Glanskever duikt al op in koolzaad
Net zoals vorig seizoen volgt het Praktijkpunt Landbouw de aantasting door de glanskever in koolzaad op. Daarvoor werken ze in de provincie Vlaams-Brabant samen met 10 koolzaadtelers. In hun percelen zijn vangkommen geplaatst, en deze week gebeurden er voor het eerst tellingen van het aantal kevers per plant.
Het slechte nieuws is dat de glanskever reeds opduikt in koolzaad. Het goede nieuws is dat de aantallen ver onder de schadedrempel blijven. Een juiste timing voor de insecticidebehandeling wordt dit voorjaar erg belangrijk. Het doel moet zijn om het gewas met één bestrijding naar het veilige stadium volle bloei te loodsen.
In de tweede week van maart zijn er vangkommen voor de opvolging van de glanskever aangebracht op 10 waarnemingspercelen van koolzaad. De percelen zijn voornamelijk gelegen in het Hageland en het Dijleland want daar groeit meer koolzaad dan in het Pajottenland. Spreiding is er niet alleen qua regio, maar ook op vlak van zaaitijdstip en teelttechniek (reinteelt versus mengteelt met vlinderbloemigen).
Stengelstrekking
Op de vroegst gezaaide percelen was de stengelstrekking van het koolzaad voor de winter al begonnen. Door het uitblijven van strenge vorst en sneeuwval heeft het gewas daar tot op heden geen nadeel van ondervonden. Het vers gewicht van de wortels van 10 uitgegraven koolzaadplanten geeft een beeld gaande van 118 gram tot 351 gram. Behalve aan de zaaidatum is het verschil ook toe te schrijven aan rassenkeuze, reinteelt versus mengteelt met vlinderbloemigen en het al dan niet aanwenden van traagwerkende organische meststoffen voor zaai.
Omdat de vele neerslag in augustus de tarweoogst en het persen van stro dwarsboomde, kwamen de meeste koolzaadtelers pas in september aan zaaien toe. Ook op hun percelen is de stengel inmiddels gestrekt, komt de hoofdbloemknop samen met zijknoppen tevoorschijn of steekt hij al boven het gewas uit. In combinatie met relatief zachte temperaturen hoeft het dus niet te verbazen dat de glanskever nu al opduikt. De eerste vondst dateert van 9 maart, in de open bloemetjes van een doorgeschoten bladrammenas vlakbij koolzaad. Ook in Wallonië zijn de glanskever en de snuitkever al vroeg gesignaleerd.
Op 14 maart zijn de gele vangkommen gecontroleerd die de week voordien zijn uitgezet. In de meeste kommen zaten glanskevers, wat voor het Praktijkpunt het signaal was om de tellingen te starten. Het aantal kevers in de vangkommen is niet leidend voor de bestrijdingsstrategie. Wel van belang is het gemiddelde aantal kevers per plant. In het stadium knopvorming ligt de schadedrempel op 3 tot 4 kevers per plant in een gezond gewas, en 1 kever per plant in kwetsbaar koolzaad. De blinkend zwarte kevertjes blijven gevaarlijk tot aan de bloei. Tot er bloemetjes open staan, vreten ze gesloten bloemknoppen aan in hun zoektocht naar stuifmeel. Het aantal glanskevers zit op alle waarnemingsvelden nog ver verwijderd van de schadedrempel. We zoeken steeds op 5 groepjes van telkens 5 planten naar kevers. Op 7 percelen leverde die zoektocht niets op. Enkel in het koolzaad te Holsbeek, Tienen, Waanrode en Kampenhout zaten er kevers.
Duivenvraat
Op 6 van de 10 waarnemingsvelden is de gewasontwikkeling in meer of mindere mate geremd door duivenvraat. Dat weerspiegelt hoe groot het probleem dit seizoen is. Op de meeste percelen doet de schade zich niet overal voor, maar bijvoorbeeld alleen in de perceelrand langs een houtkant. Toch zijn er ook percelen die van de eerste tot de laatste meter ‘begraasd’ zijn door duiven. Zolang de duiven vanaf de hergroei geweerd kunnen worden en de hoofdbloemknop intact blijft, is dit naar opbrengst toe geen drama.
Begin volgende week worden alle waarnemingsvelden opnieuw geïnspecteerd want de plaagdruk kan snel stijgen na enkele zonnige dagen. Op basis van de huidige gegevens kunnen we besluiten dat we nog niet in de gevarenzone zitten. Koolzaadtelers die eerstdaags een groeiverkorting uitvoeren, stellen de bestrijding van de glanskever dus beter uit. De erkende insecticiden moeten het van hun contactwerking hebben.
Voor meer info kan je terecht bij: wim.fobelets@vlaamsbrabant.be
