Startpagina Melkvee

“Het moment van oogsten is gekomen“

Huidig Milcobel-voorzitter Dirk Ryckaert is nog geen vol jaar de opvolger van Guido Veys, maar kreeg toch al een flinke portie discussies voor de voeten geworpen. Het diepe prijsdal van halverwege 2016 is daar niet vreemd aan. Maar de nieuwe voorzitter kijkt vol vertrouwen vooruit: “Ik ben ervan overtuigd dat de tijden waarin Milcobel prijsdalingen extra hard voelt niet meer zullen weerkeren”, zo maakt hij zich sterk.

Leestijd : 12 min

Daarna haastte de voorzitter-melkveehouder uit Dikkelvenne (Gavere, halverwege Gent-Oudenaarde) zich evenwel om er onmiddellijk aan toe te voegen dat dit niet wil zeggen dat er geen diepe dalen meer zullen voorkomen. Dirk Ryckaert heeft zich goed voorbereid op het gesprek met Landbouwleven en weet wat hij wil zeggen. Dat moet ook wel bij de functie van voorzitter van de ongeveer 2.870 eigenaar-leveraars van Milcobel. Net iets meer dan 60 % van de Vlaamse melkveehouders levert aan Milcobel. Een aandeel dat mogelijks nog een onderbelichting is van de positie van het bedrijf als prijszetter aan leveraarszijde op de Vlaamse (en Belgische) markt. “Ik heb ook soms het gevoel dat anderen afwachten tot wij onze prijszetting gedaan hebben”, knikt de heer Ryckaert.

 

Beginnen doen we zoals het hoort met de prijs. Vorige week raakte bekend dat Milcobel na een half jaar van aangehouden, forse klim opnieuw een euro zakt. Is de prijspiek nu al bereikt en verleden tijd?

Dirk Ryckaert :“De internationale prijzen voor boter zijn gedaald, en we kennen nu inderdaad een lichte correctie van de melkprijs. Maar dat zien we ook bij andere zuivelbedrijven. We hebben niet onmiddellijk vooruitzichten dat die melkprijs nog spectaculair zal stijgen of dalen. Op korte termijn verwachten we rond dit prijsniveau stand te kunnen houden.”

 

Is de huidige melkprijs, met een reëel uitbetaalde melkprijs van 36,08 euro per 100 liter, voldoende?

DR: “Vandaag is de melkprijs toch zo dat iedere melkveehouder normaal zijn brood zou moeten kunnen beginnen verdienen. Melkveehouders die dit vandaag nog niet kunnen, gaan wellicht gebukt onder erg zware investeringen. We mogen wel niet vergeten dat er maanden met verlies is gewerkt. Het verlies van de voorbije maanden is nog niet weggewerkt; er zullen nog enkele goede maanden moeten volgen om de verliezen weg te werken.”

“Vandaag is de melkprijs toch zo dat iedere melkveehouder normaal zijn brood zou moeten kunnen beginnen verdienen.”

 

De prijszetting in het algemeen, maar die van Milcobel in het bijzonder, toonde vorig jaar een dubbel gezicht. De eerste helft was erg pijnlijk te noemen. Hoe verklaart u het dal?

DR: “We hebben inderdaad diepe dalen gekend in een slechte conjunctuur. Niet alleen de melkpoeders maar ook de industriële kaas en in afgeleide daarvan de wei deden het tijdens de voorjaarsmaanden van 2016 niet goed. Ondertussen zijn vooral de kaasprijzen meer dan verdubbeld en hebben we binnen het bedrijf echt een efficiëntieslag gemaakt: de verwerkingskosten per liter melk zijn gezakt en we draaien op een optimale bezetting. We hebben de opgaande markt heel goed kunnen volgen en hebben dat kunnen vertalen in de melkprijs. Ik denk dat de spectaculaire stijging die daarop volgde op bedrijfsniveau heel welgekomen was. Het volledige verwerkingsapparaat is vernieuwd, de structuren zijn volledig nieuw, en daar beginnen we nu ook van te oogsten.”

