Startpagina Economie

Politiek loopt nog niet warm voor Grondenbank

Onlangs presenteerde Fedagrim haar plannen voor een gezonde grondmarkt. De organisatie van toeleveranciers van landbouwmachines, gebouwen en uitrustingen voor de landbouw, pleit voor een ‘Grondenbank’. In een politiek debat in Wemmel toonde N-VA zich alvast tegenstander, terwijl CD&V twijfelt aan de haalbaarheid. Groen is voor, maar wil ook een geregulariseerd aantal stallen of dieren.

Leestijd : 3 min

Fedagrim verstaat onder een ‘Grondenbank’ een publiek-private vereniging voor landbouw, koop en verkoop van landbouwland onder de directe controle van de bevoegde ministeries van Landbouw en Financiën. De instrumenten van de Grondenbank zijn enerzijds een ‘Observatorium van transacties van landbouwgronden’ en anderzijds de aankoop van landbouwgronden en -goederen via een ‘bemiddelende rol’ of via een ‘recht van voorkoop’.

Daarbij wijst Fedagrim naar het Franse SAFER-systeem. Elke Rogge van het ILVO nam het SAFER-systeem onder de loep en presenteerde de uitkomsten tijdens een bijeenkomst van Fedagrim in Wemmel. Ze ziet sterktes en zwaktes aan het systeem. De prijzen zijn relatief laag gebleven in Frankrijk, al is moeilijk vast te stellen hoe het prijsverloop zonder het systeem was geweest. steunt jonge landbouwers en familiale bedrijven: het aantal megabedrijven zijn beperkt. Pacht en verkoop zijn volledig geïntegreerd.

Het systeem heeft ook een serie nadelen. Zo is bijvoorbeeld voor ingrijpen altijd een derde partij nodig. Het systeem kan ook alleen tussenkomen wanneer 100% van de aandelen van een bedrijf worden verkocht. Bij een lager percentage kan SAFER niet tussenkomen, waardoor de impact op de aandelenmarkt beperkt is. Daarnaast is het systeem administratief complex. Een ander probleem is dat in Frankrijk liefst 77% van de landbouwgrond wordt gepacht. Ook België kent een hoog percentage pacht (70%).

Ten slotte wordt in Frankrijk gezegd dat de SAFER-commissies niet transparant en eerlijk zijn. Het is niet bewezen, benadrukt Rogge, maar er gaan verhalen dat commissies zelf speculeren met grond.

CD&V

Vlaams volksvertegenwoordiger Bart Dochy (CD&V) onderschrijft de doelstelling van Fedagrim. “Het is belangrijk dat landbouwgrond voor landbouwers beschikbaar blijft.” Daarbij wijst hij ook op het streven van de regering dat 750.000 hectare Vlaamse grond voor de beroepslandbouw behouden blijft. Hiervan is overigens momenteel maar 620.000 hectare daadwerkelijk bij landbouwers in gebruik. Hij committeert zich niet direct aan een Grondenbank.

“De vrije markt verander je niet zomaar. Ik denk dat we meer moeten inzetten op pacht en ingrijpen in en door de branche. De belangrijkste voorwaarde voor een gezonde grondmarkt, is een correcte prijs voor de landbouwer. Om tot zo’n prijs te komen moet binnen de branche meer worden samengewerkt. De handel en verwerking moeten hun verantwoordelijkheid richting landbouwers durven oppakken.” Dochy zegt niet tegen een Grondenbank te zijn. “Maar alles hangt af van de uitwerking.” Daar voegt Dochy aan toe dat de fraudegevoeligheid toch een ernstig punt is.

N-VA

Sofie Joos van N-VA, eveneens Vlaams volksvertegenwoordiger, is alvast tegen een Grondenbank. De partij kiest economisch een liberale koers, benadrukt ze. Een liberale koers die de Vlaamse landbouw ook competitief heeft gemaakt, met een grote en lucratieve export tot gevolg. “Wij zijn wel voor een hervorming van de pacht, ja. Maar wat betreft het ingrijpen op de grondenmarkt zelf… je weet waar je aan begint maar je weet niet waar je eindigt. De vrije markt is wel wat waard en kun je niet zomaar overboord gooien.”

Joos gelooft wel in een observatorium. “Zo kom je tot een goede analyse, want nu zijn goede cijfers over grondprijzen- en transacties nog schaars. Op de gegevens van een observatorium kun je dan beleid op baseren, maar niet in de zin van een geregulariseerde grondenmarkt.”

Groen

Collega Bart Caron van Groen heeft minder moeite de vrije markt aan banden te leggen. Hij zei een warm pleidooi te willen houden voor een Grondenbank. De landbouw is nu eenmaal geen gewone economische sector, aldus Caron, zoals de automobielindustrie of een cementfabriek. “Als we echt een vrije markt hebben, dan eten we straks alleen nog maar kippenvlees van Roemeense kippen”, aldus Caron.

De Groen-politicus verwijst naar het rommelige Vlaamse platteland. Caron pleit voor veel meer overheidsingrijpen ten behoeve van landbouw en natuur, twee functies die volgens hem vaak goed samen gaan. Tegelijk pleit Caron voor beperking van het aantal stallen dieren. “Het gaat erom te komen tot een eerlijke verloning en voor produceren in balans met de omgeving.”

De huidige situatie is volgens Caron onhoudbaar. “100.000 euro ga je al snel betalen in West-Vlaanderen. Dat ga je niet zomaar terugverdienen als jonge boer. Ik pleit voor een ingreep op de markt, net om de markt sterker te maken.”

Lees ook in Economie

Michael Gore: “Als het zo doorgaat, glijden we opnieuw af naar een crisis in de vleesveesector”

Vleesvee Het aantal runderslachtingen staat op een historisch laag niveau. We produceren vandaag de dag minder rundvlees dan in 1970 en als je het aan Michael Gore, afgevaardigd bestuurder van de nationale beroepsvereniging voor slachthuizen, uitsnijderijen en groothandels (Febev), vraagt is de bodem nog niet in zicht. “We kunnen deze neerwaartse trend alleen stoppen bij de basis: de boer, alsook de tussenschakels in de vleesproductieketen, moeten een eerlijke prijs ontvangen voor hun product. Dat is de impuls die we nodig hebben om de hele keten draaiende te houden.”
Meer artikelen bekijken