Startpagina Economie

Beweiding: economisch voordeel ook bij grotere, geautomatiseerde bedrijven

Weidegang is in veel gevallen economisch voordelig, ook bij grotere en geautomatiseerde bedrijven. Dat blijkt uit onderzoek van Wageningen UR. Het economisch voordeel hangt af van de hoeveelheid gras die de koeien in de weide opnemen, benadrukt onderzoeker Agnes van den Pol, en is niet van toepassing op alle bedrijven.   “Voldoende huiskavel is essentieel.”

Leestijd : 4 min

De populariteit van beweiden is de afgelopen decennia afgenomen. De afgelopen paar jaar neemt de interesse in weidegang weer toe. In Nederland en Duitsland werden door de zuivelketen zelfs convenanten afgesloten om weidegang op peil te houden. Van den Pol ziet bij weidegang een aantal aspecten die voor de landbouwer voordelig zijn, zoals hoogkwalitatief voer, een verbeterd dierenwelzijn en betrekkelijk lage kost. Voor de consument heeft beweiding een esthetische waarde, maar speelt ook biodiversiteit en het vastleggen van koolstof een rol.

Wageningen UR deed de afgelopen jaren ook diverse onderzoeken naar de economische aspecten van weidegang. In één van de belangrijkste onderzoeken, is gerekend met productie-intensiteiten van 15.000 tot 30.000 kg melk per ha en een gemiddelde melkproductie van 8.500 kg melk per koe per jaar. De kosten van weidegang worden volgens het onderzoek vooral bepaald door lagere loonwerkkosten, meer aankoop van ruwvoer, minder aankoop van krachtvoer en minder mestafzetkosten.

Droge stof essentieel

Uit het onderzoek is af te leiden dat beweiding financieel aantrekkelijk blijft als de koe voldoende vers weidegras eet, dat wil zeggen minstens 500 – 700 kg droge stof per koe per weideseizoen. Bij erg lage vers grasopnames is weidegang niet voordelig. Elke hap gras, die de koe zelf in het land opeet, levert geld op. In de berekening van het economisch rendement van beweiding is niet gerekend met een weidepremie of andere toeslagen die buiten de bedrijfsvoering vallen. De meeste grote melkerijen, zoals ook Milcobel, bieden een weidegangpremie.

Bij de becijfering van de economische aspecten is gebruikgemaakt van de economische boekhouding van een groot aantal veehouders. De uitkomsten illustreren de daadwerkelijk gerealiseerde economische resultaten van melkveebedrijven in de praktijk in 2011. Dat is alweer even geleden, maar volgens Van den Pol bevestigt recenter onderzoek de bevindingen.

Beweiding verhoogt bedrijfsresultaat

Het onderzoek toont grote verschillen tussen bedrijven in de mate van efficiëntie en in het bruto bedrijfsresultaat. Gemiddeld genomen gaf beweiden een efficiëntere bedrijfsvoering en een hoger bruto bedrijfsresultaat. Deze positieve relatie nam echter af bij toenemende bedrijfsgrootte. Het omslagpunt lag in 2011 in de praktijk op een bedrijfsgrootte van 85 à 90 melkkoeien. Wanneer beweiding gecombineerd werd met automatisch melken, verdween een groot deel van het economisch voordeel van beweiding.

Een weidegangpremie van een halve cent per kg melk was in 2011 voldoende om het omslagpunt te verhogen naar een bedrijfsgrootte van ongeveer 130-140 koeien. Van den Pol relativeert deze uitkomst: “in het onderzoek was niet meegenomen hoe veel men beweidde. Als we hiervoor corrigeren, maakt de omvang niets of bijna niets uit. Wat wel uitmaakt, is of je voldoende huiskavel beschikbaar hebt.” Bovendien is de weidegangpremie van bijvoorbeeld FrieslandCampina vandaag 1,5 cent per kg melk.

In termen van arbeid is de boer met weidegang op jaarbasis geen extra uren kwijt, maar de piekbelasting wordt door elke landbouwer anders beleeft.

Verschil theorie en praktijk

Bij de begrotingen zoals die zijn opgesteld door de onderzoekers, zijn de economische voordelen van beweiding groter dan wat er in de praktijk gerealiseerd wordt. Om de oorzaken in beeld te krijgen, is samen met praktijkadviseurs gekeken naar de situatie in de praktijk en naar reële mogelijkheden om het rendement van weiden te verhogen. De praktijkberekeningen geven aan dat bedrijven met weidegang geld laten liggen doordat de bedrijfsvoering niet optimaal is afgestemd op beweiden en er daardoor (te) weinig gras als weidegras in de koeien gaat.

Veehouders kunnen met relatief eenvoudige maatregelen meer geld halen uit weidegang. Veel bedrijven voeren de koeien in het weideseizoen te veel bij. Koeien eten hierdoor minder vers gras in de wei.

Koeien te vroeg naar binnen

Ook laten veehouders geld liggen door de koeien te laat in het seizoen naar buiten te doen en weer te vroeg naar binnen te halen. Juist in het voorjaar is de samenstelling van het gras optimaal om maximaal krachtvoer te besparen. In het najaar kunnen koeien vaak nog extra gras binnenhalen dat met maaien blijft staan.

Door de huiskavel te reserveren voor weidegras, en maïs verder van huis te telen, of met een oversteekplaats percelen aan de andere kant van de weg te ontsluiten kan de verse grasopname mogelijk verder vergroot worden. Op veel bedrijven is het inkomen door optimalisatie van de beweiding met € 10.000 te verhogen.

De rekensom verschilt per bedrijf. In sommige situaties is grond eenvoudigweg niet beschikbaar, te duur of te versnipperd. Samenvattend blijkt uit de resultaten van het onderzoek dat de grasopname door weidende koeien een cruciale factor is voor een economisch succesvolle beweiding. Hoe hoger de drogestofopname vanuit weidegang, hoe groter het voordeel. Een andere belangrijke conclusie is dat voor optimaal financieel voordeel een beweidingsstrategie consequent doorgevoerd moet worden.

Om economisch voordeel van weiden te hebben, zal het graslandmanagement goed in orde moeten zijn en zal de hoeveelheid opgenomen vers gras voldoende moeten zijn.

Van kennis naar kunde

Als één van de hoofdoorzaken van de terugloop van weidegang wordt volgens Van den Pol door velen het afnemende kennisniveau over beweiding van veel veehouders en adviseurs gezien. Er is ook nieuwe kennis en innovatie nodig, omdat de autonome bedrijfsontwikkeling tot nieuwe, moderne melkveehouderijsystemen heeft geleid (met o.a. grotere koppels en meer automatisering). De verwachting is dat schaalvergroting verder doorzet en dat daarmee de kennis ‘van vroeger’ niet meer toereikend is voor moderne/excellente melkveehouderij. In dit onderzoek bleek bijvoorbeeld dat voor veel moderne systemen geen kengetallen (grasproductie, graskwaliteit, grasopname) gemeten zijn.

JCB

Lees ook in Economie

Meer artikelen bekijken