Startpagina Economie

Klimaatverandering raakt Belgische landbouwproductie

De opwarming van de aarde berokkent de landbouw steeds meer schade. De jaarlijkse kosten van onder meer verzilting, erosie en overstromingen lopen tussen 2019 en 2050 op tot 606 miljoen euro. Dat blijkt uit een studie die is uitgevoerd in opdracht van de Nationale Klimaatcommissie. De aardappel- en maïsoogst kan een derde afnemen.

Leestijd : 3 min

Klimaatverandering raakt de landbouw nu al, schrijven de rapporteurs. Zo leidden de periodes van droogte en hitte in 2018 in het Vlaams Gewest tot een vermindering van het productievolume met 31% voor aardappelen, 13% voor suikerbieten en 10% voor granen, waarvoor claims ter waarde van 150 miljoen euro werden ingediend bij het Vlaams Rampenfonds. Dat fonds wordt overigens vervangen door een verzekeringssysteem.

Klimaatverandering zal naar verwachting een reeks (soms tegengestelde) effecten veroorzaken. Enerzijds kunnen gewassen profiteren van CO2-fertilisatie dankzij verhoogde atmosferische CO2 concentraties en zodoende hun productiviteit verhogen. Hogere gemiddelde temperaturen verlengen dan weer het potentiële groeiseizoen. Aan de andere kant zullen langdurige droogteperiodes, zonnebrand, overstromingen en hagelbuien schade veroorzaken.

Bovendien wordt verwacht dat aanhoudende hoge temperaturen en droogte de productiviteit van de veestapel zullen verminderen door negatieve effecten op de graslandopbrengst en de gezondheid van de dieren. In het algemeen geldt dat op Europese schaal vooral Zuid-Europa negatief beïnvloed wordt. In bepaalde scenario’s neemt de productie van niet-bewaterde gewassen als tarwe, maïs en suikerbieten in Zuid-Europa richting 2050 af met 50%. De waarde van landbouwgrond neemt in Zuid-Europa dan af met 80% in het jaar 2100. In dat scenario gaan boeren hun land eenvoudigweg opgeven.

Tegen 2050 zouden de gecombineerde effecten van klimaatverandering) en atmosferische CO2- concentratie op de gemiddelde gewasproductiviteit in ons land tot 10-20% winst kunnen opleveren in vergelijking met de periode 1981-2010. Voorwaarde is dan wel dat het CO2-fertilisatie effect ten volle kan spelen, wat afhangt van de beschikbaarheid van nutriënten.

Gewassen zoals maïs profiteren daarentegen veel minder van het verhoogde CO2-effect, aangezien dit gewas al met maximale efficiëntie functioneert bij de huidige concentratieniveaus. Tegelijkertijd zal in de toekomst ook de jaarlijkse variabiliteit van de opbrengst als gevolg van extreme weersomstandigheden en de daaraan verbonden risico's voor boeren toenemen.

Productie en inkomen dalen

Hoewel de gemiddelde productiviteit kan stijgen, zullen boeren jaren doormaken met moeilijke omstandigheden en daardoor hun productie en inkomen zien dalen. Tegen 2050, in jaren met ongunstige weersomstandigheden, zouden de oogstopbrengsten ver onder de recent (1981- 2010) waargenomen minimumniveaus kunnen dalen, waarbij een afname met 35% wordt genoemd voor aardappelen en maïs. Verder worden bij de productie van pluimvee, runderen en varkens productieverliezen tot 2-5% verwacht.

Uiteindelijk denken de onderzoekers dat de productiewaarde van de landbouw met 45 miljoen euro zal stijgen door – vooral – CO2-fertilisatie. Daarentegen leidt vooral landverlies (verzilting, erosie, overstromingen, …) en klimaat gerelateerde prijsverlagingen op de internationale markt tot een verlies van 606 miljoen euro.

Tegen het einde van de eeuw wordt verwacht dat de nadelige effecten van klimaatverandering de gunstige effecten van CO2-fertilisatie en een verlengd groeiseizoen zullen overschaduwen, wat een netto negatieve impact zal opleveren, zelfs als er geen rekening wordt gehouden met landverlies en/of prijswijzigingen.

Verwerking: frieten

De onderzoekers noemen enkele voorbeelden van hoe de verwerking geraakt wordt. Wat betreft frieten is het geweten dat 88% van de Belgen ze minstens één keer per week eet. België is ook de grootste uitvoerder van voorgekookte diepvries-aardappelproducten, met export naar meer dan 150 landen. De toenemende impact van droogte op de aardappelteelt is de grootste zorg voor de frietindustrie. De droogte-episode in 2018 veroorzaakte een aardappeltekort, met een prijsverhoging van 23% als gevolg. De industrie reageert nu door over te schakelen op aardappelsoorten die beter bestand zijn tegen hitte en waterstress.

Ook de verwerking en opslag van frietjes wordt beïnvloed door klimaatverandering. Voor de verwerking is veel water nodig, wat een probleem kan worden gezien de negatieve invloed van klimaatverandering op de watervoorraden. Stijgende temperaturen zullen ook de energiebehoefte voor koeling (opslag) verhogen. De rapporteurs noemen vergelijkbare problemen voor de productie van dat andere iconische Belgische product: bier.

Jan Cees Bron

Lees ook in Economie

Michael Gore: “Als het zo doorgaat, glijden we opnieuw af naar een crisis in de vleesveesector”

Vleesvee Het aantal runderslachtingen staat op een historisch laag niveau. We produceren vandaag de dag minder rundvlees dan in 1970 en als je het aan Michael Gore, afgevaardigd bestuurder van de nationale beroepsvereniging voor slachthuizen, uitsnijderijen en groothandels (Febev), vraagt is de bodem nog niet in zicht. “We kunnen deze neerwaartse trend alleen stoppen bij de basis: de boer, alsook de tussenschakels in de vleesproductieketen, moeten een eerlijke prijs ontvangen voor hun product. Dat is de impuls die we nodig hebben om de hele keten draaiende te houden.”
Meer artikelen bekijken