Startpagina Economie

Arvesta: meer winst nodig om te investeren in landbouw van de toekomst

Arvesta gaat de komende jaren miljoenen investeren in IT en ook de landbouwer gaat dat merken. Doel is interne processen te verbeteren om kosten te besparen en de dienstverlening te verbeteren. Maar het bedrijf achter onder meer veevoedergigant Aveve en de gelijknamige winkelketen wil ook een app uitbouwen waarmee landbouwers real-time informatie en advies kunnen krijgen over hun gewassen. Om de investeringen te kunnen betalen, moet de winst wel omhoog.

Leestijd : 5 min

Is het glas halfleeg of halfvol? Arvesta heeft het afgelopen jaar 26,2 miljoen nettowinst geboekt, en dat is 16% meer dan een jaar eerder. Diverse werkmaatschappijen zien de omzet groeien. Dochter Cofabel bijvoorbeeld, dat John Deere verdeelt, zag de omzet met 8% toenemen. Het marktaandeel van het groengele merk klom tot dichtbij 23%. “Het einde is nog niet in zicht”, zegt Lauwers. “77% is dus geen John Deere. Groei is een mindset. Als je niet gelooft dat het kan, zal het ook niet zo gauw gebeuren.”

Bij Cofabel vonden diverse personeelswisselingen plaats. De koers werd verlegd ook om de Amerikanen te bewegen tot een verbinding voor de langere termijn. Door de groei is de positie van Cofabel tegenover John Deere alvast versterkt, denkt Lauwers. Waar John Deere in Nederland en Duitsland de dealerstructuur aanpaste – een kleiner aantal grote dealers die kleine aansturen – blijft dit in België uit.

Nieuw winkelconcept

Ook voor de detailhandelsactiviteiten van Arvesta was 2019 een goed jaar. Toen Lauwers in 2016 als CEO aantrad was zijn doel een groei van 10% in de periode van 2017 tot en met 2020. Ambitieus, dacht men toen. Eind 2019 lag het percentage al op 9% en dit jaar accelereert de groei. “Vooral mei was echt een hele goede maand. Ons nieuwe winkelconcept met meer voeding en diervoeding slaat aan. Ik denk dat 25% groei ten opzichte van 2017 realistisch is, al is het gevaarlijk percentages te noemen. Daar pakken journalisten je op!”

Het nieuwe Aveve-winkelconcept loopt volgens topman Lauwers bijzonder goed.
Het nieuwe Aveve-winkelconcept loopt volgens topman Lauwers bijzonder goed. - Foto: Arvesta

Arvesta maakte bewust niet de scherpe keuze tussen een supermarkt, met vooral voeding, of tuincentrum, met vooral planten en tuinbenodigdheden. “De Aveve-winkels draaien om beleving, ze zijn vind ik een soort anti-burn-out-fabriekjes. Je koopt wat waarmee je wat kunt doen, en wat doen klinkt misschien inspannend maar het ontspant juist enorm.” Voeding en diervoeding is nu 60% van de winkelomzet.

Genoeg dus om ook tijdens een zwaar deel van de coronacrisis open te mogen blijven. Andere tuincentra die zich vergelijkbaar vonden, mochten dat niet. Lauwers: “We zijn geen tuincentrum, we zijn Aveve, een uniek concept. We hebben een trend gezien, naar meer thuis bakken en zo, en die omwenteling is al ingezet voor, en versterkt door corona.”

Dunne marges met mengvoeder

Hoewel het bedrijf een duidelijke omzetgroei meldt voor de winkels, Cofabel en ook leverancier van tuinbouwsystemen Hortiplan maakt de totale omzet van Arvesta pas op de plaats op bijna 1,4 miljard euro. De oorzaak ligt in het mengvoederbedrijf, dat goed is voor iets meer dan 50% van de totale omzet. Het mengvoederbedrijf omvat onder meer AVEVE Voeders en Dumoulin. De omzet van het mengvoederbedrijf daalde licht maar de winstgevendheid was beter dan in 2018.

Arvesta is de grootste mengvoederfabrikant van ons land.
Arvesta is de grootste mengvoederfabrikant van ons land. - Foto: Arvesta

“De omzet van ons mengvoederbedrijf hangt sterk samen met grondstoffenprijzen”, legt topman Lauwers uit. “Als de prijs van granen en soja daalt, dan daalt ook onze omzet. Eigenlijk zegt de omzet op groepsniveau dus niet zoveel.” Is het mengvoederbedrijf wel winstgevend? “Jazeker, maar het blijft een business van dunne marges. Dat is bij onze concurrenten niet anders en maakt dat we altijd scherp moeten zijn.”

