets anders en zo leer je af en toe iets bij. Lycheetomaat bijvoorbeeld heeft kruisbestuiving nodig, dat wist ik ook maar enkel doordat iemand mijn tips niet opvolgde.”

Bewust kleinschalig

Het zijn vooral particulieren die kopen, maar tussen zijn klanten zitten ook een 20-tal boeren. Ook geïnteresseerden in permacultuur vinden de weg naar de Ecohoeve. En wat met geïnteresseerde restaurants, vragen we ons af. “Naar restaurants toe willen we de boot afhouden. We hebben net genoeg voor de markten: we hebben maar een kleine capaciteit”, klinkt het. “We willen ons bedrijf echt kleinschalig houden”, geeft hij als reden. Verkoop aan supermarkten zit er dus ook niet in.

Op de vraag of hij bepaalde groenten of knollen ook als grootschalige teelt in België ziet, kan hij moeilijk antwoorden. Je moet namelijk nadenken over vermarkting, rendabiliteit, investeringen en wetgeving. Voor bijvoorbeeld yacon ziet hij wel een rooskleurige toekomst: “Hier vraagt de consument al meer naar, mede door de speciale kookprogramma’s. Bovendien is het superlekker en geeft het veel opbr engst, met 6-7 kg per plant. Dat heb je bij niets anders.” Ook bataat doet het in zijn ogen goed qua aantal rassen en opbrengst: “Bataat zou een Belgische teelt moeten worden: in de rekken ligt er nu nog vooral bataat van de VS en Zuid-Europa. Gelukkig zijn er al wat bioboeren mee bezig, dus ik zie dat wel goed komen”, klinkt het hoopvol.

“Het is aan het PCG en andere proefvelden om uit te zoeken of een teelt grootschalig kan. Het zou zonde zijn als een deel van de teelten niet in supermarkten zou verschijnen. Maar ik denk wel dat het nog wat jaren zal duren. Er zouden meer bio-boeren of kleinschalige boeren mee moeten beginnen, maar er zijn geen machines voorhanden”, vertelt hij.

Arbeidsintensief

H oewel Maarten pas in 2015 begon met zijn boerderijtje, heeft hij toch al zo’n 10 jaar ervaring met de knolgewassen. Hij werkt steeds verder met het plantmateriaal van het seizoen ervoor. “Ofwel laat ik de stekken overwinteren, ofwel behoud ik de vrucht, zoals bij chaote. Daar zit de pit vast aan het vruchtvlees, en die blijft altijd gezond.”

Geen enkele plant is dezelfde”, gaat hij verder. “Zo wordt yacon helemaal anders geteeld dan bataat of een gewone aardappel. Crosne wordt dan weer gelijkaardig geteeld als aardpeer.” In zijn assortiment zitten echter nog meer soorten, de ene naam al wat gekker of tropischer klinkend dan de ander. Of heeft u al gehoord van indianenaardappel, aardaker, ulluco en oca? Hoe vreemd het ook klinkt, Maarten ziet hier net als bij de conventionele teelten rotatie mogelijk: een moestuinbed heeft elk jaar een andere teelt. “ Ik blijf wel rekening houden met de noden van de teelt. Wat zonlicht nodig heeft, zal ik geen bed geven in de schaduw.”

Omdat er slechts sprake is van een halv e hectare, doet Maarten alles manueel, van het planten tot het uitgraven van de knollen bij oogst. Dat blijkt arbeidsintensief, en dus springt de schoonfamilie toch af en toe bij. “In het seizoen moeten honderden planten per dag ingepot worden, en dan is alle hulp welkom. Ik heb naast de kweek ook nog andere taken, zoals met klanten bezig zijn.”

