Startpagina Aardappelen

Nieuwe en gekende frietrassen in proef gelegd

In Huldenberg, Nieuwenhove, Waterland-Oudeman en Zonnebeke werden nieuwere frietrassen aangelegd. In Poperinge, Sint-Niklaas en Tongeren werden 10 frietrassen geplant die al een ruimere verspreiding kennen in Vlaanderen.

Leestijd : 12 min

Het jaar 2018 werd vooral gekenmerkt door een langdurige droogte in combinatie met enkele hittegolven. De regen in augustus kwam eerst onder de vorm van plaatselijke onweersbuien. Op de meeste plaatsen kwam de regen te laat om nog een goede opbrengst te verzekeren. De proefpercelen zijn niet beregend.

In Huldenberg, Nieuwenhove, Waterland-Oudeman en Zonnebeke werden 10 frietrassen aangelegd. Fontane en Innovator werden als referen ties opgenomen samen met variëteiten die nieuw waren of minder dan vijf jaar aanlagen in proeven: Alverstone Russet, Bricata, Croky, Donata, Ivory Russet, Leonata, Miss Malina en Tiger.

In Huldenberg en Nieuwenhove werd maleïnehydrazide ingezet tegen doorwas. Hierdoor stegen de onderwatergewichten voldoende hoog en werd het percentage drijvers beperkt. In Waterland-Oudeman had het gewas na de droogte niet meer de kracht voor een tweede groei. De onderwatergewichten stegen voldoende hoog en drijvers vormden geen probleem.

Op vlak van opbrengst werden de laagste resultaten gehaald in Waterland-Oudeman - de regen kwam te laat - met een gemiddelde van slechts 24 ton/ha (na aftrek van 20% om kopakkers, spuitsporen… in rekening te brengen) en met een zeer fijne sortering. Ook in Nieuwenhove bleef de opbrengst steken op slechts 27 ton/ha. In Huldenberg en Zonnebeke werd nog 35 ton/ha bereikt. In Zonnebeke waren de knollen het grofst gegroeid.

In Poperinge, Sint-Niklaas en Tongeren werden 10 frietrassen geplant die al een ruimere verspreiding kennen in Vlaanderen: Agria, Bintje, Challenger, Daisy, Fontane, Innovator, Lady Anna, Magnum, Markies en Royal. Daar werd Fontane aanzien als referentie. Enkel in Tongeren werd maleïnehydrazide toegepast: onderwatergewichten lagen hoog, alsook de blauwgevoeligheid. Desondanks voldoende droge stof in de knollen, bleef de frietkwaliteit dikwijls ondermaats. De opbrengst kwam in Tongeren op 37 ton/ha over alle rassen heen (na aftrek van 20%).

Ook in Sint-Niklaas lagen de onderwatergewichten hoog met hier en daar wat drijvers. Daar werd een uitstekende frietkwaliteit gevonden. Op de droge zandgrond bleef de opbrengst beperkt tot gemiddeld 26 ton/ha. In Poperinge ten slotte vielen er vroeger in augustus al enkele belangrijke regenbuien. Dit heeft ervoor gezorgd dat het gewas zich enorm kon herpakken na een heel moeilijke start. Uiteindelijk werd nog een mooie opbrengst gehaald van 55 ton/ha. Maar deze late explosieve groei was nefast voor de kwaliteit.

Tijdens het vergelijken van de rassen met de referenties wordt er steeds rekening gehouden met de locaties waar de rassen aanlagen. Een nieuw ras dat op vier locaties werd geplant, zal dus enkel vergeleken worden met de resultaten van de referentie(s) van dezelfde vier locaties. De resultaten van Fontane en Innovator, die hieronder beschreven staan, komen van de drie locaties (Poperinge, Sint-Niklaas en Tongeren).

frietrassen

Agria

Agria wordt gekenmerkt door zijn geelvlezige kleur en zijn hoge opbrengsten. Dit ras vraagt wel enige aandacht tijdens de bewaring.

Agria kende een mooie meeropbrengst ten opzichte van Fontane van 16%. Enkel Royal deed het nog beter. Agria haalde met 74% van zijn opbrengst in de sortering +50mm een mooie grofte die net iets hoger lag in vergelijking met de referentie. Zijn knollengte lag rond 8,2 cm wat een gemiddelde waarde is voor 2018.

