Startpagina Akkerbouw

Grote opkomst op het demobedrijf Lemaire-Taelemans in Lennik

Niet minder dan 155 mensen tekenden 10 juni paraat voor de akkerbouwrondleiding van de overheid in Lennik. Onderzoekers van zowel het departement Landbouw en Visserij, als het Bieteninstituut (KBIVB) , het LCG, het PCA, de BDB en Inagro vertelden er over de recente resultaten in granen, aardappel en suikerbieten.

Leestijd : 7 min

Al 3 jaar worden de proeven van het departement Landbouw en Visserij aangelegd op het bedrijf Lemaire-Taelemans. Een tweede demobedrijf is gelegen in Bertem, bij landbouwer Willy Ronsmans. Na 2 jaar webinars te organiseren, kon nu eindelijk het event fysiek doorgaan. Op 10 juni konden heel wat geïnteresseerden rekenen op een boeiende uiteenzetting van de lopende proeven in Lennik.

Op zijn percelen werden rassenproeven in wintertarwe en –gerst aangelegd, alsook in aardappel. Er werd uitleg gegeven over het afgelopen seizoen inzake suikerbieten. Landbouwleven focust deze week op de rassenproeven aardappel en wintergerst, volgende week op wintertarwe.

Aardappel

Wat betreft aardappelen werden op 6 locaties proeven aangelegd met late frietrassen. “Dit doen we zodat er verschillende aspecten meegenomen kunnen worden, zoals neerslag en andere weersomstandigheden, de bodem…”, vertelt PCA/Inagro-onderzoeker Veerle De Blauwer. Elk ras moet 3 jaar in proef liggen, zodat ook de jaarinvloeden in rekening kunnen worden gebracht. De referentierassen zijn Fontane en Innovator. De aardappelen werden in Lennik gepoot op 14 april.

In aardappel worden alternatieven voor Innovator en Fontane  beproefd.
In aardappel worden alternatieven voor Innovator en Fontane beproefd. - Foto: MV

Alternatieven Fontane

Meer dan de helft van het aardappelareaal is voor Fontane. Dit geelvlezige ras is bestemd voor alle markten. In de proef liggen 7 rassen aan die een alternatief kunnen zijn voor Fontane.

Armedi is een nieuw ras in proef en zeer gevoelig aan metribuzin (actieve stof in herbiciden). Het is resistent aan een heel deel aardappelcystenaaltjes zowel Globodera rostochiensis als Globodera pallida . Cardyma zit tussen Fontane en Innovator in. Het ras ligt al 2 jaar in proef. De frietindustrie en de fastfoodketen appreciëren de lange knollen van dit ras. De opbrengst komt in de buurt van Innovator. Het vertoont bovendien een hoog onderwatergewicht, dat kan bij innovator in sommige jaren wel wat minder zijn.

Chenoa ligt ook al 2 jaar in proef, en is op alle vlakken een gemiddeld ras. Het geeft lange knollen en een mooie frietkleur. Edison gaf wisselende resultaten ten opzichte van Fontane in 2020 en 2021, en presteert dus naargelang het een nat of droog jaar is. Het onderwatergewicht was wat lager, maar het gaf wel uitstekende friet. Lugano heeft een brede resistentie tegen zowel Globodera rostochiensis als Globodera pallida . Dit ras maakt weinig maar zeer grove knollen per struik, vandaar de nauwe plantafstand in de rij, hier van 30 cm.

Lugano vertoont ook een lager onderwatergewicht.

Pallace geeft mooi sterk loof, en is laatrijp ras. Het groeit ook in september nog verder (cfr. Markies). Pallace kan goed tegen droogte en hitte met zeer mooie opbrengsten. Vorig jaar behaalde dit ras de hoogste opbrengst, met rondere knollen, mooie grove sortering en goed onderwatergewicht. Virginia is gevoelig voor metribuzin, geeft een mooie opbrengst en ook het onderwatergewicht is goed.

Alternatieven Innovator

Het andere referentieras Innovator, is witvlezig en iets vroeger rijp dan Fontane. De aardappelen zijn vooral bestemd voor de fastfoodketen. Op zandgrond is die moeilijker te telen omwille van zijn gevoeligheid voor interne bruinverkleuring. Als alternatief werden 3 rassen aangelegd.

