Startpagina Actueel

Vrouwen: onzichtbaar en onmisbaar op het boerenbedrijf

Vrouwen spelen op het boerenbedrijf talloze rollen. Ze vormen vaak alleen of met hun partner het krachtige motorblok van een landbouwbedrijf, en anders zijn ze wel de olie die alles soepel laat lopen. Het is wel zaak de mentale druk in de gaten te houden, en hoog tijd dat de overheid de juridische kaders aan de realiteit aanpast.

Leestijd : 6 min

“De stem van boerinnen is al te lang ongehoord gebleven”, schrijft journaliste Katrien Verstraete in het boek ‘Het erf van mijn moeder’, dat in het jaar 2002 het licht zag. “Hun bestaan, werk en wensen al te lang onderbelicht. De boerin werd beschouwd als huisvrouw die nu en dan een handje toestak op de akker of in de stal.” Volgens Verstraete is pas sinds de jaren 90 het beeld over vrouwelijke agrarische ondernemers aan het wijzigen.

Het boek gaat in op het leven van drie generaties Vlaamse boerinnen. Inmiddels zijn we een volle generatie verder en is veel veranderd. Was studeren voor vrouwen van het boerenerf lang uit den boze – er moest immers worden gemolken, gekarnd en geoogst – nu vliegen boerendochters massaal uit voor studies zowel spreekwoordelijk als letterlijk dichtbij of juist ver van het ouderlijk bedrijf.

“Vrouwen krijgen ook meer erkenning dan voorheen voor hun rol op het boerenerf,” zegt voorzitter Nik Van Gool van vrouwenbeweging KVLV. De KVLV kent een lange geschiedenis in de landbouw. De fundamenten van de KVLV werden gelegd door Paul De Vuyst die in 1906 een aantal leraressen van de landbouwhuishoudschool te Alveringen wist te overtuigen een landbouwkring op te richten.

“Of beter: de rollen die ze spelen”, gaat Van Gool verder. “Vrouwen nemen vaak het leeuwendeel van de zorg voor het huishouden op zich, de boekhouding, en het onderhouden van een sociaal netwerk.”

Het zijn taken die de vrouw op zich neemt nog naast het werken op het bedrijf of buiten de deur. Vrouwen zijn vaak ook verantwoordelijk voor innovatie op het platteland, als het brein achter een hoevewinkel, zorgboerderijconcept etc.

Mooie, moeilijke sector

Ze voelen direct of indirect de hoge druk waar landbouwbedrijven zich aan blootgesteld zien. Het is een somber gegeven: elk jaar stopt een paar procent van de boeren, meestal omdat ze het niet meer kunnen bolwerken of omdat niemand het bedrijf kan of wil opvolgen. De landbouw is voor velen een sector van hard werken en weinig verdienen. Mannen staan bij de betogingen vooraan, maar alleen omdat de vrouw het fort bewaakt.

De man voelt deze pijn ook, maar het is de vrouw die vaak de rekeningen bewaakt. Pijnlijk is de anekdote van consulente An Deneffe van het Landelijk Infopunt Vrouwen (Liv), dat in 2016 werd opgericht. Een vrouw had de rekening van de veearts vooruitgeschoven omdat er te weinig geld binnen kwam. “Toen durfde ze niet meer naar het schoolplein, want daar komt ook de veearts of diens vrouw de kinderen ophalen.”

Mentale druk

Geschrokken door zorgwekkende verhalen over mentale druk die vrouwen op het Franse platteland voelen, heeft KVLV aan landbouwinstituut ILVO gevraagd het welbevinden van vrouwen in de Vlaamse landbouw te onderzoeken. De cijfers moeten klaarheid scheppen; onderzoek naar vrouwen in de landbouw is nauwelijks gedaan. De cijfers kunnen KLVL ook helpen in de lobby richting de federale en Vlaamse politiek.

De mentale druk kan worden verminderd door bewustwording, aan meerdere kanten. De man kan zich er meer van bewust zijn en een groter deel van de inspanningen rondom het boerenwerk op zich nemen. De vrouw kan zichzelf ook beter verzorgen, denkt Deneffe. Ze vergelijkt de situatie met dat van een dompteur in het circus. Tussen het bedwingen van vijf leeuwen tegelijk moet gerust worden.

Een man, een levenswijze

“Maar vrouwen zijn vaak perfectionisten, die staan zichzelf dat niet of onvoldoende toe.” Deneffe geeft direct toe: veel vrouwen komen bij Liv binnen met een juridische vraag, maar eigenlijk gaat het veel meer over een emotionele of sociale kwestie. Vrouwen die trouwen met een boer, trouwen met een levenswijze. Het werken met levende planten en dieren, de macht van de elementen over je ritme, je inkomen, … niet zelden wordt eerst ingewoond bij de schoonfamilie, met alle risico’s op irritatie van dien.

Landbouwster Els Vanneste schreef vorig jaar een emotioneel relaas over de impact die de droogte had op het gezin. De zomer was heet en droog. De Schelde blinkt en elke Vlaamse vrouw flaneert in zonjapon maar anders dan in Jacques Brel’s beroemde werk juicht niet het hele land. Op het boerenerf was er irritatie, frustratie, uitputting.

De droogte was funest voor het werk maar betekende ook een streep door de vakantieplannen en de mogelijkheid onder de zomerzon even wat rustig aan te doen – tijd voor elkaar te maken. ’s Nachts beregenen kost geld maar betekent ook gebroken nachtrust, maar ook het uitpluizen van wat wel en niet mag van de overheid. Vanneste wees erop dat het in zo’n situatie moeilijk is de rol van vrouw, echtgenote en moeder goed op je te nemen.

