Startpagina Schapen

Angst voor wolven in Frankrijk

Vorige maand brachten we een deelverslag van de ‘Conférence Grand Angle Ovin’ op 14 maart laatstleden in Parijs. Vandaag vatten we het tweede deel samen: de toekomstgerichte topics, maar ook de grote problemen met wolven.

Leestijd : 7 min

Op 14 maart organiseerde het Franse veeteeltinstituut Institut de l'Elevage (Idele) in Parijs de ‘Conférence Grand Angle Ovin’. Daar konden 160 aanwezigen en alle volgers via de teleconferentie kennis maken met een diversiteit aan thema’s waar de vele Franse onderzoekers en voorlichters in de schapenhouderij momenteel mee aan de slag zijn. Een belangrijk onderwerp zijn de Franse wolven.

De wolf in Frankrijk

De eerste wolven verschenen reeds 27 jaar geleden in Frankrijk. Michel Meuret, dé specialist in Frankrijk, verbonden aan het INRA-onderzoeksinstituut met zetel in Montpellier, maakte een balans op wat betreft de impact op de schapenhouderij en gaf ook een beeld van mogelijke oplossingen. Nu we ook in Vlaanderen met een wolvenpaar - en straks een roedel - geconfronteerd worden, is het erg interessant om de ervaringen bij onze buren te beluisteren.

Michel Meuret, specialist aan het Franse landbouwinstituut INRA.
Michel Meuret, specialist aan het Franse landbouwinstituut INRA. - INRA

Franrijk is het land binnen de Europese Unie (EU) waar per jaar het meeste dieren gedood worden door wolven. Er zijn momenteel ongeveer 500 wolven, die over 40 departementen gespreid leven, vooral aan de oost- en zuidoost kant (Les Alpes en de Provence). Er worden per jaar meer dan 12.000 landbouwdieren gedood (2018) en het aantal slachtoffers stijgt met meer dan 1.000 per jaar.

Per wolf worden per jaar ongeveer 80.000 euro kosten gemaakt; in grootteorde betaalt de overheid ruim 60.000 euro per wolf aan beschermingsmaatregelen, de veehouders maken zelf 15.000 euro per wolf per jaar kosten voor beschermingsmaatregelen en er wordt ongeveer 5.000 euro aan schadevergoeding per wolf uitgekeerd.

Wolven absoluut beschermd

Dit zijn desastreuse cijfers en de Franse veehouders zitten dan ook met een zeer groot probleem, gezien niettegenstaande alle maatregelen (honden, elektrische afsluitingen, de aanwezigheid van een herder en nachtweiden) het aantal slachtoffers rechtlijnig blijft stijgen. Hoe komt dit?

Wolf-1425_Carmen Adams
Foto: Carmen Adams

De wolven zijn naar Frankrijk gekomen vanuit Italië, waar er jaarlijks 200 à 300 - stiekem - zouden gedood worden. In Frankrijk worden ze absoluut beschermd. Daarbij hebben ze zich snel aangepast en tonen ze zich flexibel. Nu gebeuren de helft van alle aanvallen gewoon overdag, waar dit oorspronkelijk alleen ‘s nachts gebeurde.

Bijkomend was er vroeger alleen schade in de bergen in het zomerseizoen. Nu vallen er slachtoffers in alle seizoenen en ook tot dicht bij bewoning en wegen. Tegelijk hebben de vroegere, wilde prooidieren zich ook aangepast en zijn ze attenter geworden om zich snel in veiligheid te brengen, zodat trage landbouwhuisdieren een gemakkelijker slachtoffer zijn voor de wolf.

Oplossingen voor het wolvenprobleem

Zijn er oplossingen, volgens de heer Meuret? De wolf ervaart momenteel de mens (herder) niet als een bedreiging. Als men in regio’s waar wolven aanwezig zijn toch ook kuddes wil houden, moet er een relatie van ‘reciprocité’ of wederzijdsheid gecreëerd worden, die ertoe leidt dat er een aanvaardbare afstand ontstaat tussen de wolf en de landbouwdieren.

Om wolven afstand te doen houden van de bewoonde wereld, moeten ze leren dat de mens gevaarlijk is.
Om wolven afstand te doen houden van de bewoonde wereld, moeten ze leren dat de mens gevaarlijk is. - Politiezone Maasland

De essentie is dat de wolf moet geleerd worden dat de aanwezigheid van de mens voor hem een gevaar betekent. De wolf moet geleerd worden een aanvaardbare afstand te respecteren. Dit kan slechts wanneer op het moment van een aanval op dieren er dodelijke middelen kunnen ingezet worden, zoals afschot, gebruik van klemmen… Alleen zo kunnen al te agressieve wolven of roedels geliquideerd worden en zal de wolf ook ervaren dat menselijke aanwezigheid voor hem een gevaar kan betekenen.

