Startpagina Economie

België slachtte meer varkens, maar minder rundvee in 2020

De Belgische slachtsector kijkt terug op een enerverend 2020. Werd het voorgaande jaar nog gekenmerkt door een gedaalde productie over de hele lijn, dit jaar was er duidelijk onderscheid tussen de ontwikkelingen van de afzonderlijke sectoren, zo blijkt uit de cijfers van Statbel.

Leestijd : 5 min

De gevogelteslachterij was wat betreft de productie een zeer stabiel segment. De kleine schapen- en lammerenmarkt viel net zoals de voorgaande jaren weer iets verder terug.

De varkensslachterij boekt na een mager 2019 weer progressie, de rundveeslachterij toont een divers beeld. We belichten beide sectoren meer in detail.

Stemming in varkenssector sloeg om

In de Belgische varkenssector is in 2020 de stemming omgeslagen van behoorlijk positief naar diepdroevig. Was in het eerste kwartaal de doorsnee varkensprijs overal in de EU nog heel gunstig, rendabel althans, daarvan is voor een aantal landen nu nog maar net iets meer dan de helft over. In de vergelijking van Europese vleesvarkensprijzen die de Duitse organisatie van varkenshouders ISN wekelijks samenstelt, bengelt België momenteel zelfs onderaan. Ten opzichte van begin 2020 stond de Belgische vleesvarkensprijs eind december op 56%.

In het eerste kwartaal van het jaar profiteerde de slachtsector nog van de enorme zuigkracht die uitging van de Chinese honger naar varkensvlees. Dit overigens indirect, België kon immers niet aan China leveren, maar profiteerde wel van het in de EU gestegen gemiddelde prijspeil. Zo konden landen als Duitsland meer exporteren naar Azië en bleef Belgisch varkensvlees beschikbaar voor de interne Europese markt. Toen de klad erin kwam als gevolg van de Covid-19-problematiek zakte de prijs overal flink terug. Er volgde in het derde kwartaal een stabilisatie. Echter, toen ook Duitsland door China ‘in de ban’ werd gedaan doordat er Afrikaanse varkenspest werd gesignaleerd bij wilde zwijnen op Duits grondgebied, kreeg de noordwest Europese varkensmarkt een dreun in de vorm van overmatig aanbod. Dat in combinatie met stagnatie in de (vooral Duitse) varkensslachterij.

Meer varkens aangevoerd

De Belgische varkensslachterij, nog steeds voor ruim 90% gevestigd in Vlaanderen, heeft zo te zien vanwege het veranderde prijspeil de productie kunnen opschroeven. Gemeten over de eerste 10 maanden van 2020 is er een hoeveelheid van ruim 200.000 varkens meer geslacht dan in dezelfde periode van 2019 (figuur 1 en 2). Dat is een plus van 2,3%. Vorig jaar lag men gemeten over hetzelfde tijdvak 4,7% achter. Het, om zo te zeggen, ‘herstel’ is vrijwel geheel geboekt in de periode vanaf juni. Er is minder zuigkracht van Duitsland, dat nu al moeite heeft om de eigen vleesvarkens geslacht, en niet te vergeten, verkocht te krijgen. België wacht met smart op verruiming van zijn exportmogelijkheden. Een eerste positieve ontwikkeling is dat er weer geëxporteerd kan worden naar de Filipijnen.

Figuur 1: Slachtingen alle varkens per kwartaal (x 1.000)
Figuur 1: Slachtingen alle varkens per kwartaal (x 1.000)

Figuur 2 Slachtingen alle varkens van meer dan 25 kg (x 1.000) vanaf januari 2019 per maand
Figuur 2 Slachtingen alle varkens van meer dan 25 kg (x 1.000) vanaf januari 2019 per maand

Meer nog dan het aantal varkensslachtingen is de daarmee gerealiseerde varkensvleesproductie dit jaar gegroeid, te weten met 3,8%. Tot en met oktober hebben de Belgische varkensslachtingen 32.500 ton meer vlees opgeleverd. Dat is zelfs een fractie meer dan de productie in 2018. Het extra surplus is het resultaat van het dit jaar verder toegenomen gemiddelde slachtgewicht. In de categorie slachtvarkens tot 130 kg steeg het gemiddeld karkasgewicht met 1.380 g. Dit ‘doorsnee’ slachtvarken is in België nu ruim 3,5 kg zwaarder dan 5 jaar geleden (figuur 3). Weliswaar past het zwaardere gewicht van de varkens bij een trend die ook in andere landen inzette doordat de verbeterde varkensprijs het aan de varkenshouders toeliet om op rendabele wijze meer kilo’s te produceren. Echter, het heeft dit jaar ook te maken gehad met de moeizamere verkoop van de dieren tijdens de door COVID-19-problemen teruglopende markt. In de groei van het aantal slachtingen ligt ook de verminderde Duitse vraag naar varkens besloten.

