Kunstmest strooien: wat is nu echt belangrijk?

Een fractiemeter gaat de spreiding van de korrelgrootte na. Het is belangrijk om zoveel mogelijk korrels te hebben met dezelfde afmeting.
Een fractiemeter gaat de spreiding van de korrelgrootte na. Het is belangrijk om zoveel mogelijk korrels te hebben met dezelfde afmeting. - Foto: B3W

Tijdens een thematisch uitwisselingsmoment van B3W over kunstmest stonden de begeleiders en landbouwers stil bij de aandachtspunten voor het gebruik van kunstmest en gaf Bert Keppens van het landbouwbedrijf de Schavert uitleg over hoe hij daarmee omgaat.

De Schavert in Bocholt is een melkveebedrijf dat bestaat uit 180 melkkoeien en 120 stuks jongvee. Zelf bewerkt het bedrijf 65 ha landbouwgrond waaronder percelen met maïs en gras. Recent heeft het landbouwbedrijf een nieuwe kunstmeststrooier aangekocht met als extra opties sectiestrooien en kantstrooien.

Kwaliteitscontrole meststoffen

Veel landbouwers gaan er automatisch van uit dat de verkoper van de kunstmeststoffen de juiste kwaliteiten van kunstmest levert, wat op zich niet onlogisch is. Ook bij landbouwer Bert Keppens was dit het geval. De kwaliteit van de kunstmest zal zeker niet verkeerd zitten, maar toch moeten we er rekening mee houden dat we de dag van vandaag graag alles in zo min mogelijk werkgangen toedienen. Daardoor werken we vaker samen met eigen samengestelde blends van meststoffen. Daar is zeker niets verkeerd aan.

Landbouwers zelf kunnen met eenvoudige technieken ook de kwaliteit van de meststoffen controleren. Hiervoor hebben ze een fractiemeter en een hardheidsmeter nodig.

Een fractiemeter gaat de spreiding van de korrelgrootte na. Het is belangrijk om zoveel mogelijk korrels te hebben met dezelfde afmeting. De fractiesamenstelling is afhankelijk per meststof en deze kan je steeds terugvinden in de strooitabel.

Een hardheidsmeter meet dan weer de hardheid van de kunstmestkorrel. Een kunstmestkorrel zou een druk van 6 kg moeten aankunnen. Indien de kunstmestkorrel te vroeg breekt, wijzigt de vorm, waardoor het strooibeeld ook wijzigt.

Afstelling kunstmeststrooier

Bert heeft voor de kunstmeststrooier (een Amazone ZA-V 1700) gekozen omdat de bediening gemakkelijk is en omdat zijn vorige kunstmeststrooier aan vervanging toe was. Deze kunstmeststrooier heeft een elektronisch meet- en regelsysteem. Het grootste verschil met zijn vorige kunstmeststrooier is dat hier ook een weeginstallatie op zit: de kunstmeststrooier past zich automatisch aan aan de doseerhoeveelheid. Ook het kantstrooisysteem is bij deze kunstmeststrooier eenvoudiger.

De afstelling voert Bert als volgt uit: hij zorgt dat de kunstmeststrooier waterpas hangt en voldoende van de grond, en dan gaat hij de kunstmeststrooier afstellen. Dit doet hij op basis van het soort kunstmest dat hij zal gebruiken. Dat kan hij ingeven in een app en op basis van de informatie die de app geeft, past hij de strooischijven aan. De kunstmeststrooier is rijsnelheidafhankelijk, zodat de dosering gelijk blijft.

De afstelling van een kunstmeststrooier is belangrijk. Een overdosering van kunstmest wil niet noodzakelijk zeggen dat de opbrengst hoger wordt. Er kan zo legering voorkomen bij granen en een hogere ziektedruk van de gewassen aanwezig zijn. Ook kan er het onnodige risico op een hoog nitraatresidu verhoogd worden. Een onderdosering kan dan weer leiden tot een lagere opbrengst, onregelmatige opkomst en variërende afrijping.

Aandachtspunten bij gebruik kunstmeststrooier

Loop de kunstmeststrooier op een aantal punten na om verrassingen tijdens of na het strooien te voorkomen. De volgende punten verdienen zeker de aandacht:

• Strooischijven zijn onderhevig aan slijtage. De schoepen dienen glad te zijn.