Afstand leren houden

De huidige technieken, zoals gebruik van geur, licht of geluid, moeten voor de wolf terug teken worden dat er gevaar voor hem dreigt, anders treedt er snel gewenning op. Gezien de wolf intelligent en opportunistisch is, zal ook de mens zich in hun onderlinge relatie permanent moeten aanpassen. Eén persoon of herder alleen kan de afstandelijke relatie met de wolven niet herstellen, de aanpak moet collectief en op streekniveau gebeuren.

De spreker wijst op de zeer recente boodschap van wege de Europese Commissie directoraat-generaal (DG) Leefomgeving: dat de zones waar wolven mogen actief blijven niet mogen ingeperkt worden. Moeten er straks in alle regio’s beschermende maatregelen genomen worden, die tegelijk in de Alpen bewezen hebben niet voldoende effectief te zijn? Of zijn er andere oplossingen mogelijk? Afschot of schapen houden in volledig gesloten stallen? Open vragen, maar tegelijk was er ook de boodschap naar Vlaanderen: dat we de wolven geen slechte gewoontes mogen leren, maar ze van begin af aan moeten leren dat ze afstand moeten houden.

Welke richting moet de schapenhouderij uit?

De conferentie richtte zich sterk op de toekomst, met vier concrete projecten. In welke richting ziet men de schapenhouderij bewegen? Ten eerste kijkt men naar het aansturen van de voortplantingscyclus. De seizoensgebonden bronst/voortplanting bij de ooien houdt beperkingen in, onder andere naar beschikbaarheid jaarrond van lamsvlees voor de consument.

Tegelijk wil men de vruchtbaarheidsresultaten verbeteren. Nu kunnen hormonale behandelingen (spons met progesteron en eventueel PMSG (folligon)) gebruikt worden om de bronst op te wekken. Deze techniek wordt courant gebruikt bij kunstmatige inseminatie (KI). In Frankrijk zijn er ongeveer 800.000 inseminaties per jaar met vers sperma.

Hormonale behandeling onder druk

Maar hormonale behandeling gebeurt los van KI ook voor bronstgroepering binnen het normale oestrusseizoen en voor het in bronst brengen buiten het normale seizoen of voor verkorten van de productiecyclus, bijvoorbeeld om te komen tot driemaal werpen op twee jaar. Gezien (in Frankrijk) het gebruik van hormonen voor het aansturen van de voortplantingscyclus bij schapen maatschappelijk onder druk komt, wil dit project dat loopt van 2019 tot 2022 nagaan of er alternatieve mogelijkheden zijn om bronst te induceren en ovulaties op te wekken.

Aspecten die zullen onderzocht worden zijn: het rameffect, de daglengte, andere moleculen en voedingsstrategieën, maar elementen die ook in beeld komen zijn de impact op de genetica, de bewaring van sperma en het automatisch detecteren van de bronst. Het is nog niet duidelijk of er met succes alternatieven zullen gevonden worden om de thans gebruikte hormonen te vervangen of de dosering te verminderen.

Strategie voor duurzame schapenhouderij

Dit project werd voorgesteld door Sindy Moreau van Idele. Vooreerst wordt de positieve bijdrage van de schapenhouderij geschetst ten aanzien van bewaren van de biodiversiteit, valorisatie van graslanden, koolstofstockage, brandpreventie, verminderen van het risico op lawines en de rol die een kudde kan spelen in landschapsproductie. Negatieve elementen verbonden aan schapenhouderij zijn emissie van broeikasgassen, verbruik van water en energie en negatieve beïnvloeding van de waterkwaliteit.

Om tot een duurzame schapenhouderij te komen moeten tegelijk economische, ecologische en sociale elementen meespelen. In een eerste fase (2018-2019) worden in het project duurzaamheids- en milieu-indicatoren uitgewerkt. In 2019-2020 volgt dan de evaluatie van het dierenwelzijn en selectie/validatie van de indicatoren ervoor en het op punt zetten van een tool voor geïnformatiseerde registratie en verwerking van de gegevens.

Vanaf 2020 wil men in een derde fase dan werk maken van een Europees project ‘Green Sheep’, waarbij niet alleen methoden over landen heen vergeleken worden, maar waarbij ook gewerkt wordt aan meer duurzaamheid op een groot aantal bedrijven.

