Startpagina Akkerbouw

“Champignons of groenten, we zeggen geen ‘nee’ tegen een uitdaging”

Jong en ambitieus, zo zou je Maarten en Vincent Van Schoonbeek kunnen noemen. Samen met hun vader Eugene baten deze vitale dertigers hun, zoals ze het zelf noemen, ‘erg gemengd’ bedrijf uit. “We hebben groenten, traditionele akkerbouw, veeteelt en korte keten. En dat loopt goed”, vertelt Maarten. “We probeerden champignons en een biologische kippenstal, maar van het een werden we allergisch, en het ander kwam niet van de grond.”

Leestijd : 7 min

M aarten en Vincent zetten zich nu al 15 jaar in op het gemengde bedrijf. Dat is het bedrijf van hun grootouders dat ze verderzetten, na hun vader. Hun kennis en ervaring haalden ze uit avondonderwijs en heel wat praktijkervaring op het bedrijf zelf. Ze volgden geen landbouwonderwijs. “Onze vader was wel duidelijk: jullie mogen thuis blijven en boeren, maar dan moeten jullie wel jullie eigen inkomen verdienen.” En zo geschiedde.

Ze startten in een lege varkensstal met de teelt van oesterzwammen, maar na 10 jaar moesten ze ‘gedwongen’ stoppen. “Niet dat we niet wilden voortdoen, maar ik werd allergisch van de sporen. Een gemiddeld champignonbedrijf bestaat net daarom niet lang. Wij hebben het toch 10 jaar volgehouden.” Of ze opnieuw zouden beginnen met de sporenloze oesterzwammen? “Nee, geen tijd. Uiteindelijk hebben we er ook geen zin meer in, we zijn geëvolueerd in een andere richting”, aldus Vincent.

Akkerbouw, veeteelt en groenten combineren

En dat ze hun handen vol hebben, dat is zeker. Ze hebben zo’n 150 stieren die ze afmesten, zo’n 100 ha traditionele akkerbouw, maar het grootste deel is voorbehouden voor de industriegroenten. Op hun percelen – die in een straal van 40 km te vinden zijn – bewerken ze voor de teelt maïs voor de dieren, suikerbieten, tarwe, gerst, luzerne en cichorei. Als groenten zetten ze rapen, waaronder koolraap, bonen en winter- en lentespinazie. “De grond is hier ideaal voor winterspinazie. Er zijn dan wel wat kleine en grote landbouwers in de buurt die voor die teelt kiezen. Qua timing kozen we bijvoorbeeld ook voor koolraap, omdat dat perfect in onze planning past; ze zijn 1 maand vroeger dan de gewone rapen.”

Vincent en Maarten hebben zo’n 150 stieren die ze afmesten.
Vincent en Maarten hebben zo’n 150 stieren die ze afmesten. - Foto: MV

“We zijn een gemengd bedrijf, dus in principe wisselen we wel wat qua hectares. Qua omzet is alles wat gelijklopend”, vertelt Vincent. “We leveren onze groenten voor diepvries aan een aantal fabrieken in West-Vlaanderen. We werken niet via contracten, maar via tonnages”, klinkt het. Of ze blij worden van de prijzen? “We proberen zo rendabel mogelijk te werken, zowel qua planning, efficiëntie van machines en arbeid. Echter, de prijzen die op de wereldmarkt gevormd worden, heb je niet in de hand.”

Vincent staat in voor de akkerbouwactiviteiten en Maarten houdt zich vooral bezig met het vee. Hun vader Eugene is teeltverantwoordelijke, onderhoudt de contacten met de fabrieken en is een klankbord voor de 2 broers. Grotere beslissingen worden door de 3 samen genomen. Hun vrouwen hebben een carrière buitenhuis. “Maar ze zijn wel een enorme steun voor ons.”