Eén van die rassen is Etana. Dat ras is iets achter in loofgroei, en net zoals Innovator niet geschikt voor lichte zandgronden. Verder is het gevoelig voor interne gebreken. Toch geeft Etana een mooie opbrengst, maar met een laag knolaantal. Kelly is een Frans ras. Het heeft niet de ruime resistentie in aaltjes. De opbrengst is wisselvallig: het ene jaar doet het wat beter dan de andere. De sortering is ook wat fijner. Het ras is ten slotte heel sterk voor phytophthora in het loof, en kan daarom worden ingezet als bio. Shepherd lag vorig jaar al in proef, maar viel tegen qua opbrengst. Er is wel sprake van een dubbele nematodenresistentie.

Wintergerst

In wintergerst liggen er in Lennik 26 rassen aan. Het gaat om 10 hybride rassen, 10 tolerante en 6 gewone rassen. Vorig jaar stond geen enkel hybride ras in de top 6, terwijl dat in het droge jaar ervoor wel het geval was. De zaai gebeurde op 10 oktober. “De meeste gerst wordt tussen 1 en 15 oktober gezaaid”, vertelt Alain Vandaele van Inagro. Men koos voor rassen na maïs voor lichtere grond. “In maart was de stand nog onregelmatig en klein, en dat bleef zo lang aanhouden. De oorzaak is nog niet helemaal duidelijk”, geeft hij nog mee.

De wintergerst is tweemaal verkort. Dat was ook nodig. Het brengt comfort naar de oogst toe: bij legering is het moeilijk te drogen, te rijpen... Toch moet de overweging gemaakt worden. “Mensen die stro nodig hebben, gaan die tweede verkorting niet toepassen.”

Daarnaast werd in de proef tweemaal bemest, een derde fractie was een bladbemesting. De bemestingsadviezen waren hoger dan andere jaren. “We moeten meer en meer in die richting gaan denken. Soms worden bovendien wat zwavel en sporenelementen toegediend, en met goed resultaat! Mensen zijn er meestal tevreden over”, aldus Vandaele. Biologische bemesting in gerst is een beetje moeilijker, maar dat is vaak in tweede fractie. “De wielsporen zijn nog zichtbaar, maar ook dit kan men het best in overweging nemen, aangezien de prijzen van de meststoffen zo hoog zijn.”

Gezonde gerstrassen

Tussen de rassen was er weinig verschil te bemerken. Ze waren allemaal vrij gezond. Er werden 2 bespuitingen toegepast. “Soms doe je dat uit voorzorg, want je weet niet of het nodig zal zijn. Dit jaar was er minder ziekte aan de kust dan in het binnenland, dat verschilt doorheen de jaren”, klinkt het. Voor bladluis werd de schadedrempel niet bereikt, er was wel sprake van een beetje dwergroest en naar het einde toe van ramularia.

Rassen die Vandaele in de kijker wil zetten, zijn LG Zeta, Tektoo, Joyau, Jetto en Fascination. LG Zeta is een zeer vroegrijp ras, tolerant tegen dwergvergelingsvirus en had vorig jaar een goed startjaar. Tektoo heeft zich al 4 jaar bewezen qua opbrengst en heeft een gemiddelde tot goede ziekteweerstand. Het is een hybride. Joyau is tolerant tegen dwergvergelingsvirus en heeft al 2 jaar bewezen met een goede opbrengst en ziekteweerstand. Jetto is een hybride die al 4 jaar uitstekend scoorde, zelfs in het natte jaar 2021 waarin de meeste hybriden maar gemiddelde resultaten behaalden. Fascination is een nieuw ras dat opviel vanwege de goede ziekteweerstand en de goede plantbezetting in wat moeilijker omstandigheden. Verder is het tolerant tegen het dwergvergelingsvirus.