Tropisch in België

Het zijn vooral de tropische soorten die hij uitprobeert. “Van plagen en ziekten heb ik bijna geen last. Ik heb enkel wat bladluizen in de serre, maar dit is een vaak voorkomend probleem in serres.” Voorlopig is er nog weinig geweten over mogelijke virussen en bacteriën. De planten zijn in het algemeen vrij gezond, buiten de droogtestress. “Wel merk ik dat er iets aan de hand is met de uluco’s. Het voedselagentschap in Engeland ontdekte het, en nu onderzoekt het FAVV het ook verder. Europees mag het ondertussen niet meer ingevoerd worden. Het is nu afwachten.”

Ook de ziektesymptomen van het plantgoed is nog niet zo bekend. “Ik hou ze in het oog, maar ga niet bij elk plekje naar een labo. Als er iets is dat niet lukt, test ik het meerdere jaren uit. Op dat vlak heb ik geluk dat mijn broer wat achtergrond heeft.” Of het vaak gebeurt dat er iets mislukt? “Ja, er zijn altijd gewassen die het niet goed doen op Belgische bodem. Gember werkt gewoonweg niet. En fruit dat laat narijpt geraakt hier gewoon niet rijp. Verder heb je bij een deel gewassen warmte nodig om te planten, zoals bij pompoen.” In zijn serre staat wel een warmtebak waar hij de echt tropische planten opkweekt. Zijn serre zelf is immers niet verwarmd.

Veel smaken, goede weerstand

Het leuke aan al die soorten is dat elke soort zijn eigen karakteristieken heeft. “Mijn favoriet is toch yacon. Het is heel fruitig, en voor mij het perfecte vieruurtje. Suikerwortel zit dan weer qua smaak tussen pastinaak en wortel, maar dan wat zoeter. Het is een witte schermbloemige, waar veel insecten en bijtjes op afkomen. Van chaote ben ik ook fan. Dat is geen knolgewas, de vruchten zijn net een vastkokende courgette. Het is familie van pompoen en het groeit ook zo. Je kan het rauw eten, is vast en heel sappig. De smaak is subtiel koolrabi. De pit ervan smaakt dan weer naar rauwe kastanje. Bij het plukken heb je wel echt handschoenen nodig”, illustreert hij.

Naast knollen staat er een heel arsenaal aan kruiden, waaronder ook de gewone salie en tijm. En ook hiervoor komen de mensen terug. “Ze weten dat we ze niet warm opkweken: onze tunnelserre is niet verwarmd. Veel plantgoed wordt warm opgekweekt; zet je het buiten, dan kwijnt het weg. We proberen sterk plantgoed op te kweken met een weerstand en ook in volle grond zal die het goed doen.” Verder kweekt hij ook - hoe kan het anders - kruiden die niet direct in de supermarkt te vinden zijn, of toch niet van Belgische afkomst zijn: currykruid, vietnamese koriander, citroengras en citroenverbena kunnen misschien al wat meer gekend zijn. Zoethoutgras, Japanse gember, Szechuan peper, Shiso, lepelblad,... zijn dan weer minder bekend. Onder de wat minder bekende groenten geeft Maarten voorbeelden als brave hendrik, bloedzuring, spinaziezuring, tuinzuring, zeekool,...

Mond-tot-mondreclame

Maarten is alvast tevreden van hoe het de laatste vier jaar loopt. “We kunnen er met twee van leven en onze omzet stijgt ook licht. Maar rijk zullen we er ook niet van worden”, klinkt het. Reclame zal hij dan ook niet snel maken. De bekendheid moet komen via mond-tot mondreclame en via het internet. “Als mensen iets speciaal zoeken, komen ze wel bij ons terecht. Via het internet gaat het sneller, ik ben daarom heel blij dat ik de website gemaakt heb. Uiteindelijk is de beste reclame nog steeds goed plantgoed”, knipoogt hij. “Elk jaar proberen we dan ook uit te breiden in ons assortiment. Met wat experimenteren is het gestart, en zo zal ik blijven doorgaan”, zegt hij blij.

MV

Lees ook in Akkerbouw

Meer artikelen bekijken