Figuur 3 Gemiddeld slachtgewicht (kg) standaard varkens 2018-2019-2020
Figuur 3 Gemiddeld slachtgewicht (kg) standaard varkens 2018-2019-2020

Zeugenuitstoot groeit

Het aantal slachtingen van varkens zwaarder dan 130 kg (figuur 4), waaronder vooral ook de slachtzeugen vallen, is in 2020 per saldo nog nauwelijks veranderd ten opzichte van vorig jaar. In het verloop van de aantallen is wel een opvallende ontwikkeling te signaleren. Tot en met juni lag het volume slachtingen in de categorie ‘zwaar’ onder het gemiddelde van de voorgaande 5 jaar, daarna ging dit stijgen. Er zijn meer slachtzeugen beschikbaar, uit zowel Frankrijk als Nederland.

Figuur 4 Slachtingen varkens boven 130 kilo per maand 2019-2020
Figuur 4 Slachtingen varkens boven 130 kilo per maand 2019-2020

De Belgische biggenprijzen zijn enorm gedaald in het lopende seizoen. Bovendien is de import van (goedkope) biggen uit Nederland toegenomen. Naast het gegeven dat het vertrouwen in de varkensvleesmarkt is afgenomen, worden er ook in België blijkbaar meer zeugen opgeruimd dan voorheen.

Kalvermarkt in crisis

In de rundveeslachterij zijn de ontwikkelingen wederom divers. Feitelijk gaat het hier om 3 verschillende deelsectoren. Om met de kalverslachterij te beginnen, een puur Vlaamse aangelegenheid, daar is fiks achteruit geboerd. Tot en met maart hield het volume geslachte kalveren nog wel gelijke tred met dat van vorig jaar, daarna viel het terug met bijna een vijfde ten opzichte van 2019. De markt voor kalfsvlees is dit jaar enorm getroffen door de invloed van de Covid-19-lockdownmaatregelen op de vleesafzet, met name in de restaurants en andere eetgelegenheden buitenshuis. Dat is ook bij de noorderburen hard aangekomen. De Nederlandse kalfsvleesprijzen zijn er zwaar gekelderd. Vooral in de maanden maart, april, mei en juni is ook daar de kalverslachterij flink onder de maat gebleven.

Van alle stieren wordt nu bijna 70% verwerkt in Waalse slachthuizen (figuur 5). De minder van de horeca afhankelijke stierenslachterij heeft het in 2020 tot dusver best goed gedaan wat betreft het handhaven van de slachtaantallen. Deze zijn per saldo vrijwel gelijk gebleven. De vleesproductie viel met een procentje terug, doordat het gemiddelde slachtgewicht is verminderd, met bijna 5 kg, naar vrijwel hetzelfde peil als in 2018. Hier speelt mee dat de verhouding tussen de rundvleesprijzen en de voerkosten is verslechterd.

Figuur 5 Verdeling stierenslachtingen (x 1.000) naar regio, periode 2010-2019
Figuur 5 Verdeling stierenslachtingen (x 1.000) naar regio, periode 2010-2019

Koeien vervangen duur

Tot slot de geslachte koeien, zie figuur 6. Daarin is een voortzetting te zien van de trend van vorig jaar. Dat wil zeggen: minder slachtingen, van gemiddeld zwaardere koeien. Vooral de in het voorjaar geslachte (uitgemolken) koeien waren een stuk zwaarder, 10 tot 15 kg in maart en april. In die periode werden er ook minder koeien naar het slachthuis gebracht. Melkprijzen die te wensen overlieten, in combinatie met dure vervanging van melkvee, gestegen voerprijzen en wéér een droog seizoen met minder beschikbaar eigen ruwvoer drukten de uitstoot van afgeschreven dieren.

Figuur 6 Koeienslachtingen (x 1.000) periode januari-oktober vanaf 2015
Figuur 6 Koeienslachtingen (x 1.000) periode januari-oktober vanaf 2015

Jack Kwakman

Lees ook in Economie

Meer artikelen bekijken