Verbreden betekent jaarrond werken

Veel boeren kiezen voor verbreding. Voor Maarten en Vincent heeft dat ook een brede betekenis. Zij kiezen voor veel activiteiten waardoor ze zo ruim mogelijk wilden gaan: ze hebben stieren, akkerbouw en groenten staan, teelden 10 jaar oesterzwammen en wilden een biologische kippenstal. “Met al die teelten en bezigheden zijn we het jaar rond aan het werk. En dat lukt met slechts 3 mensen en een beperkt aantal machines. Wanneer je je maar op 2 dingen toespitst, kan het zijn dat je voor 4 maand werk hebt voor 8 personen, en dat je die andere maanden amper werkt hebt, dat ligt ons minder. Bovendien, als je zoveel doet, hou je het voor jezelf boeiend”, klinkt het.

“We zeggen tegen alles ‘ja’”, lachen ze. Wat ze ook doen, het moet wel rendabel blijven. “We wilden indertijd voor kippen gaan omdat de vraag naar kippen steeg, en dat doet het nu nog.” Ook tegen verkoop via korte keten zeggen ze volmondig ‘ja’. De oesterzwammen verkochten ze via automaten. Klanten kunnen online vlees bij hen bestellen. “Eigenlijk zijn we daarmee gestart omdat we zo het vlees voor de kippen wilden verkopen. We startten met het hoevevlees, en wilden zo het klantenbestand al wat opbouwen voor als onze stal er stond voor de biologische vleeskippen. Het liep echter anders.”

Nooit 9 to 5

Dat ze jaarrond altijd bezig zijn, eist af en toe wel zijn tol. “Maar door onze verschillende karakters vullen we elkaar aan.” Zo geeft Maarten aan dat hij de stress af en toe wel voelt. Maarten: “Voor mij kan het nooit snel genoeg gaan, en dan is het is het soms handig om op verschillende locaties te boeren. Dan hebben de anderen minder last van mij. ” Vincent daarentegen is naar eigen zeggen minder stressgevoelig. “Als er iemand belt voor 20 vrachtwagens rapen tegen de volgende dag, dan moeten die er wel staan. In het begin ‘schiet je in een kramp’, nu is dat minder.”

Ze werken duidelijk samen om alles gedaan te krijgen. Maarten: “Als we iets kunnen zeggen waar we goed in zijn, dan is het wel flexibiliteit naar onze afnemers. Die grote flexibiliteit koppelen we aan het afleveren van een hoge kwaliteit.” En om dat te doen is kennis en ervaring nodig. Dingen die ze op niet alle vlakken hebben. Maar ze weten dat ze er niet alleen voor staan. “Als we iets niet weten, vragen we het gewoon. Daar hebben we geen schaamte over.”

Veel werk dus, voor 3 personen. Vader Eugene is al 63 en heeft de pensioengerechtigde leeftijd . “Hij is tip top gezond en zal waarschijnlijk nog wel even meehelpen”, vertelt Maarten. “Weinig boeren stoppen volledig met hun activiteiten op pensioenleeftijd.”

Minder geloof in een aantal middenveldorganisaties

Of het Belgische klimaat voor de landbouwer gunstig is, daar hadden ze een origineel antwoord op. “Ik heb het eens vergeleken met een spreuk van Ghandi ‘First they ignore you, then they laugh at you, then they fight you, then you win’ (Eerst negeren ze je, dan lachen ze met je, dan vechten ze tegen je en uiteindelijk win je’). Zet die spreuk omgekeerd en je hebt de Belgische situatie voor de landbouw. Het lijkt alsof we soms genegeerd worden en ze hebben het gevoel dat de landbouw toch wel enkele actoren tegen heeft. We zijn teleurgesteld in vooral organisaties, zoals Natuurpunt en Bond Beter Leefmilieu, maar niet in de mensen zelf. Onze klanten bij het vleesverkoop zijn vaak nog positief en realistisch. Dat geeft hoop.”