Zijn onderwatergewicht viel wel tegen en schommelde rond 358 g/5kg. Op elk van de drie locaties werden drijvers gevonden (tussen 5 en 24%). De blauwgevoeligheid haalde een gemiddelde score van 163 terwijl zijn onderwatergewicht laag bleef. De frietkwaliteit viel tegen met een score rond 3,1 voor alle drie de locaties. De smaak na koken was net goed te noemen.

De resultaten uit 2018 waren grotendeels vergelijkbaar met 2017; enkel de frietkwaliteit was in 2017 wél zeer goed.

Bintje

Het areaal van Bintje blijft dalen, maar het aantal telers die dit ras telen is niet onbelangrijk in Vlaanderen. Daarom werd Bintje nog steeds in de top10-rassen opgenomen.

Op vlak van opbrengst kan Bintje niet meer mee met de nieuwere rassen, maar ook niet binnen de top10 met rassen die vaak ook al iets langer op de markt zijn. Bintje haalde op de drie locaties dan ook de laagste opbrengst, die uiteindelijk 17% lager lag dan deze van Fontane. Ook zijn sortering was de fijnste van alle rassen met slechts 46% in de sortering +50mm.

Zijn onderwatergewicht bleef enkel in Poperinge zeer laag (311 g/5kg) met veel drijvers. Op de andere twee locaties werd een onderwatergewicht rond 393 g/5kg gehaald met respectievelijk 0 en 6% drijvers. In combinatie met zijn onderwatergewicht lag zijn blauwgevoeligheid wel iets hoger met een index van 190. Zijn frietkwaliteit was maar op één locatie zeer goed en haalt hierdoor gemiddeld de slechtste score van alle rassen op dezelfde locaties. Er werden ook veel heterogene frieten gevonden. In Poperinge, met het zeer lage onderwatergewicht, was de smaak na koken dan ook slecht, maar op de andere locatie niet. Normaal zijn we van Bintje een zeer goed smaak na koken gewoon in combinatie met een goede frietkwaliteit. Bintje bleek ook opnieuw gevoelig te zijn voor gewone schurft.

Bricata

Bricata werd voor het derde jaar in de rassenproeven opgenomen en heeft geel vruchtvlees. Dit ras hoort thuis in het Fontane-segment. Bricata kende net zoals vorige jaren op alle locaties een zeer vlotte opkomst. Andere jaren zette de afrijping sneller in als je het vergelijkt met de andere rassen, maar in 2018 verliep de afrijping minder snel. Bricata vormde 4,8 stengels per struik (cfr. het gemiddelde over de rassen heen). Er werden 13 knollen per struik gevormd, wat hoger ligt dan het gemiddelde. Dit ligt volledig in lijn met de geadviseerde plantafstand van 36 cm in de rij. Dit ras is eerder gevoelig voor metribuzin (voor-opkomst).

Bricata haalde een minopbrengst van 17% ten opzichte van Fontane (-7% en -2% in respectievelijk 2017 en 2016). Met 71% van de opbrengst in de sortering +50mm haalt Bricata opnieuw een gemiddelde grofte. Zijn knollen zijn net iets ronder dan gemiddeld.

Zijn onderwatergewicht lag gemiddeld op 386 g/5kg met weinig drijvers. Zijn blauwgevoeligheid lag op een te verwachten niveau van 134. Zijn frietkwaliteit was uitstekend met nauwelijks heterogene frieten. Opvallend is zijn smaak na koken die voor het derde jaar op rij (zeer) goed is. Er werd na oogst wel nogal wat lakschurft vastgesteld op de knollen (nauwelijks op het pootgoed), alsook diepschurft.

Challenger

Challenger is een ras dat sinds 2010 steeds bleef groeien in areaal en de laatste drie jaar een constant aandeel kent in de late bewaaraardappelen. Challenger komt hiermee in de top vijf van meest geteelde rassen. Net zoals Bintje wordt een ruimere plantafstand in de rij geadviseerd. Let op: Challenger heeft geen resistenties tegen aardappelcystenaaltjes. Opvallend was wel de (zeer) onregelmatige opkomst.

Ondanks de onregelmatige gewasstand haalde Challenger (zoals gewoonlijk) eenzelfde opbrengst als Fontane. Zijn sortering was maar lichtjes fijner in vergelijking met de referentie. Dit is een goed resultaat wetende dat Challenger (net als Bintje) een hoger knolaantal per struik heeft.

