Startpagina Melkvee

Zuivelsymposium 2021: Melkveehouders lossen mee het klimaatvraagstuk op

De zuivelsector staat voor een belangrijke uitdaging: de steeds groter wordende wereldbevolking voeden en tegelijk de impact op milieu en klimaat verkleinen. Om een gedifferentieerde en breed gedragen oplossing te vinden, bracht het Vlaams Centrum voor Agro- en Visserijmarketing (VLAM) een aantal experten samen voor een interactief webinar: ‘Zuivel in een gezond en duurzaam Europees voedselsysteem’.

Leestijd : 8 min

Hoe kan zuivel bijdragen aan een duurzame toekomst? Dat is jaarlijks de insteek van het symposium van de Belgische zuivelsector. Deze vierde editie focuste op de thema’s klimaat, milieu en energie en verliep opnieuw digitaal, net zoals het debat rond dierenwelzijn vorig jaar.

2 op 5 melkveehouders produceren eigen energie

Het openingswoord was voor minister van Landbouw Hilde Crevits: “Nog steeds worden de inspanningen van de boeren in verband met het klimaat te weinig belicht. In België heeft de melkveehouderij al een hele weg afgelegd. Zo is de impact van 1 l melk op het klimaat met wel 30% gedaald tussen 2000 en 2020.

Momenteel produceren ook 2 op 5 melkveehouders eigen energie via zonnepanelen, mestvergisters en windmolens. Ik wil van deze gelegenheid gebruikmaken om de boeren en de zuivelverwerkers te danken. Er zijn en blijven nog heel veel uitdagingen, maar jullie vinden in mij een trouwe bondgenoot om de sector sterker en duurzamer te maken.”

Facts and figures

Renaat Debergh, voorzitter werkgroep duurzaamheid van MilkBE, gaf ons de facts and figures uit de duurzaamheidsmonitor weer en bekeek zo met ons welke weg de zuivelsector al heeft afgelegd op het vlak van klimaat, milieu en energie. Daarvoor kijkt hij naar de hele keten van de melk: van melkveehouder tot transport en verwerking.

“Melkveehouders krijgen elke 3 jaar een bezoek in het kader van de Integrale Kwaliteitszorg Melk en in dat kader doen we ook een audit op vlak van duurzaamheid. De bezoeken startten in 2014. Dat betekent dat we nu in de derde ronde zitten. 96% van de bedrijven doet mee aan dit initiatief, wat maakt dat we een groot draagvlak hebben.”

Meer ingezet op duurzaamheid

Uit gegevens van de duurzaamheidsmonitor bleek dat het gemiddelde aantal duurzaamheidsinitiatieven verdubbeld is in 2020 ten opzichte van 2014 (zie figuur 2). Zo zijn de landbouwers meer zijn gaan inzetten op een plan voor antibioticagebruik (+14%), actieve participatie in bestrijding van dierziekten (+15%) en langleefbaarheid (+20%). Daarnaast is ook het gebruik van alternatieve waterbronnen (+24%), de inzet op biodiversiteit (+17%) en het zaaien van vlinderbloemigen (+25%) toegenomen.

Qua voederefficiëntie is de landbouwsector er ook sterk op vooruit- gegaan. Die steeg ten opzichte van 2014 met 28%. Ook de aankoop van droog krachtvoer per 1.000 l melk onder de 220 kg is met 26% gestegen.

“We merken dat de kennis over krachtvoer groter is geworden en dat de landbouwers daar steeds meer op inzetten. Daar zijn we heel blij om”, aldus Renaat Debergh.

Inzet op energie

“In de duurzaamheidsmonitor vinden we ook de cijfers terug over energie op een melkveebedrijf. Zo gaf minister Crevits al aan dat 2 op 5 melkveebedrijven eigen duurzame energie produceren (Zie figuur 1). Dat gebeurt voornamelijk met windmolens en zonnepanelen en geleidelijk aan beginnen ook de pocketvergisters aan een opmars. Een 60-tal bedrijven in Vlaanderen heeft een pocketvergister, en nog een 30-tal zit in de procedure om er één te installeren.

Figuur 1: De hoeveelheid duurzaamheidsinitiatieven op melkveebedrijven.
Figuur 1: De hoeveelheid duurzaamheidsinitiatieven op melkveebedrijven. - Bron: MilkBE via IKM

Een doctoraatsstudie van de UGent gaf aan dat er in Vlaanderen plaats is voor 650 pocketvergisters. Drie koeien zouden goed zijn voor de energie van één gezin, dus dat biedt nog heel wat perspectief. Een ander voordeel is dat een pocketvergister 24u op 24u en 7 op 7 energie opwekt, en dat we daar in de toekomst een stikstofstripper op kunnen plaatsen. Zo pakken we niet alleen het methaanprobleem aan, maar ook het stikstofprobleem.