 

Heeft het opmerkelijke prijsdal er ook niet mee te maken dat Belgische zuivelverwerkers, ondanks alles, toch te veel melk blijven verwerken in bulkproducten? Recent investeerde Milcobel nog 80 miljoen euro in een nieuwe poederfabriek.

DR: “Die opmerking gold misschien vroeger, maar nu zeker niet. Milcobel heeft al enkele jaren de keuze gemaakt voor risicospreiding en diversificatie, weg van poeder, boter en witte melk. Je vernoemt de nieuwe poederfabriek, maar met die poederfabriek zetten we net in op het produceren van hoogwaardig poeder. We kunnen er een 60-tal varianten in produceren, waarmee we kunnen beantwoorden op alle extra’s die gevraagd worden in de markt, voor bijvoorbeeld babymelkpoeder.Vandaag gaat ook al meer dan 50 % van al onze melk naar consumentenkazen en kazen zoals cheddar en mozzarella. ”

“Vandaag gaat al meer dan 50% van al onze melk naar consumentenkazen en kazen zoals cheddar en mozzarella.”

 

Je zou kunnen zeggen dat industriële kazen zoals mozzarella en cheddar ook niet de producten zijn met de grootste meerwaarde. Het blijven industriële bulkkazen, en dan helpt het niet veel dat je - is het nu de tweede of derde? - grootste mozzarellafabriek van Europa hebt.

DR: “Maar we hebben ook consumentenkazen zoals Brugge kazen waarmee we bij de top twee van de meeste geconsumeerde kazen in België behoren, dat telt ook. Kijk, we zijn groot binnen België of Vlaanderen, maar naar volume gaan we inderdaad de wedstrijd verliezen op het Europese of wereldvlak. We willen dan ook niet de grootste zijn, maar wel de standaard zetten op het vlak van kwaliteit. Dat doen we met mozzarella en ook met ijs voor private label, waarin we voor beiden toch binnen de EU de referentie op het vlak van kwaliteit en service hebben. Het is op het vlak van kwaliteit en service waar we onze voorsprong willen behouden en uitbouwen. Dat is voor mij veel belangrijker dan de vraag of we nu de tweede of derde grootste fabriek hebben.”

 

De markt van de drinks en yoghurts lijkt voor Milcobel nog wel een blinde vlek.

DR: “We hebben succesvolle merken zoals Choco!Choco en Yogho!Yogho!, maar consumentenmerken vragen veel investeringen. Het klopt dat het voor de drinks nog niet helemaal is zoals het hoort, maar we zijn ermee bezig. Onze nadruk ligt echter op kazen. Ook de wei, een bijproduct uit de mozzarellaproductie, weten we hoogwaardig af te zetten richting baby- en sportvoeding.”

 

In de internationale LTO-melkprijsvergelijking die Landbouwleven maandelijks publiceert blijken de Franse melkerijen heel wat stabieler én hoger uitbetaald te hebben in 2016. De Fransen blijken het zoeken naar stabiele meerwaarde toch nog beter in de vingers te hebben.

DR: “Als je de vergelijking maakt, moet je ze ook volledig maken. De Fransen hebben hun markt met oorsprongsvermeldingen in de retail afgeschermd. Bovendien werken de Fransen met A- en B-prijzen. Melk boven het oude quotum werd daarin betaald aan B-prijzen die soms minder dan 10 cent per liter bedroegen. Die B-prijzen worden echter in de internationale vergelijking niet meegenomen.”

 

Een andere kritiek die op coöperatievlak te horen viel is dat Milcobel de voeling met zijn leden verliest en er van hogerhand niet geluisterd wordt naar de basis. De directe link van iedere ledenkring met de Raad van Bestuur viel met de hervorming van vorig jaar weg.

DR: “Mensen denken dat je met een bedrijf zoals Milcobel anno 2017 nog voor elke beslissing naar de basis kan, maar dat gaat gewoon niet meer. De ledenstructuur werd het voorbije jaar volledig hervormd om de professionaliteit van het bestuur naar een hoger niveau te brengen, en zo uiteindelijk ook voor een betere melkprijs te zorgen. De coöperatieraad - waarin 40 melkveehouders optreden als vertegenwoordigers van de leden - kreeg zelfs meer invloed dan voorheen en geeft advies over alle belangrijke beslissingen. En we zien dat het werkt.”