Op twee locaties haalde Challenger een onderwatergewicht van meer dan 400g/5kg (cfr. Fontane). Enkel in Poperinge werd een laag onderwatergewicht met veel drijvers genoteerd. Zijn blauwgevoeligheid lag met een index van 211 eerder aan de hoge kant. Zijn frietkleur was nog net goed te noemen (index 2,9). Zijn smaak na koken bleef schommelen rond een score van net wel of net niet voldoende. Aardappelschijfjes met een hoog onderwatergewicht resulteerden in een te grote meligheid. Challenger is gevoelig voor roest in het vruchtvlees.

Daisy

Daisy is een middenlaat ras met Franse oorsprong dat gekend is voor zijn grofte. Op de drie locaties bleef zijn netto-opbrengst net iets lager in vergelijking met Fontane. Gemiddeld werd een minopbrengst van 5% gevonden (-15% in 2017). Zijn grofte was dezelfde als van Fontane.

Daisy haalde zoals gewoonlijk een hoog onderwatergewicht van gemiddeld 405 g/5kg (zelfs in Poperinge). Drijvers werden nergens gevonden. Door zijn hoge percentage droge stof lag ook zijn blauwgevoeligheid heel hoog (index 269); enkel bij Magnum lag de index nog hoger. Slechts op één locatie werd een zeer goede frietkwaliteit gevonden. Op de andere twee locaties was de bakindex aanvaardbaar. Daisy is een typisch frietras en dus niet geschikt om te koken met grote gevoeligheid voor grauwverkleuring na koken. Dit alles bevestigt de resultaten van 2017.

Donata

Donata lag voor het tweede jaar op rij aan in onze rassenproeven. Net zoals vorig jaar vormde dit ras een groot aantal stengels (5,9) per struik en een gemiddeld aantal knollen (12). Zijn zeer vlotte opkomst en gemiddelde snelheid van afrijping worden eveneens bevestigd.

Gemiddeld kwam Donata op een minopbrengst van 12% ten opzichte van Fontane (-4% in 2017). Ten opzichte van veel andere rassen in de proeven doet dit ras het hiermee niet slecht. Een mooie 76% van de opbrengst behoort tot de grove sortering. De lengte van de knollen is vergelijkbaar met deze van Bricata en Croky.

Dit ras haalde een onderwatergewicht van 387 g/5kg. Dit is even hoog als het gemiddelde cijfer over alle rassen en locaties heen. Er waren geen problemen met drijvers. De blauwindex ligt op 137. Dit is een laag cijfer terwijl in 2017 nog een zeer hoge index werd genoteerd. Donata bevestigde zijn uitstekende frietkleur. Zijn smaak na koken was overal gewoon goed te noemen, maar wel wat meliger terwijl zijn onderwatergewicht niet opvallend hoog lag. Op alle locaties werd een hoge aantasting van lakschurft op de knollen aangetroffen (nauwelijks op pootgoed).

Donata bevestigt de resultaten van 2017 op vlak van groei, opbrengst, onderwatergewicht, frietkwaliteit en lakschurft. Dit ras scoorde in 2018 beter op vlak van blauwgevoeligheid en smaak na koken.

Fontane

Fontane is veruit het belangrijkste ras in Vlaanderen en vormt dan ook hét referentieras bij de frietrassen.

Op de drie locaties met top10-frietrassen lag de gemiddelde opbrengst van Fontane hoger, namelijk op 49,1 ton/ha of na aftrek voor spuitsporen en kopakkers komt zijn opbrengst op 39,3 ton/ha. Agria, Magnum en Royal haalden op elke locatie een hogere opbrengst dan deze referentie. 71% van de opbrengst zit in de grove sortering +50mm, wat een gemiddeld cijfer is over de top10-rassen heen.

Zijn onderwatergewicht kwam gemiddeld op 398 g/5kg met grote verschillen tussen de locaties. In Poperinge bleef het onderwatergewicht steken op 362 g/5kg, terwijl op de twee andere locaties het onderwatergewicht hoger dan 400 g/5kg lag. Zijn blauwgevoeligheidsindex lag op 188. Zijn frietkleur lag tussen heel goed tot net aanvaardbaar maar was voor elk perceel bij de betere. Zijn smaak na koken was eveneens steeds (zeer) goed.

