Woongebouwen, inclusief tuinen, nemen in Vlaanderen nu al zo'n 39 % van het totale ruimtebeslag in. Tussen 2013 en 2016 kwam er per dag ongeveer 4,1 ha bij, of 4.500 hectare in totaal, wat meer dan de helft van de nieuwe in beslag genomen ruimte is.
Op de tweede plaats komen wegen en spoorwegen (18 procent), die tussen 2013 en 2016 groeiden met ongeveer 1 hectare per dag. Nadien volgen terreinen voor industriële en commerciële doeleinden (13%. Tien procent van het ruimtebeslag in Vlaanderen gaat naar overige gebouwde terreinen, zoals kerken of monumenten, en 11 % naar parkings, pleinen of braakliggende terreinen. Zo'n 6,5 % van het ruimtebeslag bestaat uit terreinen voor recreatieve doeleinden (parken, sportterreinen, ...), terwijl de landbouw 2 % in beslag neemt.
In 55 gemeenten in Vlaanderen is zelfs meer dan de helft van de ruimte 'bebouwd'. Dat is uiteraard het geval voor grootstedelijke gebieden in en rond Antwerpen, Gent en Brussel. Maar ook zogenaamde 'villagemeenten' als Sint-Martens-Latem en Keerbergen bevinden zich in dit lijstje. Ook gemeenten met veel industrieterreinen (Olen, Willebroek, Izegem, ...) hebben een groot ruimtebeslag, net als gemeenten met veel serre-infrastructuur zoals Sint-Katelijne-Waver en Duffel.
De gemeente met het minste ruimtebeslag en dus de meest omvangrijke open ruimte in Vlaanderen is Zuienkerke (0-10 %). Ook verschillende West-Vlaamse (Damme, Vleteren, Langemark-Poelkapelle, Heuvelland, ...) en Limburgse gemeenten (Voeren, Spiere-Helkijn, Meeuwen-Gruitrode, ...) en zelfs Gooik, Hoegaarden of Kortenaken in Vlaams-Brabant zijn met 10 à 20 % ruimtebeslag nog erg landelijk.