Wintertarwe

In wintertarwe werden dit seizoen 8 proeven aangelegd, waarvan 6 in het binnenland en 2 aan de kustpolder. Op elke locatie – ook in Lennik – werd gekozen om 29 dezelfde rassen aan te leggen. Bij die rassen waren er 9 nieuwkomers, waarvan 1 hybride. In totaal lagen er 5 hybriden in proef. Inagro-onderzoeker Bram Vervisch gaf uitleg over de veldomstandigheden: «In Lennik was de voorteelt aardappelen. De zaai gebeurde op 16 oktober. Dat is aan de vroege kant, maar dat betekent ook een betere uitstoeling en een diepere beworteling voor de winter. Vroeger zaaien betekent ook meer aren per plant. We streven naar ongeveer 600 aren/m² om een goede opbrengst te verkrijgen. Een risico van vroeg zaaien is dat het graan te groot de winter in kan gaan, waardoor de graanplant gevoeliger is aan vorst. »

In wintertarwe werden 29 rassen beproefd. Bij die rassen waren er 9 nieuwkomers, waarvan 1 hybride.
In wintertarwe werden 29 rassen beproefd. Bij die rassen waren er 9 nieuwkomers, waarvan 1 hybride. - Foto: MV

Van de 29 rassen zijn er verschillende die het vermelden waard zijn in de proef. Zo scoort SU Ecusson (Aveve Zaden) zeer goed naar ziektetolerantie, en vertoonde vorig jaar ook een goede opbrengst, zowel aan de kust als in het binnenland. KWS Extase (Jorion/Philip Seeds) steeds ook zeer goed op ziektetolerantie. Dat geldt ook voor Chevignon (SCAM), dat dit combineert met een mooie opbrengst.

Van de nieuwe rassen zien Champion (Rigaux S.A.), Positiv (SCAM), Geluck (Jorion/Philip Seeds) Crossway (Aveve Zaden) en SY Admiration (Syngenta Seeds) er veelbelovend uit qua tolerantie naar gele roest. Voor opbrengstcijfers is het afwachten tot na de oogst.

Opmerkelijk is dat Providence (PhytoSystem) de enige gebaarde tarwe was dit seizoen in proef. Onder de hybrides benoemt Vervisch het ras Hyacinth (Limagrain Belgium) als een ras met goede uitstoeling.

Doordachte bemesting

Dit seizoen is er veel dierlijke mest uitgereden, door de hoge kunstmestprijzen. Alternatieven zijn middelen met N-leverende bacteriën, maar ook bladvoeding wordt plots nteressanter. Voorgaande jaren was die iets duurder in vergelijking met korrel. Vervisch: «Dierlijke mest is wel trager in werkzaamheid, hiermee moet men rekening houden bij het toepassen. Kies bij voorkeur zeugendrijfmest, die werkt iets sneller dan runderdrijfmest. Daarnaast kan runderdrijfmest kan voor korstvorming zorgen, als het aan te grote hoeveelheid wordt toegediend. Pas dit dus bij voorkeur niet toe aan een te hoge dosering, zodat de geulen niet overlopen. Ook toedienen als er neerslag wordt voorspeld kan de oplossing verbeteren.»

Zijn advies is om dierlijke mest zo vroeg mogelijk toe te passen in het voorjaar, zodat de plant snel de groei kan hervatten na de winter. «Rij enkel drijfmest uit bij voldoende draagkracht van het perceel om insporing en structuurschade te vermijden. Dit heeft immers impact op het opbrengstpotentieel», klinkt het. Hij geeft aan dat men eventueel kan starten met een (kleine) eerste fractie met kunstmest, om dan begin maart de dierlijke mest toe te passen. Aanvullen kan met minerale meststoffen. Uit proeven van LCG, uitgevoerd door partner BDB in 2014 bleek dat zowel visueel tijdens de teelt als cijfermatig bij de oogst er geen verschil was tussen een minerale bemesting of objecten met een dierlijke bemesting in combinatie met minerale bemesting. Om minder druk op het perceel te zetten is werken met sleepslangen aangeraden.

Naar verwachting zullen de kunstmestprijzen niet dalen. Daarom hebben verschillende LCG-partners bemestingsproeven aangelegd met dierlijke mest en N-leverende middelen. «De cijfers hiervan zullen besproken worden in de najaarsvergaderingen van LCG.»

Marlies Vleugels

Lees ook in Akkerbouw

Insecten, duiven en bemesting opvolgen

Granen Medewerkers van het Praktijkpunt Landbouw Vlaams-Brabant zijn opnieuw begonnen met koolzaadpercelen op te volgen en geven hierbij hun eerste adviezen mee. Het LCG volgde dan weer de bladluisdruk in granen op.
Meer artikelen bekijken