• Controleer ook of de doseerschijven goed afgesteld zijn. Deze kunnen handmatig, hydraulisch of elektrisch bediend zijn.

De juiste montage achter de trekker geeft een nauwkeuriger resultaat. De aandachtspunten voor de aanbouw zijn:

• De bandenspanning: de druk in de achterbanden van de trekker moet gelijk zijn.

• De stabilisatiestangen: deze moeten zo zijn afgesteld dat de strooier ongeveer 1,5 cm van links naar rechts kan bewegen.

• De kunstmeststrooier: deze moet waterpas hangen. Je kan deze waterpas stellen door het verstellen van de trekstangen van de hefinrichting .

• Het aftakastoerental: 540 Eco geniet de voorkeur.

Ook de hoogte van de kunstmeststrooier is van belang. Deze wordt gemeten vanaf het gewas in plaats van vanaf de bodem. De juiste hoogte wordt beschreven in de strooitabel of in de handleiding van de strooier. Bij de kunstmeststrooier van Bert Keppens kan hij alle instellingen die hij moet doen op zijn kunstmeststrooier zien via een app van de fabrikant.

Kantstrooien, wat is dat?

Nog een extra systeem dat de kunstmeststrooier van Bert heeft, is een kantstrooier. Bert heeft gekozen voor deze strooier, omdat hij bij zijn vorige strooier– een pendelstrooier– de ervaring had dat hij zo goed mogelijk zijn best deed, maar niet perfect kon bemesten langs de perceelsranden. Nu kan hij langs de perceelsrand rijden en is hij er zeker van dat er geen kunstmest in de waterloop of op het perceel van de buurman terecht- komt. Ook heeft hij gekozen voor dit systeem, omdat er VLIF-steun op te verkrijgen is.

Er zijn 2 manieren van kantstrooien: het ‘kant-af strooien’ en het ‘kant-toe strooien’ (zie figuren). Bij het ‘kant-af strooien’ wordt het perceel vanaf de perceelsrand gestrooid. Deze methode wordt geadviseerd in de basisbemesting, omdat er een beter strooibeeld gerealiseerd kan worden. Bij deze techniek rijdt de kunstmeststrooier kort langs de perceelsrand, en kunnen de laatste meters voor de perceelsrand zorgvuldig bemest worden. Doorgaans gebeurt deze techniek met behulp van een ketsplaat.

Bij het ‘kant-toe strooien’ wordt vanuit het perceel in de richting van de kant gestrooid. Deze methode wordt vaak in de bijbemesting toegepast, omdat er zo in de spuitsporen kan gereden worden. Dan rijdt de kunstmeststrooier op de halve werkbreedte van de perceelsrand. Dit systeem werkt in het algemeen minder goed dan ‘kant-af strooien’: aan de perceelsranden kan er niet voldoende bemest worden, zo krijgen de laatste meters doorgaans te weinig meststoffen.

Bij beide systemen moet er wel steeds rekening gehouden worden met de bemestingsvrije stroken.

Controle

Na het instellen van de kunstmeststrooier is het nog steeds niet zeker of hij wel goed strooit. Een strooiertest kan hier uitsluitsel over geven. Via het meegeleverde tabellenboek van de meststoffenstrooier kan je afleiden op welke stand de doseeropening moet staan voor de gewenste strooibreedte, rijsnelheid en dosering.

De strooier strooit op het veld sterk zijwaarts, maar ook eventueel naar achteren. Het sluiten en openen van de doseerschuif is hier van belang. Vaak worden de doseerschijven te vroeg of te laat opengezet op de kop akkers. Het strooibeeld is een combinatie van de strooier en de gebruikte meststoffen.

Meer weten?

Mocht je de webinar ‘Kunstmest: aandachtspunten toepassing’ van graag willen (her)bekijken, dan kan je deze op www.b3w.vlaanderen.be terugvinden. Voor meer informatie kan je steeds contact opnemen met lore.luys@b3w.vlaanderen.be of met marijke.gijbels@b3w.vlaanderen.be.

Lore Luys, B3W

Meest recent

Meest recent