Startpagina Economie

Ook in Nederland is landbouwinkomen gedaald

In Nederland is het gemiddelde bedrijfsinkomen 2018 uitgekomen op €42.000 per onbetaalde arbeidsjaareenheid. Dat is een daling van bijna €30.000 ten opzichte van topjaar 2017. De hardste klappen vallen op zeugenbedrijven. Melkveehouders zien hun inkomen meer dan halveren door een combinatie van hogere kosten van veevoer en lagere zuivelopbrengsten.

Leestijd : 3 min

Ontving het gemiddelde land- en tuinbouwbedrijf in 2017 voor het eerst een marktconforme beloning voor de inzet van eigen arbeid en eigen vermogen, in 2018 daalt de rentabiliteit naar €96 opbrengsten per €100 kosten. Dat meldt het landbouweconomisch instituut van Wageningen UR, die voor de becijfering heeft samengewerkt met het statistiekbureau CBS. 2017 was een topjaar maar ook als we naar de inkomensontwikkeling over meerdere jaren kijken, zien we een daling. In de periode 2013-2017 lag het gemiddelde inkomen per onbetaalde arbeidseenheid in Nederland op €51.000.

Een directe vergelijking met België is moeilijk omdat het inkomen op een andere wijze wordt berekend. Duidelijk is wel dat de Nederlandse akkerbouw minder harde klappen kreeg omdat meer is beregend. De Nederlandse rapporteurs melden grote inkomensverschillen rondom het gemiddelde, zowel tussen als binnen de verschillende bedrijfstypen. Belgische banken zien grote onderlinge verschillen ook in hun klantenportefeuille.

Na een historisch goed 2017 daalt het gemiddelde inkomen van melkveehouders met €34.000 tot €30.000. De oorzaak ligt vooral in extra betaalde kosten voor aangekocht veevoer van ruim €20.000 als gevolg van de droogte. Ook de zuivelopbrengsten dalen met 1,5%. Weliswaar stijgt de melkproductie per koe met 3%, echter hier staat een daling van de melkprijs (-5,5%) tegenover. Het inkomen van melkveebedrijven op de zandgronden daalt sterker door de droogte dan van bedrijven in het veenweidegebied en op de kleigronden.

De biologische melkprijs daalde in 2018 met 2% door een groter aanbod. Het inkomen van biologische melkveebedrijven daalt met €25.000 tot gemiddeld €20.000, dus onder dat van een gemiddeld gangbaar bedrijf. Het inkomen op melkgeitenbedrijven wordt bijna 50% lager geraamd op gemiddeld €40.000.

Varkenshouderij

Na twee goede jaren belandt de varkenshouderij in 2018 in het dal van de varkenscyclus. Het inkomen daalt met €167.000 euro tot €29.000 in het rood. Het inkomen komt zo op het laagste niveau sinds 2007. Oorzaken zijn de ongunstige prijsontwikkelingen van biggen (-30%), vleesvarkens (-12%) en voer (+6%) en gestegen mestafzetkosten. De prijs voor biggen ligt 30% lager dan in 2017. Het inkomen op zeugenbedrijven keldert hierdoor naar gemiddeld €86.000 negatief. Vleesvarkenshouders zien de prijzen dalen met 12%, door groter aanbod in de EU en moeizamere export naar China als gevolg van toenemende concurrentie vanuit de Verenigde Staten.

De lagere prijs voor biggen dempt de inkomensdaling van de vleesvarkenshouders. Het inkomen daalt met ongeveer €45.000 en wordt geraamd op €26.000.

Pluimveehouderij

De inkomens van leghennenhouders dalen in 2018 met gemiddeld €37.000 naar €93.000. Dit is vooral het gevolg van lagere eierprijzen in het tweede halfjaar door herstel van de productie, na de fipronilcrisis. Dit jaar zijn ook de kosten gestegen door hogere voerprijzen en een gemiddeld groter aantal leghennen per bedrijf. Het inkomen van vleeskuikenhouders stabiliseert in 2018 op €112.000. De kosten per bedrijf stijgen door duurder voer, hogere energieprijzen en mestafzetkosten. Dit wordt gecompenseerd door een prijsstijging van vleeskuikens met 4%.

Akkerbouw

Voor akkerbouwbedrijven wordt voor oogstjaar 2018 een gemiddeld inkomen geraamd van - net als in 2017 - bijna €40.000. Door de droge zomer is de productie per hectare van de meeste gewassen sterk gedaald, granen uitgezonderd. De lage productie zorgt voor hoge prijzen van uien (+110%) en consumptieaardappelen (+50%) op de vrije markt. De prijs van suikerbieten (-20%) blijft achter ten opzichte van vorig jaar door toename van de wereldvoorraad suiker.

De warme droge zomer zorgt voor grote regionale verschillen en verschillen tussen bedrijven. In het zuidwestelijk kleigebied kon er veelal niet beregend worden, als gevolg van zilt oppervlakte- en grondwater. Hier zal naar verwachting nauwelijks een gemiddeld positief inkomen worden gerealiseerd. In het noordelijk en centraal kleigebied zal het gemiddelde inkomen verbeteren ten opzichte van vorig jaar naar gemiddeld €80.000.

Als gevolg van de lage productie van zetmeelaardappelen en suikerbieten per ha in combinatie met een lage suikerprijs daalt het inkomen op de zetmeel-aardappelbedrijven in de Veenkoloniën met twee derde naar €20.000.

Groente en fruit

Op de vollegrondsgroentenbedrijven wordt een lichte inkomensdaling verwacht. De lagere opbrengsten door de droogte worden onvoldoende goed gemaakt door hogere prijzen. Fruittelers realiseren hoge kilogram-opbrengsten. Echter een groot aanbod in Europa zet de verwachte afzetprijzen onder druk, waardoor in deze sector een forse inkomensdalingverwacht wordt na het topjaar 2017.

Lees ook in Economie

Europese melkaanvoer komt moeilijk op gang in 2024

Economie De slechte weersverwachtingen doen momenteel niet veel goeds vermoeden voor de Europese melkproductie. Raf Beyers, adviseur bedrijfsontwikkeling en risk management bij United Experts, overliep op 17 april met ons zowel de financiële situatie in de wereld als de internationale zuivelmarkten.
Meer artikelen bekijken