Verder zagen we dat 2 op 5 bedrijven gebruikmaken van spaarlampen en dat 1 op 2 de energiebehoefte beperkt. Dat doet men bijvoorbeeld door het recupereren van condensatiewarmte en het gebruiken van een zonneboiler.

Als laatste geeft de duurzaamheidsmonitor ons mee dat slechts 8% van de bedrijven een energiescan uitvoerde. Dat is best weinig, maar wie weet komt daar verandering in nu de energieprijzen stijgen.”

energie op melkveebedrijf-web

Transport en verwerking

“Als we kijken naar het transport, is het aantal vrachtwagens dat melk ophaalde afgenomen met 2% en 84% van die vrachtwagens voldeed in 2020 aan Euronorm 6. Daarnaast daalde het brandstofverbruik per 1000 l melk tussen 2011 en 2020 met 10%, en gebeurde 40% van de ritten ’s nachts en in het weekend.

Als we kijken naar de verwerking van de melk zien we dat er op 10 jaar tijd (2012-2020) bij de verwerkingsbedrijven 34% minder water verbruikt werd, dat er 30% minder CO2-uitstoot was, en dat het energieverbruik daalde met 24%”, stelt Debergh

Watergebruik tijdens verwerking

“Als we ons toespitsen op waterverbruik in de verwerking, zien we dat in 2020 35% van het water uit alternatieve waterbronnen afkomstig is. Denk maar aan bijvoorbeeld regenwater, of zelfs water uit melk die verpoederd wordt. Danone bespaarde bijvoorbeeld 510 miljoen l per jaar, wat gelijk is aan het waterverbruik van 4500 gezinnen.

Ook bij het verpakken van de zuivelproducten gebeuren grote inspanningen. Zo bestaan ze vaak uit gerecycleerd materiaal en werd ‘te gebruiken tot’ vervangen door ‘ten minste houdbaar tot’. De inspanningen van de melkveehouder worden dus doorgetrokken naar de transport en de verwerking.”

Klimaat, milieu en natuur

Titus Ghyselinck van WWF gaf ons meer duiding over de mogelijkheden voor natuur en klimaat in melkveehouderij.

“Met klimaat kent onze aarde uitda-gingen op het vlak van biodiversiteit en stikstof. De impact van de melkproductie op het klimaat is nog nooit zo laag geweest. De inspanningen die daarvoor geleverd werden, kunnen we alleen maar toejuichen.

Als we kijken naar de impact van onze melkproductie op het klimaat, ligt die vooral bij de enterische emissies, dus de oprispingen van de koeien bij het verteringsproces, bij het voeder en bij de mest. Ik ga nu vooral in op voeder. Bij voeder kunnen we kijken naar 2 aspecten: het duurzaam beheer van het grasland en de impact van soja (waarvan 19% bij import naar de melkveehouderij gaat). De productie van soja is deels verschoven van de Amazone naar Cerrado. Cerrado is een groot biodivers gebied dat voor veel koolstofopslag zorgt in Brazilië en dat belangrijk is voor de watervoorziening van de Braziliaanse bevolking. Een verschuiving van het probleem is dus zeker geen oplossing.

Oplossingen daarvoor kunnen we zoeken bij lokale alternatieven. Daar gaan melkveehouders in België dan ook meer en meer mee aan de slag.”

Blijvend grasland deel van oplossing

“Het blijvend grasland (blijft minstens 5 jaar staan) kan ons ook vooruit helpen bij de klimaatimpact, want onder blijvend grasland kan ook een grote hoeveelheid koolstof opgeslagen worden. Daarom moeten we ook de minder productieve graslanden ouder dan 20 jaar proberen te bewaren. Dat draagt ook alleen maar bij aan de biodiversiteit. Belangrijk is ook dat dat land extensief onderhouden wordt.

Wat wij vooral willen meegeven vanuit WWF is dat het belangrijk is dat we klimaat, natuur en milieu niet los van elkaar mogen/kunnen beschouwen en dan er nood is aan een geïntegreerde systeemaanpak. Daarnaast is het voor ons belangrijk dat we een landbouw creëren die in balans is met de samenleving, waarbij we de ecosystemen optimaal benutten en ondersteunen. Ten slotte is het belangrijk voor de landbouwer zelf om er een economisch positief verhaal van de maken. Daarom is het volgens ons zeer goed dat er meer en meer ingezet wordt op alternatieve verdienmodellen voor bijkomende winsten.”

