Startpagina Akkerbouw

Hoe presteerden korrelmaïsrassen van het normaal netwerk in 2016?

Sinds 2013 werken CIPF en LCV samen aan de uitvoering van de proeven voor het normaal netwerk korrelmaïs. Net zoals bij het normaal netwerk kuilmaïs worden in alle proeven van het netwerk dezelfde rassen volgens hetzelfde standaardprotocol uitgetest.

Leestijd : 8 min

Het samenbrengen van alle proeven in één netwerk zorgt voor een uitgebreide dataset met een evenwichtige vertegenwoordiging van alle landbouwstreken in Laag en Midden België. De coördinatie van het netwerk en het synthetiseren van de resultaten gebeurt door het CIPF.

In het normaal netwerk worden de betere korrelmaïsrassen van de afgelopen jaren uitgezaaid samen met de koplopers van het CIPF voorlopig netwerk van 2015. Daarbij komen nog recent op de Belgische rassencatalogus ingeschreven hybriden en tenslotte nog een aantal goed presterende rassen die in 2015 hun eerste jaar meeliepen in de officiële rassenproeven. De proefvelden voor dit netwerk worden aangelegd op 10 locaties in Laag en Midden België (6 CIPF, 4 LCV). Hierbij wordt gestreefd naar een evenwichtige vertegenwoordiging van alle landbouwstreken. De gerandomiseerde blokkenproeven met 4 herhalingen worden gezaaid in 4 rijen waarvan enkel de 2 middelste rijen machinaal geoogst, gewogen en geanalyseerd worden.

Alle korrelmaïsrassen worden gerangschikt op basis van opbrengst per ha (aan 15% vocht van de korrel). Op de website van het CIPF en LCV kan U ook een sortering op basis van financiële opbrengst in Euro/ha terugvinden. De financiële opbrengst geeft de verkoopprijs van het graan weer met de droogkosten (berekend volgens de Synagra-normen) in rekening gebracht.

In het normaal netwerk van 2016 werden 50 korrelmaïsrassen getest. De resultaten van 7 locaties in Laag en Midden België werden opgenomen in de syntheses van 2016: Boussu, Boutersem, Mellet en Tongerlo (CIPF) en Beitem, Bottelare, en Tongeren (LCV). Door de moeilijke weersomstandigheden van 2016 zijn dit jaar helaas enkele locaties weggevallen. Dank zij een voldoende groot proefnetwerk konden we ook in dit uitzonderlijk moeilijk jaar alsnog over voldoende proeflocaties beschikken. De verschillende rassen werden vergeleken ten opzichte van 4 standaardrassen (Colisee, Millesim, Ricardinio, en Rivaldinio KWS). De standaardrassen zijn rassen die reeds meerdere jaren getest zijn en worden gekozen omwille van hun regelmatige en bevredigende eigenschappen voor de belangrijkste rascriteria.

Een goed rendement gecombineerd met een laag vochtgehalte van de korrel vormen de basiscriteria om rassen te kiezen. Andere parameters zoals gevoeligheid voor stengelrot, builenbrand en legervastheid zijn echter ook van belang samen met een stabiele opbrengst over meerdere jaren.

Korrelopbrengst en vochtgehalte

Een hoge korrelopbrengst is voor elk korrelmaïsras uiteraard van groot belang. Voor de aanwending als vochtig graan blijft dit de belangrijkste parameter. Dit wel in de veronderstelling dat het als korrelmaïsras onder normale omstandigheden een vochtgehalte van 30-35% moet behalen. Voor te drogen graan mag de vochtigheid best niet meer dan 32% bedragen en ideaal zou het vochtgehalte onder de 30% moeten geraken.

In vergelijking met een decennium terug zorgt de langzame opwarming van het klimaat dat onze streken beter geschikt worden voor het telen van te drogen korrelmaïs. De huidige lage brandstofprijzen drukken de droogkosten en zijn een bijkomende gunstige factor. De financiële risico’s van de droogkosten moeten nog steeds zo veel mogelijk beperkt blijven. Het vochtgehalte bij de oogst zal dus altijd een zeer belangrijke factor blijven bij de keuze van een korrelmaïsras.

Na het vullen van de kolf en het verschijnen van het ‘zwarte puntje’ aan de navel van de korrel (rond 36% vocht, dan stoppen immers de transfers van suikers naar de korrel) komt de fase van de uitdroging. Sommige rassen zijn efficiënter in staat om deze reductie van het vochtgehalte uit te voeren. Hoewel rassen van het dent-type gemiddeld 4 tot 7 dagen later in bloei staan dan de vroegere flint-type rassen, kunnen de vroegste dent-type rassen doorgaans ook bij voldoende lage vochtgehaltes geoogst worden. Dit is zeker van toepassing als september en oktober aan de zonnige kant zijn.

