Startpagina Economie

De Bouvrie kiest voor korte keten kleine herkauwers

In het kader van het demo-project ‘Vooruit met de geit , het schaap en het hert – Marktkansen voor vlees van kleine herkauwers’ zijn bezoeken voor hertenhouders en schapenhouders georganiseerd bij edelhertenfokkerij De Bouvrie te Bossuit, uitgebaat door Marc Bossuyt en Anja Danneels.

Leestijd : 4 min

H et bedrijf De Bouvrie kweekt herten, vleesvee en schapen. Er zijn eveneens een hoeveslagerij en een hoevewinkel aan het bedrijf gekoppeld en alle dieren die op het bedrijf geboren worden, worden via de korte keten rechtstreeks bij de consument afgezet. Het bedrijf De Bouvrie is gevestigd in een oude vierkantshoeve met wal en toren. De voorgeschiedenis van het bedrijf gaat vele eeuwen terug. Marc en Anja zijn de vierde generatie ‘Bossuyts’ die het bedrijf runnen.

In meer dan één opzicht is het bedrijf een ‘Grenshoeve’. Het bedrijf ligt in de leemstreek, teelt 60 ha, en naast de weilanden voor de veehouderij, worden ook akkerbouwgewassen (aardappelen, tarwe, graszaad, maïs en suikerbieten) en groenten (bonen, wortelen, spinazie) voor de diepvriesindustrie geteeld.

DSCN8985

Herten

De herten op De Bouvrie zijn edelherten. 20 jaar geleden werd gestart met een 15-tal moederdieren. Geleidelijk is het bedrijf uitgebouwd tot 100 moeders en een totaal van driehonderd dieren nu. De hinden werpen meestal tussen 15 mei en 15 juni, na een drachtduur van acht maanden. De pasgeboren kalveren verstoppen zich de eerste levensdagen, een reactie van zelfbehoud die overbleef uit het leven in het wild. Daarom is het belangrijk dat er in de weide plaatsen zijn met wat hogere begroeiing zoals bv. brandnetels.

Er zijn zelden geboorteproblemen. De kalveren worden gespeend rond half september. Bij het spenen worden ze ontwormd en worden de sanitelnummers geplaatst. In de winter zitten mannelijke en vrouwelijke kalveren samen op stal.

De hertkalveren worden na een volgend weideseizoen, waarin ze in gescheiden (mannelijk/vrouwelijk) groepen grazen, vanaf anderhalf jarige leeftijd geslacht. Eerst zijn de bokjes slachtrijp. Het slachtrendement bedraagt 55 à 60 % en de karkassen wegen 70 à 75 kg. Om tot hogere eindgewichten te komen, wordt het Wapiti-ras ingekruist.

Het slachten wordt geconcentreerd in de periode oktober- januari. Dan is de vraag het grootst en zo kan ook het werk geconcentreerd worden. Bij de bokken worden takken in de weiden gelegd, zodat ze hun gewei kunnen vegen. Het krachtvoeder wordt door het bedrijf zelf samengesteld en herten hebben nood aan koper, daarom wordt kopersulfaat op de weide toegediend.

DSCN8998

R underen en schapen

Op het bedrijf worden naast herten ook vleesrunderen gehouden. Het zijn koeien van het Blonde D’Aquitaine- ras. Ze kalven alleen en vragen relatief weinig werk. De vrouwelijke dieren worden na drie kalvingen geslacht op een leeftijd van vijf à zes jaar. Ze geven een slachtrendement van 65%. De stiertjes worden op acht maanden geslacht als kalf ofwel gecastreerd. De ossen leveren op een leeftijd van 3,5 jaar veel goed en smakelijk vlees.

Naast herten en runderen wordt op het bedrijf ook een beperkte kudde schapen gehouden (swiftertype). Net zoals de herten en de runderen worden de lammeren in de hoeveslagerij versneden en rechtstreeks aan de consument afgezet. Het lamsvlees wordt onder het Pastorale-label verkocht.

Stalinrichting

De Bouvrie beschikt voor herten en rundvee over vrij recente en goed ingerichte stallen. Een hert is een schichtig dier en de dieren moeten met kennis van zaken behandeld worden. Dit stelt echter ook specifieke eisen aan de stalinrichting (indeling, hoogte afscheidingen, hekkens). Het voederen van zowel ruwvoeder (voordroog) als krachtvoeder gebeurt vanuit de voedergang. Het verplaatsen van groepen (of reinigen van de stal) kan gebeuren via een poortsysteem aan de achterkant van de boxen. Voor de behandeling van de dieren (ontwormen, zagen van het gewei) is er specifieke apparatuur (V-vormige hydraulische hertendwang) voorhanden die de dieren van de grond tilt.

Er is ook een aangepaste inrichting om dieren vlot te kunnen afvoeren naar het slachthuis.

DSCN9010

Het slachtproces

Uit diverse gesprekken en contacten in het kader van korte keten-afzet zowel voor lammeren als voor herten komt steevast als belangrijke zorg naar voor dat slechts een beperkt aantal slachthuizen bereid zijn om lammeren of herten te slachten. Zeker voor herten stelt dit probleem zich scherp in Vlaanderen, mede gezien het behandelen en verplaatsen ervan niet zonder risico’s is. Er is trouwens onder impuls van ABEC, de Belgische Beroepsvereniging van hertenhouders, een specifieke regeling voor verdoving en slachten van herten uitgewerkt. Ofwel wordt het dier na ante mortem keuring thuis verdoofd en gekeeld om dan binnen een beperkte tijd in een slachthuis gevild en verder verwerkt te worden. Ofwel worden de dieren levend tot aan het slachthuis gebracht om daar verdoofd en geslacht te worden.

Marc brengt zijn herten zelf levend naar het slachthuis van Stasegem (Harelbeke), waar ze geslacht worden.

Hoeveslagerij- en winkel

Een vleugel van de vierkantshoeve is heringericht tot hoeveslagerij en tot hoevewinkel. Marc heeft de opleiding tot slager gevolgd en versnijdt en verwerkt ondersteund door Anja alle eigen gekweekte herten, runderen en lammeren. De hoeveslagerij is ingericht met afwasbare isocab-panelen en bestaat uit drie delen nl. de frigo’s, de versnijdingsruimte en de zogenaamde ‘warme ruimte’. In de versnijdingsruimte bevinden zich de werktafels in inox, een mengelaar, gehaktmolen, vacuümmachine en uiteraard het nodige klein materiaal (messen, …)

In de warme ruimte, die nodig is als men zelf bereidingen wil maken, staat een steamer, een fornuis en een dampkap. De afwasplaats mag in de warme ruimte ingericht worden, niet in de versnijdingsruimte. De producten worden opgeslagen in de frigo’s, die de link vormen tussen versnijding en winkel. Installatie van frigo’s inclusief koelgroepen, kost al snel €7.000 à €8.000

De winkelruimte omvat een koeltoog en uiteraard een weegschaal en kassa. Wat de inrichting en uitrusting van een hoeveslagerij/hoevewinkel betreft, moet al snel rekening gehouden, worden met investering van €20.000 à €25.000, los van de kost van het gebouw zelf.

André Calus

Lees ook in Economie

Meer artikelen bekijken