Evaluatie van dierenwelzijn

In een samenwerking tussen onderzoekers van Idele en INRA wordt een overzicht gegeven van alles wat reeds gerealiseerd is op het vlak van het meten van dierenwelzijn bij kleine herkauwers, en ook wat nog verder op stapel staat. Bedoeling is een instrument beschikbaar te stellen om dierenwelzijn te meten, maar ook de veehouder te begeleiden naar meer dierenwelzijn, om zo aan de verlangens van de consument tegemoet te komen.

De indicatoren voor dierenwelzijn zijn gebaseerd op vier elementen. Is het dier goed gevoed? Is het dier gezond? Is het dier correct gehuisvest? En gedraagt het dier zich soortconform? Voor elk van deze vragen worden een reeks elementen bekeken en geëvalueerd. Voor de voedingstoestand bijvoorbeeld zal men de conditie van de dieren quoteren en ook de staat van het gebit bekijken.

De indicatoren zullen in de komende jaren geëvalueerd en gevalideerd worden zowel voor de melk- als de vleesproducerende bedrijven. Eénmaal de indicatoren gevalideerd, zullen ze mogelijks geïncorporeerd worden in de lastenboeken om de ‘Goede Praktijken’ op bedrijfsniveau te evalueren.

Informatisering en data-verzameling

Het eerste uitgangspunt is het elektronisch oormerk, waarbij elk dier éénduidig geïdentificeerd is. Dit biedt vele mogelijkheden: automatische triage, automatische weging, groeicontrole, aangepaste dosering van medicatie en/of ontworming, op afstand volgen van de activiteit van de dieren.

Elektronische middelen kunnen ook ingezet worden voor het weidebeheer, bijvoorbeeld voor het meten van de grasproductie. Met UHF (Ultra hoge frequentie-techniek) kan men de gezondheidstoestand en het dierenwelzijn opvolgen. Sensoren kunnen continu het stalklimaat registreren. Elektronica kan ook een rol spelen bij alarmsystemen, denk aan onrust wanneer de wolf een kudde benadert of verstoort.

‘Digifermes’

In Frankrijk zijn er in 2019 reeds 13 voorbeeld-boerderijen op het vlak van digitalisering (digifermes). Het betreft niet alleen veebedrijven, maar ook akkerbouwbedrijven. Hier wordt samengewerkt met diverse onderzoeksinstellingen. Voor schapen is er een digiferme geopend in 2017 in Mourier.

Deze digifermes zijn proefboerderijen voor alles wat met het digitale te maken heeft, om zo de veehouder te begeleiden, het werk attractiever en gemakkelijker te maken, maar tegelijk meer performant. Rondom deze voorbeeldbedrijven zijn er diverse overlegstructuren met boeren, technici en onderzoekers gecreëerd.

Voldoende onderzoeksmiddelen nodig

Op deze conferentie hebben we niet alleen kunnen vaststellen dat de Franse schapenhouderij in bepaalde regio’s flink te lijden heeft onder de aanwezigheid van de wolven, maar daarnaast beweegt er in positieve zin ook heel wat op onderzoeksvlak. De thema’s van de diverse onderzoeksprojecten zijn duidelijke wegwijzers naar wat de toekomst brengt: digitalisering met heel wat opvolgingsmogelijkheden, aandacht voor verduurzamen, voor dierenwelzijn en ook een zoektocht naar alternatieve methoden om in functie van maatschappelijke verwachtingen toch in het productieverloop/de productiecyclus te kunnen ingrijpen.

We hebben vooral geleerd dat de overheid in Frankrijk nog steeds bereid is om voldoende onderzoeksmiddelen uit te trekken om hun schapenhouderij te ondersteunen. Dit in tegenstelling tot de erg beperkte mogelijkheden hier te lande.

U kan de conferentie zelf beleven (in het Frans) via de filmpjes die u vindt via deze lijst met links op de website van Idele.

André Calus

Lees ook in Schapen

Hoe bereid je de aflamperiode goed voor ?

Schapen Op sommige bedrijven zijn de eerste lammeren al geboren, maar voor de meeste bedrijven vinden de geboorten plaats tussen half februari en april. De geboorteperiode is de meest delicate, maar ook de belangrijkste periode voor een schapenbedrijf. Het aantal lammeren is bepalend voor de rendabiliteit, maar het moeten wel levende en finaal verkoopbare lammeren zijn.
Meer artikelen bekijken