De marges zijn inderdaad dun. Arvesta rapporteert voor het complete bedrijf een netto winstmarge 1,9%. “Dat is nog altijd wel een pak meer dan de 1,2% netto winstmarge die in 2016 werd genoteerd”, zegt Lauwers. De marges liggen het laagst in de mengvoederwereld. Dunne marges zijn bij bedrijven die steunen op mengvoeder bovendien de norm. ForFarmers bijvoorbeeld, nummer 2 of 3 in België, boekte in 2019 mede door een inkoopblunder op een omzet van 2,5 miljard euro maar 17,7 miljoen euro. Agrifirm, wel een coöperatie, boekte op 2 miljard euro omzet een winst van 17,2 miljoen.

Op zoek naar winst

Niettemin moet de winst wel omhoog, aldus Lauwers. Het bedrijf moet immers miljoenen investeren om haar klanten beter te bedienen, heet het. Tot zo’n 40 miljoen euro per jaar. Maar de winst mag niet ten koste van klanten groeien, benadrukt hij. “Waar staan we voor op? Het bedienen van de landbouw. Doe je dat goed, dan volgt de omzet en winst bij wijze van spreken vanzelf.”

Het lijkt een echo van voorgaande jaren, maar het grote werk van het stroomlijnen en verbeteren van interne processen is dan ook nog lang niet af. De oude Groep Aveve, was groot maar groeide zelfs ondanks een serie overnames al jaren niet meer. Dodelijk, denkt Lauwers, want door te groeien krijg je het geld voor investeringen die het voortbestaan van de firma, de hoofdtaak van een CEO, garanderen.

Het bedrijf was altijd een bonte verzameling werkmaatschappijen die soms als kleine koninkrijkjes geleid werden. Met de visie “One company, one team, one dream” zette Lauwers, die carrière maakte bij biergigant AB Inbev, in op een sterkere organisatie, zodat de verkoop zich kan focussen op de klant. Centraal, in Leuven, moeten bijvoorbeeld IT, juridische zaken en personeelszaken voor alle werkmaatschappijen georganiseerd worden. Ook zette hij in op gezamenlijke inkoop, waarmee lagere prijzen bij toeleveranciers kunnen worden bedongen.

Het bedrijf werkte ook aan een moderner imago, want het bedrijf wordt gemaakt door de mensen, denkt Lauwers, en die associëren landbouw soms onterecht met oubollig of een industrie van gisteren. Het oude Groep AVEVE kreeg dus de modernere naam Arvesta en verhuisde naar de moderne Philips-site, een soort bedrijvencampus. Om goede mensen aan te trekken, maar ook vanuit sociaal oogpunt, werd er ook voor gekozen om alle personeelsleden bepaalde sociale voordelen te laten genieten.

Bij een modern bedrijf hoort ook een bedrijf dat haar processen moderniseert. Vooral op IT-vlak moet nog veel werk worden verzet. “Op zichzelf is al veel gebeurt: 4 jaar geleden hadden we niet zo massaal thuis kunnen werken als nu. Maar nog altijd hebben we 600 interfaces, 500 softwareapplicaties en 250 servers. Alle processen zijn nu van begin tot eind beschreven en nu gaan we dat sterk terugdringen.”

Deels om informatie sneller inzichtelijk te hebben en te kunnen koppelen. “Het is ook een kwestie van kosten. IT wordt steeds meer noodzakelijk en tegelijk wordt het nooit goedkoper.”

Belang informatietechnologie

Lauwers is er van overtuigd dat technologie in de toekomst een steeds grotere rol zal spelen in de landbouw en ook binnen Arvesta. “Iemand van Wervik naar Leuven laten komen voor een vergadering van 2 uur? Zal minder vaak gebeuren…”

Zo kan ook het aantal fysieke klantbezoeken bij bestaande omlaag. “Als de klant onze adviseur goed kent, volstaat soms een videogesprek. Fysisch contact blijft belangrijk, maar ik denk dat het voor beide veel tijd scheelt als je soms op afstand met elkaar contact hebt.” Ook werkt Arvesta aan een app waarmee landbouwers real-time advies krijgen over hun gewassen. Wel of niet spuiten bijvoorbeeld, en dan wat. Of: is het een goed moment om te bemesten?

Vandaag zijn de mogelijkheden beperkt, maar over enkele jaren wil Arvesta een compleet aanbod tonen. Concurrenten zijn er ook mee bezig, en landbouwers struikelen zowat over de apps. Lauwers: “Omdat we zo breed in de landbouw actief zijn, in zoveel rollen, denken we beter dan veel andere bedrijven geplaatst te zijn om een app te maken, die andere apps overbodig maakt. Geen 10 apps, maar 1, en dan de onze.”

Jan Cees Bron

Lees ook in Economie

Meer artikelen bekijken