Bijdragen aan klimaatvraagstuk

Diana Schoonhoven gaf ons als adviseur Klimaat, Energie en Duurzaamheid bij Boerenbond mee hoe de melkveehouderij kan bijdragen aan oplossingen voor het klimaatvraagstuk.

“Melkkoeien zorgen ervoor dat er extra eetbaar eiwit wordt aangemaakt. Mensen kunnen geen gras of bepaalde resten uit de voedingsindustrie eten, maar koeien kunnen dat wel. Zij zetten eiwitten uit die producten om naar eiwit dat eetbaar is voor ons. Zij kunnen zelfs de hoeveelheid eiwitten die zij eten verdubbelen voor ons via melk. Dat moeten we dus koesteren. Het grootste nadeel is dat tijdens dat proces heel wat pens-emissies gevormd worden.

Onze zuivelketen blijft steeds inzetten op verduurzamen. Dat doen we met onder andere korteketenverkoop en het duurzaam samenwerken met leveranciers, afnemers enzoverder. De melkveehouders die hun steentje bijdragen, doen dat op verschillende manieren. Denk maar aan precisielandbouw, bioveiligheid, korte keten, agro-ecologie en nog veel meer. Landbouwbedrijven mogen van elkaar verschillen, want het is door die verschillen dat we van elkaar kunnen bijleren en blijven innoveren.

Over ons land heen zijn al veel initiatieven op poten gezet om de landbouwsector te verduurzamen. Dat kan vanuit de overheid komen, maar veel komt ook vanuit de sector zelf, vaak via vrijwilligerswerk. Daardoor kon die mooie daling van 30% koolstof per l melk behaald worden. Vooral de pensemissies en de emissies gekoppeld aan krachtvoeders kenden een daling”, stelt Diana Schoonhoven.

Lage koolstofvoetafdruk

“Als we de koolstofvoetafdruk van melk in België met de rest van de wereld vergelijken, zien we dat onze koolstofvoetafdruk per kg melk bij de laagste van de wereld hoort. Er is veel vraag naar zuivel in de wereld, dus is het belangrijk dat we dat blijven produceren in België, want wij kunnen dat heel duurzaam doen.

België is ook een koploper in duurzame soja. Op dit moment scoren de Scandinavische landen nog beter. In Noorwegen is 100% van de soja duurzaam. België staat met 64% op de vierde plaats en streeft ook naar 100% duurzame soja tegen 2030.

Wij hebben wel onze aandachtspunten bij het verduurzamen van de landbouw. Zo vinden we het zeer belangrijk dat inspanningen van landbouwers naar duurzaamheid toe goed beloond worden, waardoor die inspanningen ook rendabel zijn. Iedereen heeft ook zijn eigen competenties en mogelijkheden, waardoor elk bedrijf op zijn eigen manier moet kunnen werken. Iedereen zit in een andere situatie en op een andere locatie. We mogen niet bij voorbaat zeggen dat we een vorm van landbouw niet oké vinden. Eén nadeel kan samenhangen met veel voordelen voor het klimaat.

Als laatste vinden we het ook heel belangrijk dat de wetgevingen op elkaar afgestemd moeten zijn en elkaar niet moeten tegenwerken, en dat de ingevoerde zuivelproducten aan dezelfde strenge voorwaarden moeten voldoen als de producten die hier gemaakt worden.”

Recent methaanonderzoek

Sam De Campeneere, wetenschappelijk directeur bij het Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek (ILVO), bracht recente inzichten in methaanonderzoek mee.

“Uit onderzoek blijkt dat de afbouw van methaanemissies veel sneller een positieve invloed heeft op de opwarming van de aarde dan de afbouw van CO2 uit fossiele brandstoffen. Als we de methaanemissies op 30 jaar tijd kunnen doen zakken met 35%, is er zelfs een soort van afkoelend effect op de aarde. Daarom ligt er nu veel druk op methaanreductie. Het effect van de reductie van fossiel brandstofgebruik zal veel langer op zich laten wachten, maar is daarom zeker zo belangrijk.

Het is ook belangrijk dat er een nuance blijft in het verhaal van broeikasgassenuitstoot. Daarbij moeten we ook opletten met die focus op methaan . We moeten een ‘bredere bril’ durven op te zetten en voor de landbouw het hele voedselproductieverhaal bekijken. In het klimaatdebat moeten we daarom blijven vertellen dat landbouw met natuurlijke processen werkt, waarbij nu eenmaal broeikasgassen vrijkomen. We moeten leren aanvaarden dat runderen een bepaald percentage methaan uitademen – al moeten we dat percentage tot een minimum beperken”, aldus Sam De Campeneere.

Sanne Nuyts

Lees ook in Melkvee

Meer artikelen bekijken