 

We willen ons ver houden van de schandaalsfeer in de politiek over de verloning van allerlei mandaten, maar hoe zit het met de vergoeding voor zij die zich engageren binnen de Milcobel-structuur?

DR: “Iedereen die in de ledenstructuur een engagement opneemt is zelfstandige en heeft zelf ook een melkveebedrijf. En een dag zonder werk voor een boer bestaat niet. De vergoedingen voor hun engagement zijn dan ook gebaseerd op de kostprijs voor vervangende arbeid om het werk op het eigen bedrijf verder te zetten en zijn voor iedereen hetzelfde.”

 

U gaat er prat op een goede melkprijs en een goede ledenvertegenwoordiging te hebben, maar toch nemen een 100-tal melkleveraars zich voor om Milcobel de rug toe te keren. Hoe verklaart u dat?

DR: “Er zullen wel verschillende redenen zijn, maar in België zijn er melkerijen die tijdelijk iets beter presteerden in hun melkprijzen dan wij, alhoewel wij internationaal gelijktijdig en zelfs sterker gestegen zijn dan bijvoorbeeld FrieslandCampina of Arla. Dat zelfs de kleinste melkprijsverschillen ingeroepen worden na een lange periode van laagconjunctuur is deels begrijpelijk. Het is jammer dat daarmee het langetermijnperspectief soms uit het oog verloren geraakt.”

 

Milcobel heeft een omvangrijk investeringstraject gereden. Onder andere in Kallo kwam er een nieuwe droogtoren voor het produceren van  hoogwaardige melkpoeders.
Milcobel heeft een omvangrijk investeringstraject gereden. Onder andere in Kallo kwam er een nieuwe droogtoren voor het produceren van hoogwaardige melkpoeders.

Wat vindt een nieuwe voorzitter van een coöperatie ervan als er leden het huis verlaten?

DR: “Dat is vanuit coöperatief oogpunt heel jammer, alhoewel ik er ook meteen aan wil toevoegen dat er vorig jaar ook meer dan vijftig coöperanten zijn bijgekomen. We zullen in 2017 meer melk verwerken dan in 2016, maar persoonlijk vind ik het weggaan van die leden wel spijtig. Het bedrijf is door de investeringen van de laatste 5 jaar volledig vernieuwd. Door de nieuwe structuur en het sterk inzetten op de optimalisatie van de bedrijfsprocessen zijn we nu op het punt gekomen dat we oogsten wat gezaaid is. Het is extra jammer dat er mensen nu op het moment van oogsten het besluit nemen te vertrekken.”

 

Ook de communicatie rond de overstap van FrieslandCampina naar Milcobel werden jullie nooit echt meester.

DR: “Het idee leeft bij sommigen dat de FrieslandCampina-boeren komen profiteren van de investeringen die betaald werden met het melkgeld van de trouwe leden, maar het tegendeel is waar: zij helpen mee het eigen vermogen van de coöperatie te versterken, helpen mee om de gedane investeringen af te betalen, en het extra volume melk laat toe de installaties beter te benutten. Ook leeft soms het oordeel dat we overgeïnvesteerd hebben, maar ook dat is niet de waarheid. We hebben de investeringen gedaan die noodzakelijk zijn om voorbereid te zijn op de toekomst en om aan de leden toekomstperspectief te bieden.”

“Het idee leeft bij sommigen dat de FrieslandCampina-boeren komen profiteren van de investeringen die betaald werden met het melkgeld van de trouwe leden, maar het tegendeel is waar.”

 

Is er dan onvoldoende duidelijk gecommuniceerd, dat niet iedereen zich daar van bewust is?

DR: “We hebben inderdaad misschien onvoldoende geïnformeerd, zodat de leden nog niet alle volledige kennis en inzicht hebben over hoe het productieapparaat er vandaag voorstaat. We willen ook het gesprek aangaan met zij die momenteel ontevreden zijn. We willen onze communicatie beter doen, maar als je het goed doet, moet je het nog tien keer beter doen om het perfect te hebben. Het is een voortdurende evolutie om te verbeteren. We weten dat het beter kan, en dat gaan we ook doen.