Legervastheid

Gezien korrelmaïs tot in een vergevorderd rijpheidstadium op het veld moeten blijven staan, is deze parameter belangrijker dan voor kuilmaïs. Het teeltjaar 2012 was een goed jaar om de rasverschillen voor mechanische legering en stengelbreuk te kunnen observeren. Ook in 2013 zag men soms problemen met stengelbreuk maar het fenomeen kwam minder voor. De laatste 3 teeltjaren traden nergens grote problemen op.

Fusarium

Gevoeligheid voor stengelrot blijft een belangrijk criterium bij de rassenkeuze voor korrelmaïs. Elk jaar stellen we tussen de geteste variëteiten grote verschillen vast in gevoeligheid voor fusarium. Bij sommige gevoelige rassen komt de ziekte slechts in een laat stadium tot uiting. Als men zich van deze evolutie bewust is kan men eventueel het risico nemen op voorwaarde dat men een vroege oogst voorziet (bijvoorbeeld als CCM). Als men na de korrelmaïs tarwe wil inzaaien, moet men zeker kiezen voor resistente of toch slechts beperkt gevoelige rassen. Ook moet de nodige aandacht besteed worden aan het onderwerken van de gewasresten.

Builenbrand

2016 was een jaar met weinig of geen aanwezigheid van builenbrand: doorgaans bleef de aantasting beperkt tot enkele procenten van het aantal planten. Hoewel de builenbrand niet giftig is moet men toch de meest gevoelige rassen vermijden. Er is duidelijk een raseigen tendens voor het ontwikkelen van de builenbrand op voornamelijk kolf of stengel. Het is evident dat vooral de builenbrand op de kolf voor opbrengstverliezen zorgt.

Voor te drogen graan mag de vochtigheid best niet meer dan 32% bedragen en ideaal zou het vochtgehalte onder de 30% moeten geraken.
Voor te drogen graan mag de vochtigheid best niet meer dan 32% bedragen en ideaal zou het vochtgehalte onder de 30% moeten geraken.

Welke rassen zaaien in 2017 ?

De bevestigende rassen voor 2017 zijn: Agro Polis, P8134, ES Metronom, ES Asteroid, ES Crossman, Rivaldinio KWS, Kubitus, Kompetens, Toutaci CS, Megusto KWS, MAS 29.T en RGT Chromixx.

Agro Polis voert in 2016 het klassement aan met de hoogste graan-opbrengst per hectare aan 15% vocht. In 2015 behaalde het ras ook al uitstekende resultaten. Dit resulteert in de meerjarige synthese in de eerste plaats bij de rassen die 2 jaar in het normaal netwerk getest werden. Het ras heeft bij de oogst een vochtgehalte dat beduidend hoger is dan het gemiddelde van de proef en het verliest dus wat plaatsen in het klassement van de financiële opbrengst (Euro/ha). Agro Polis is door zijn hoge korrelopbrengst het meest geschikt als vochtig graan maar het ras is nog altijd zeer interessant bij een toepassing als te drogen korrelmaïs.

P8134 staat op de tweede plaats in het klassement op basis van opbrengst aan 15% vocht. Bij de meerjarige resultaten over 3 jaar scoort P8134 als beste. Het ras is uitermate geschikt voor een oogst als vochtig graan. Verder beschikt het ras over een uitstekende financiële opbrengst als te drogen graan. In dat geval is een tijdige zaai wel erg aangewezen.

De rassen ES Metronom, ES Asteroid, ES Crossman en Rivaldinio KWS en Kubitus beschikken allen over een uitstekende korrelopbrengst aan 15% vocht. Alle 5 hebben ook een uitstekende financiële opbrengst. ES Crossman beschikt op dat vlak zelfs over het tweede beste resultaat van alle geteste rassen (uitgedrukt in Euro/ha), mede dank zij een zeer laag vochtgehalte van de korrel. ES Crossman en Rivaldinio KWS beschikken over meerdere jaren heen over uitstekende resultaten.

De rassen Kompetens en Toutati CS behalen een uitstekende opbrengst per hectare aan 15% vocht. Beiden halen een zeer goede financiële opbrengst (euro/ha). Kompetens en Toutati CS beschikken in de synthese over meerdere jaren over goede resultaten.

Megusto KWS en RGT Chromixx behalen een zeer goede graanopbrengst per hectare aan 15% vocht en ook de financiële opbrengst (Euro/ha) als te drogen korrelmaïs is zeer goed. Megusto KWS stond op de eerste plaats in 2015 en dus is het niet te verwonderen dat het ras ook in de meerjarige synthese zeer goed scoort.

MAS 29.T vermelden we tenslotte die over een goede graanopbrengst per hectare aan 15% vocht beschikt. Wat betreft de financiële opbrengst zit het ras op het niveau van het gemiddelde van de proef.