Enkele jaren geleden kwamen Maarten en Vincent even in de media, vanwege de biologische kippenstal die ze wilden zetten. Die kwam er uiteindelijk niet, door tegenstand van Natuurpunt. “We begrijpen nog altijd niet waarom Natuurpunt iets tegen een biologische kippenstal kan hebben. Waarschijnlijk omdat de buren het niet wilden en Natuurpunt zich lokaal wilde profileren. We waren echter wel welkom in een andere gemeente. Och, we zijn blij dat we nog kunnen boeren, en hebben moeten leren om ook dat te relativeren.”

Help ons boeren

Maarten is voorzitter van de bedrijfsgilde Bierbeek van Boerenbond. “Ik geloof in de werking van Boerenbond, maar naar mijn mening mag die zich straffer profileren in de maatschappelijke discussies. Daarnaast moeten we blijven inzetten op de sympathie van landbouwers en consumenten. Wat ook nodig is: consumenten moeten weten wat we doen. Mar toch, syndicaal mag het voor mij altijd wat straffer”, gaat hij verder.

Met MAP6 in aantocht, wilden ze daarom ook hun boodschap kwijt: “Voor je iets invoert, vraag ons of maatregelen haalbaar zijn. Soms is het niet praktisch te voldoen aan de verwachtingen. Bijvoorbeeld: het vervroegen van uitrijden stalmest van 15 november naar 1 november, maakt dat ze 14 dagen van onze tijd inpikken. Kostbare tijd om zo spinazie in te zaaien, ging zo verloren. Ook het inzaaien van de vanggewassen was in het begin onrealistisch. We merken dat de voeling met de realiteit op de velden verloren gaat.”

Moderne landbouw, weinig bekend

Maarten en Vincent merken ook op dat de visie op voeding wijzigt. “Misschien was het respect voor voeding groter in de jaren 40 en 50 omdat een groter aandeel van het gezinsbudget naar voeding ging. Nu gaat er meer naar reizen dan naar voeding.” Ze verschieten af en toe ook van het feit dat mensen niet meer weten wat de landbouw van vandaag is. “Als je een bedrijf van je opa overneemt, betekent dat niet dat je nog met ezel en kar het veld op gaat. Landbouw evolueert, alles wordt digitaler en we gaan daarin mee.”

Gps-sturing, mobiele apps, registraties via pc,… ze proberen met alles mee te zijn. Dat is niet altijd even simpel. “Soms lijkt het alsof je bij iedere stap die je als landbouwer neemt, 5 instanties moet laten weten dat je ze genomen hebt. Al die administratie… er zijn dagen dat ik het niet allemaal in mijn hoofd krijg.” Het loopt ook niet altijd feilloos, maar niet alles is even gemakkelijk te behandelen of werkt onmiddellijk digitaal.

Respect van consument

“Bij instanties zoals de Mestbank kan je wel terecht met je digitale vragen, maar ook daar kan het soms wel even duren vooraleer iets is opgelost. Het is voor iedereen zoeken naar haalbare oplossingen, en dat vergt tijd. Jammer genoeg krijgen boeren soms maar weinig tijd om in orde te zijn, terwijl ze er ook alles aan doen om goed te doen en boetes te vermijden.” Bovenal vinden Maarten en Vincent dat veel landbouwers straf bezig zijn. “Veel landbouwers hebben willens nillens een draai aan hun bedrijfsvoering moeten geven. Ze kiezen voor verbreding, boslandbouw, schakelen over naar bio, of kiezen voor industrialisering... Ook de oudere landbouwers die heel de digitale evolutie kunnen volgen… Respect! Boeren, het moet in het bloed zitten. En het is ook goed dat ze zich durven heruitvinden. We hebben daar bewondering voor, we hopen dat de consument dat ook heeft.”

Marlies Vleugels

Lees ook in Akkerbouw

Meer artikelen bekijken