“We hebben inderdaad misschien onvoldoende geïnformeerd.”

 

Hoe zit het met het weidemelkdossier?

DR: “Bepaade klanten vragen ons naar het weidemelklogo. Maar ze willen er niet meer voor betalen; het is gewoon een bijkomende eis. We zien dat nu 65 % van onze melkproductie onder ‘weidemelk’ zou kunnen vallen. Maar die melk kan onmogelijk allemaal geplaatst worden onder dat logo. We willen het bijgevolg ook niet actief promoten. We vonden wel dat als wij een onkostenvergoeding wilden lanceren, het voor iedereen hetzelfde moest zijn, en dat is wat er gebeurd is.”

 

Uit recent Vlaams doctoraatsonderzoek blijkt nochtans dat een deel van de consumenten meer wil betalen voor dierenwelzijn en dat beweiding daar als een belangrijk onderdeel van wordt gezien. In Nederland bereidt de wetgever zich voor om vanaf 2020 weidegang misschien zelfs af te dwingen.

DR: “Weidegang is een hele moeilijke, en is zelfs vrij controversieel. Op wetenschappelijk vlak zien we dat koeien zeker niet altijd een voorkeur voor de wei hebben. In een moderne stal is het koecomfort soms beter dan in de wei. Langs de andere kant heeft de consument eigenlijk altijd gelijk. Maar ik betwijfel of de melkerijen die hier op inzetten, altijd de meerwaarde vinden die ze hiervoor hopen te vinden.”

 

Wat met andere mogelijke melkstromen, zoals biomelk of A2-melk, melk die door een andere eiwitstructuur beter verteerbaar zou zijn?

DR: “Wij houden de vinger aan de pols, en we sluiten niets uit. Maar tot op vandaag zijn deze melkstromen nog niet aan de orde. Andere melkstromen organiseren brengt ook extra kosten met zich mee op het vlak van logistiek, en die wegen we telkens tegen de baten af. Je kan niet differentiëren tot in het oneindige. Voor biomelk is de vraag stijgend, maar nog niet tot op het niveau dat het interessant wordt voor ons om er ons op af te stemmen.”

 

Ook duurzaamheid wordt steeds vaker op tafel gelegd in de retail, zit er daar toekomstmuziek in voor jullie?

DR: “De duurzaamheidsmonitor wordt via de IKM-certificering opgemeten. Maar we kunnen niet alles tegelijk doen; we moeten handelen naar de middelen en krachten die we hebben. Nu onderscheiden we ons in afgewerkte producten, weg van de klassieke en bulkproducten. Het bedrijf is geherstructureerd en vernieuwd. Als dat proces helemaal rond is, dan zien we wat de volgende stap kan zijn. Of we er meer mee moeten doen dan nu al het geval is, daar is vandaag nog geen helder antwoord op te geven.”

 

Wat vond u van de scherpe uithaal van ABS richting Milcobel, onder andere over de weidemelkvergoeding?

DR: “Ik heb nog geen gesprek gehad met de leiding van ABS. Het zou goed geweest zijn dat ze eerst in gesprek zouden gegaan zijn met het nieuwe bestuur en de nieuwe voorzitter vooraleer uit te halen. Wij zijn zelf ook veehouder en steken onze nek uit om Milcobel beter te maken en tot een betere prijs voor alle coöperanten te komen. Een gesprek was wel op zijn plaats geweest.”

 

We hebben ruimte voor nieuwe leveraars , is Dirk Ryckaert helder.
We hebben ruimte voor nieuwe leveraars , is Dirk Ryckaert helder.

Een verhaal dat nog af en toe de kop op steekt, is dat jullie zoete broodjes bakken met Boerenbond.

