Startpagina Granen

Aveve brengt teeltnieuws in wintergranen

Vorige week ging onder een stralende zon het bezoek van de vakpers door aan het proefplatform ‘zaaigranen 2017’ van Aveve in het Vlaams-Brabantse Linter.

Leestijd : 4 min

Alvorens naar het proefveld te gaan lichtte Toon Kerkhofs, technisch verantwoordelijke, ons de visie van Aveve op zijn zaaigranen toe. Aveve heeft de wil om zaaigranen aan te bieden met het hoogste opbrengstpotentieel. Dit trachten ze te realiseren door de beste genetica te combineren met een innovatieve zaaizaadbehandeling en een ultramoderne productie van de zaaizaden.

Aveve heeft een goede relatie met toonaangevende Europese kweekbedrijven en biedt zo graanrassen van 18 verschillende kwekers aan.

Nieuwe rassen

KWS Talent

Het eerste wintertarweras waar Toon Kerkhofs bij stilstond, was KWS Talent, dat voortkomt uit het Duitse veredelingsprogramma van KWS. Julius is een variëteit die mee in de kruising zit. Volgens Toon is de sterkte van het ras dat het goed scoort op het vlak van ziektegevoeligheid. Hiernaast liet KWS Talent in het droge jaar 2015 mooie, hoge opbrengstresultaten zien. 2016 was dan weer een ‘fusariumjaar’ en ook hier vielen er wederom goede opbrengstcijfers te noteren.

Op basis van voornoemde vaststellingen durft Toon te stellen dat KWS Talent een groot ras kan worden in de toekomst; de constante hoge opbrengsten zijn immers al een feit voor wat de twee voorbije jaren geldt. Ook met het hectolitergewicht zit het met cijfers van 79-81 goed. Qua rijpheid is KWS Talent een halflaat ras, zodat er eigenlijk een lange periode van korrelvulling is.

Porthus

Porthus was de tweede nieuwigheid op het proefveld van Aveve en komt van kweker Strube. Porthus is het broertje van Albert, een ras dat vorig jaar werd gelanceerd en van Faustus, een ras dat twee jaar geleden werd gelanceerd. “Het zijn drie gelijkaardige variëteiten die toch onderling kleine verschilpunten hebben”, geeft Toon Kerkhofs aan. Zo is Faustus iets vroeger dan Porthus.

Door de goede fusariumresistentie wordt Porthus geadviseerd na de teelt van (korrel)maïs. Naast het opbrengstpotentieel valt het hoge hectolitergewicht (80-82) van Porthus op. Het ras scoort prima naar gele roest en septoria, twee belangrijke ziektes in wintertarwe.

WPB Ebey

WPB Ebey was misschien wel de gezondste variëteit op het proefveld. “Op het vlak van ziekteresistentie scoort het ras over de ganse lijn goed”, geeft Toon Kerkhofs aan. “Hierom gaan we het ras volgend jaar eens in de biologische teelt monitoren”.

WPB Ebey heeft vandaag nog maar weinig zwakke punten laten zien. Als er één zaak opgevolgd moet worden dan is het de legervastheid. Dit hangt samen met de raseigenschap van zeer sterk te kunnen uitstoelen en veel aren per vierkante meter te vormen.

Recente introducties

Naast voornoemde nieuwe rassen die dit jaar gepresenteerd worden, stond Toon Kerkhofs nog even stil bij recentere introducties, rassen die ze dit jaar voor het eerst commercialiseerden.

Albert

Het broertje van de eerder besproken Porthus is Albert, van kweker Strube. Vorig jaar bewees Albert meteen zijn hoog opbrengstpotentieel. Ook op vlak van hectolitergewicht, scoort Albert duidelijk boven het gemiddelde. Hiernaast biedt Albert heel wat resistentie naar gele roest, septoria en aarfusarium.

Altamont

Een bebaarde tarwe die vorig jaar werd geïntroduceerd is Altamont. De baarden kunnen in een droog jaar een voordeel zijn richting extra stimulans voor fotosynthese. Bij regen blijft het vocht langer staan en kan dat een nadeel zijn richting fusarium. Bebaarde tarwe zou ook minder aantrekkelijk zijn voor vogels en everzwijnen.

Altamont wordt door Aveve gepositioneerd voor de vroege zaai. Daar waar de meeste tarwe gaat oprichten in het voorjaar onder invloed van de temperatuursom gaat Altamont dit doen onder invloed van de daglengte. Bij een warm najaar zal Altamont zo niet te weelderig ontwikkelen. Pas na de winter bij het toenemen van de daglengte, richt Altamont zich op. Waar de variëteit op vlak van oprichten halflaat is, is ze op vlak van rijpheid toch vroeg. Altamont wordt ook naar voor geschoven, niet alleen als vroege tarwe, maar ook wanneer tarwe na tarwe verbouwd wordt.

KWS Dorset

Nog een introductie van vorig jaar is KWS Dorset. In de opbrengstgegevens van 2016 die we te zien kregen, stak KWS Dorset er met kop en schouders bovenuit. Dit valt toe te schrijven aan zijn fusariumresistentie en vorig jaar was immers een fusariumjaar.

Andere sterke punten van KWS Dorset zijn de resistentie tegen de oranje tarwestengelgalmug en de uitstekende tolerantie voor chloortoluron. Hiernaast wordt het ras nog aanbevolen voor tarwe na tarwe, tarwe na maïs en bezit het resistentie voor de oogvlekkenziekte. KWS Dorset is een ras dat in moeilijke omstandigheden het verschil kan maken wanneer de ziektebehandeling mee goed wordt opgevolgd.

KWS Smart was een ras waar Toon nog even bij stilstond. Opmerkelijk is de brede uitstoeling van deze variëteit, een eigenschap waar het zijn goede stro-opbrengst aan dankt. KWS Smart heeft een resistentie tegen Fusarium, de oranje tarwestengelgalmug en is chloortolurontolerant. Andere variëteiten op het proefveld waren o.a. de gekende rassen Henrik, Edgar en Sahara. Dit laatste is een ras dat al even meeloopt in de praktijk. De betrouwbaarheid van het ras richting opbrengst zorgt ervoor dat het lang meegaat in de markt.

T.D.

Lees ook in Granen

Eerste ziektewaarnemingen in graanvelden gedaan

Granen Het Landbouwcentrum Granen Vlaanderen (LCG) deed afgelopen week zijn eerste waarnemingen richting ziekteaantasting van het graangewas. Hiernaast zien ze een spreiding in het ontwikkelingsstadia van de wintertarwe.
Meer artikelen bekijken