Diarree is het meest gekende symptoom bij wormbesmettingen. Daarnaast kunnen de schapen vermageren of groeiachterstand oplopen en kan de wolkwaliteit verminderen. Als het gaat om een besmetting met Haemonchus of de rode lebmaagworm, dan schuilt het gevaar vooral in de bloedarmoede die de schapen krijgen en blijft diarree achterwege.
Problemen voorkomen
Het is belangrijk om ernstige wormbesmettingen te voorkomen. Het behandelen van wormbesmettingen wordt immers alsmaar moeilijker door de toenemende resistentie tegen de meest courant gebruikte ontwormingsproducten. Bovendien trekt een door mest bevuilde achterhand vliegen aan, waardoor het risico op myasis toeneemt.
Problemen kunnen voorkomen worden door goed te monitoren gedurende het weideseizoen.
Mestonderzoek aangewezen
Het is aan te raden om regelmatig mestonderzoek te laten uitvoeren, zodat je de evolutie in de wormbesmetting kan volgen. Op die manier kan er behandeld worden vooraleer er grote problemen ontstaan én wordt er enkel behandeld wanneer het ook echt nodig is. Dit laatste is heel belangrijk om resistentievorming zoveel mogelijk tegen te gaan. Wanneer je als schapenhouder één (of meerdere) symptomen – zoals ondermaatse conditie, lammeren die onvoldoende groeien, diarree, bleek oogslijmvlies of vochtophopingen zichtbaar aan de onderkaak –opmerkt, dan is mestonderzoek zéker aan de orde. Spreek zeker ook je dierenarts aan. Hij kan je helpen om een plan uit te werken om de wormbesmettingen te monitoren.