Een aantal rassen halen ook goede resultaten als silomaïs: Kompetens en Megusto Kws (zeer vroeg), ES Crossman (vroeg), Agro Polis en ES Metronom (halfvroeg).

Gezien korrelmaïs tot in een vergevorderd rijpheidstadium op het veld moet blijven staan, is deze parameter belangrijker dan voor kuilmaïs. De laatste jaren doken geen grote problemen op met legering.
Gezien korrelmaïs tot in een vergevorderd rijpheidstadium op het veld moet blijven staan, is deze parameter belangrijker dan voor kuilmaïs. De laatste jaren doken geen grote problemen op met legering.

Interessante nieuwigheden

LG 31276, SY Telias, Benedictio KWS, P8409, Surterra, ES Zorion, Havelio KWS, Katarsis, P8329, Figaro en KWS Stabil.

In 2016 hebben heel wat uitstekende nieuwe rassen hun intrede gedaan in het normaal netwerk korrelmaïs. Uitgezonderd 1 ras dat dit jaar niet verder getest werd, vinden we heel de top 10 van het voorlopig netwerk van 2015 terug in de bovenste helft van de synthese van het normaal netwerk van 2016.

LG 31276 is de hoogste nieuwkomer in de klassering op basis van de opbrengst aan 15% vocht. Met een derde plaats in 2016 bevestigt LG 31276 op uitstekende wijze zijn tweede plaats in het voorlopig netwerk van 2015. Het ras haalt bij de oogst vochtgehaltes die hoger liggen dan het gemiddelde. Dit belet het ras niet om nog steeds een zeer goede opbrengst in Euro per hectare te behalen.

SY Telias is wat betreft de financiële opbrengst de nieuwe nummer 1 van het normaal netwerk van 2016. Het ras scoort met een vierde plaats ook uitstekend op het vlak van graanopbrengst aan 15% vocht. Hierbij bevestigt SY Telias zijn uitstekende resultaten uit het voorlopig netwerk van 2015. Het vochtgehalte van dit ras ligt in de buurt van het niveau van het proefgemiddelde.

Bendictio KWS haalt een uitstekend resultaat wat betreft de opbrengst aan 15% vocht. Het ras wint enkele plaatsen in de rangschikking op basis van de financiële opbrengst per hectare dank zij zijn lage vochtgehaltes.

P8409, Surterra, ES Zorion, Havelio KWS en Katarsis zijn 5 rassen die de top van het klassement net niet halen maar allemaal nog steeds over een zeer goede tot zelfs uitstekende graanopbrengst aan 15% vocht beschikken. Verder beschikken ze allemaal over een vochtgehalte in de buurt van het gemiddelde en behalen ze ook zeer goede resultaten in Euro per hectare als te drogen korrelmaïs. Enkel Surterra is wat later en hierdoor moet men rekening houden met iets hogere droogkosten. Het ras is hierdoor het meest geschikt als vochtig graan.

P8329 behaalde in het voorlopig netwerk van 2015 de beste graanopbrengst aan 15% vocht. Ook in het normaal netwerk van 2016 haalt het ras een goede opbrengst. Net zoals in 2015 beschikt het ras over een vochtgehalte bij de oogst dat wat hoger is dan het gemiddelde en daardoor zakt het ras wat in de klassering van de financiële opbrengst (Euro/ha). Het ras is dan ook eerder geschikt voor vochtig maïsgraan.

KWS Stabil en Figaro hebben vergelijkbare en goede resultaten wat betreft de graanopbrengst aan 15% vocht. KWS Stabil beschikt bovendien over een zeer vroege vroegrijpheid als korrelmaïs. Dit zorgt er voor dat het ras op de derde plaats eindigt in het klassement van de financiële opbrengst.

Een aantal nieuwkomers halen ook goede resultaten als hakselmaïs en zijn dus geschikt als dubbelras: Benedictio KWS, Havelio KWS en KWS Stabil (zeer vroeg) en Surterra (halflaat)

Bij al de korrelmaïsrassen in het normaal netwerk traden in 2016 geen noemenswaardige problemen op voor wat betreft builenbrand en legering. Ook voor stengelrot scoorden alle rassen, uitgezonderd LG 30215, goed tot uitstekend.

Jurgen Depoorter, Michaël Mary en Guy Foucart (CIPF), Geert Haesaert, Sofie Landschoot en Gert Van de Ven (LCV)

Lees ook in Akkerbouw

Moeilijke onkruiden in maïs bestrijden

Maïs In de maïsteelt worden we steeds vaker geconfronteerd met enkele onkruiden de alsmaar moeilijker te bestrijden zijn. De inzet van specifieke producten of middelencombinaties is dan nodig.
Meer artikelen bekijken