Juridische kaders

Een meer geëmancipeerde man, een vrouw die wat vaker voor zichzelf kiest, het kan tellen. Maar net zo belangrijk of nog belangrijker is dat de essentiële rol die vrouwen spelen ook wordt vertaald in versterkte juridische kaders en een groter juridisch zelfbewustzijn bij de vrouw.

Een al jaren stabiele 10% van de bedrijfshoofden in België is vrouw. Vrouwen zijn daarmee ten opzichte van het aandeel vrouwen in de zelfstandige beroepsbevolking ondervertegenwoordigd. Bij een eenpersoonszaak is voor de statistieken enkel het bedrijfshoofd van tel. In de praktijk zijn alle vrouwen in meerdere of mindere mate betrokken bij het landbouwbedrijf.

Het is voor KVLV geen doel op zich dat evenveel mannen als vrouwen aan het hoofd staan van landbouwbedrijven. Wel moeten de beide partners wat hen betreft delen in bedrijfsopbrengsten en vermogenswinst en moet de vrouw een even goede juridische bescherming genieten als de man.

In een serie beleidsaanbevelingen die eerder werd opgesteld, wordt onder meer gevraagd om meer structurele participatie van vrouwen(-organisaties) aan beleidsadviserende organen en aandacht voor de specifieke positie en belangen van vrouwen. Juridisch zijn er tal van zaken. Enkele voorbeelden worden verder uitgewerkt in de infogids ‘Leven en Ondernemen’ die dit jaar is uitgegeven.

Bedrijfsleider

De partner van de landbouwer-bedrijfsleider (in eenmanszaken) wordt niet erkend als bedrijfsleider Op de meeste landbouwbedrijven is de bedrijfsleider een man, maar net zo vaak weet hij zich gesteund door zijn partner. Hulp die vaak onontbeerlijk is voor het goed functioneren van de onderneming.

Derden (overheid, dienstverleners) richten zich uitsluitend tot de bedrijfsleider, vaak de man. De partner wordt niet erkend als ‘mede’-bedrijfsleider. Het arbeidsinkomen verschijnt op de bankrekening van de bedrijfsleider, net zoals de Europese inkomenssteun.

Omdat het samenwerkingsverband tussen man en vrouw, de maatschap, geen rechtspersoonlijkheid heeft, stelt de fiscus dat de echtgenote geen recht heeft op een deel van het gezamenlijk verdiende inkomen. De vrouw heeft zo enkel recht op een toekenning als meewerkende echtgenote, wat ook een ondergeschikte positie suggereert.

Dat betekent ook dat de vrouw geen recht kan laten gelden op een deel van de landbouwpremies. Deze blijven immers afzonderlijk belast in hoofde van de man (die meestal de titularis is). Het inkomen van de zogenaamde grondgebonden landbouwbedrijven bestaat in tijden van crisis voor een groot deel uit landbouwpremies.

Omdat het inkomen niet te splitsen is en er in het sociaal statuut minimum inkomensgrenzen gehanteerd worden, betalen vrouwen sociale bijdragen op een inkomen dat ze niet ontvingen.

Deeltijdswerken

De keuze voor een deeltijdse job in combinatie met deeltijds ondernemerschap maakt deeltijd- ondernemers kwetsbaar in het opbouwen van sociale rechten (pensioen). Een grote groep buitenshuis werkende vrouwen verricht op het bedrijf ook ‘beroepsarbeid’ die onzichtbaar blijft voor de buitenwereld. Talent dat niet erkend wordt. Hoeveel vrouwen in Vlaanderen een deeltijdjob combineren met taken op het bedrijf is niet gekend.

Naar aanleiding van het Internationaal jaar van het gezinsbedrijf in 2014 is de rol van vrouwen op landbouwbedrijven in Nederland al wel onderzocht. De situatie in Vlaanderen lijkt vergelijkbaar. In totaal heeft 44% van de vrouwen in Nederland betaald werk buiten het bedrijf. Uit de enquête van Liv blijkt dat maar liefst 68% van de ondervraagden ooit buitenshuis gewerkt heeft. 80% gaf aan dat het een tewerkstelling betrof van 80% of minder.

Ruim 47% werkt op het moment van het onderzoek buitenshuis. Ruim één derde gaf als belangrijkste reden voor het buitenshuis werken aan dat het niet mogelijk was om in het bedrijf te stappen omdat de vorige generatie op het bedrijf werkt. De kwetsbare flexibiliteit van deeltijds buitenshuis werkende partners heeft grote gevolgen voor hun pensioenen.

Zij kunnen voor de arbeid die ze verrichten op het bedrijf, tegen betaling van sociale bijdragen, geen pensioenopbouw doen. Velen zakken onder de armoedegrens wanneer ze alleen op hun eigen inkomen terugvallen. Door de groeiende kapitaalintensiteit van de sector engageren vrouwen zich vaak mee t.a.v. financiële instellingen. Maar ze plukken zelden de vruchten van hun arbeid.

Al met al verdient de positie van de vrouw aandacht, zowel in sociale als juridische zin.

JCB

Lees ook in Actueel

Milde melkaanvoer in Europa

Economie Raf Beyers, adviseur bedrijfsontwikkeling en risk management bij United Experts, overliep op 20 maart met ons de financiële wereldsituatie en de internationale zuivelmarkten. De melkpoederprijzen gaan nog steeds in dalende lijn. Op de GDT-veiling werd 27% minder product verkocht dan vorig jaar.
Meer artikelen bekijken