DR: “In de periode dat ik voorzitter ben, heb ik alvast geen enkele connectie gezien. Wij zijn ook geen syndicale organisatie, maar een coöperatie van veehouders die beslist hebben melk gezamenlijk op te halen en te vermarkten. Onze doelstellingen zijn anders dan die van ABS en Boerenbond. We kennen de syndicale organisaties wel, en we versterken elkaar als het nodig is. Maar ik maak geen onderscheid tussen de een of de ander. Als ik beide voorzitters tegenkom, dan is er geen verschil in begroeting. Ik wil beiden de hand reiken en sta altijd open voor elk gesprek.”

 

Ook de kritiek op het later uitbetalen van de getrouwheidspremie raakt jullie niet?

DR: “Die getrouwheidspremie dient om de trouwe leden te belonen, en dat doen we nu ook. Anderen doen het al veel langer. Ik denk dat we wat dividend, toetreding en uittreding betreft, gerust de vergelijking met andere coöperaties kunnen doorstaan. Onze voorwaarden om te vertrekken zijn zelfs laagdrempelig. Dat is misschien negatief voor ons, maar het is onze taak om er voor te zorgen dat er geen behoefte is om weg te gaan.”

 

De 50 boeren waarvan eerder sprake die zich aangesloten hebben bij Milcobel, wat zijn hun motieven?

DR: “Dat zijn mensen die de oefening heel goed gemaakt hebben: ze hebben gekeken naar het verwerkingsapparaat en het productassortiment van de melkerij en besloten hebben dat Milcobel voor hen de beste partij is. Het zijn ook mensen die vertrouwen hebben in de coöperatieve structuur en de perspectieven die Milcobel hen geeft.”

 

Kijken boeren nu niet genoeg naar het bedrijf achter de melkprijs?

DR: “Boeren zouden meer bezorgd moeten zijn over het verdere traject van de melk eens die in de vrachtwagen van de ophaler zit, ja. Uiteraard moet je een concurrentiële melkprijs hebben, maar boeren moeten meer oog hebben voor welke zuivelproducten de melkerij vermarkt. Dat bepaalt immers niet alleen de melkprijs voor deze maand, maar ook voor die van over tien tot twintig jaar. Ook regels rond kapitaalopbouw, dividend, beschikbaarheid van kapitaal bij toetreding en vertrek moeten in overweging genomen worden. Ik weet niet of iedereen al die factoren altijd goed mee in rekening brengt.”

“Uiteraard moet je een concurrentiële melkprijs hebben, maar boeren moeten meer oog hebben voor welke zuivelproducten de melkerij vermarkt.”

 

Was het toch niet beter geweest van Milcobel om de allerlaagste melkprijzen halverwege vorig jaar wat te bufferen, om de pijn op de melkveebedrijven wat te helpen dragen?

DR: “Bufferen is niet onze opdracht als zuivelbedrijf. Wij reserveren niet in goede periodes om te compenseren in slechte periodes. Hetgeen uit de markt komt, stoppen wij maximaal in de melkprijs. Bufferen moeten onze coöperanten op eigen beweging doen. Wel hebben we als zuivelbedrijf ingezet op risicospreiding, met onder meer de helft van de melk die in kaas gaat. Dat is ook een buffer, en blijkt nu de juiste keuze te zijn.”

“Bufferen is niet onze opdracht als zuivelbedrijf. Wij reserveren niet in goede periodes om te compenseren in slechte periodes.”

 

Kunnen contracten geen optie bieden voor zij die de diepste dalen toch willen vermijden?

DR: “Daarover is nog geen besluit genomen; dat moeten we aftikken met de achterban. We zien ook wel hoe de markten evolueren, maar op dit moment hebben we daarover nog geen standpunt ingenomen.”

 

Slotsom, is de coöperatie Milcobel goed uit 2016 gekomen?

DR: “Ik ben overtuigd van wel. Vergeet niet dat we bijna de enige zijn die in het prijsdal geen leveraars heeft afgestoten. Ook de groei die leden gaan doormaken, blijven we volgen en blijven we de afname van garanderen. We hebben zelfs ruimte voor nieuwe leveraars. Nu optimaliseren we installaties door melk voor derden in maakloon te verwerken, maar die capaciteit kunnen we te allen tijde vervangen door melk van eigen of nieuwe leden.”

IDC

Lees ook in Melkvee

Meer artikelen bekijken