Innovator

Innovator behoort tot de top 5 frietrassen op vlak van areaal in Vlaanderen. Belangrijk is zijn resistentie tegen Globodera pallida (pathotype 2 en 3).

In de sortering +35mm (zonder afval) haalde Innovator 34,9 ton/ha (na aftrek van 20%). Dit betekent een minopbrengst van 11% ten opzichte van Fontane. Met 74% van zijn opbrengst behorend tot de +50mm behaalde Innovator een mooie grofte.

Opnieuw in Poperinge bleef het onderwatergewicht te laag met heel wat drijvers. Op de twee andere proefplaatsen werd respectievelijk een onderwatergewicht van 381 en 404 g/5kg gehaald met weinig drijvers. Zijn blauwgevoeligheid kwam op een score van 212 wat hoog is in combinatie met een lager onderwatergewicht. Zijn frietkwaliteit lag voor elke locatie op een gemiddelde score. Enkel in Sint-Niklaas was de frietkleur uitstekend; op de andere plaatsen net aanvaardbaar. Zijn smaak na koken varieerde heel sterk over de percelen, gaande van net voldoende tot zeer goed.

Lady Anna

Op drie locaties werd het ras Lady Anna geplant omwille van zijn forse uitbreiding in 2016. Dit ras is een kruising met Fontane als één van de ouders. Lady Anna wordt net als Bintje geplant op 40 cm in de rij (zelfde potermaat) al vormt Lady Anna duidelijk minder knollen per struik. Belangrijk is zijn resistentie tegen G. rostochiensis (pathotype 1, 2, 3) én G. Pallida (pathotype 2).

Op de drie proeflocaties waren er problemen bij de opkomst van Lady Anna. Hierdoor zijn de opbrengstcijfers niet representatief. De voorbije jaren noteerden we een opbrengst die schommelde rond deze van Bintje. Opvallend is de mooie knollengte van dit ras. Met een knollengte van bijna 10 cm vormde Lady Anna de langste knollen.

Zijn onderwatergewicht lag volledig in dezelfde lijn als van Challenger: op twee locaties meer dan 400 g/5kg en in Poperinge slechts 334 g/5kg met 24% drijvers. Zijn blauwindex lag op 186. Andere jaren haalt Lady Anna een uitstekende frietkwaliteit maar in 2018 waren er grote verschillen tussen de proeflocaties: van zeer goed tot net aanvaardbaar. Zijn smaak na koken was (zeer) goed wat ook meestal zo is bij dit ras. Er werd weinig schurft na oogst gevonden.

Met uitzondering van de frietkwaliteit, bevestigen deze resultaten de bevindingen van voorgaande proefjaren.

Leonata

Leonata werd ondertussen al voor de vierde keer in de proeven uitgeplant, is crème-vlezig en doet het ook goed op zandgronden met een mooie knollengte. Net zoals de voorbije jaren kende Leonata een zeer trage opkomst samen met een gemiddelde snelheid in afrijping. Dit ras vormde 4,2 stengels en 11 knollen per struik. Dit zijn gemiddelde cijfers ten opzichte van de andere rassen.

Van jaar tot jaar en plaats tot plaats zien we zijn opbrengst sterk schommelen ten opzichte van Fontane. In 2018 bleef zijn opbrengst 29% lager in vergelijking met de referentie. Met 61% van zijn opbrengst in de +50mm kunnen we spreken van een eerder fijne sortering. Dit ras vormt langere knollen.

Leonata haalde net zoals de voorbije jaren een hoog onderwatergewicht met een gemiddelde van 415 g/5kg. Toch blijft zijn blauwgevoeligheid zeer beperkt. Zijn frietkwaliteit schommelde ook tussen de proeflocaties met gemiddeld gezien een goede score en ook zijn smaak na koken varieerde van net voldoende tot (zeer) goed. Heel af en toe wordt wat grauwverkleuring opgemerkt.

De knollen bij oogst vertoonden een gemiddeld niveau van gewone schurft maar wel wat meer lakschurft.

Magnum

Ook Magnum is geen onbekende in Vlaanderen. Nadeel is wel zijn vatbaarheid voor aardappelcystenaaltjes.

Op elke locatie lag de opbrengst van Magnum hoger in vergelijking met Fontane om tot een gemiddelde meeropbrengst te komen van 13%. Vorig jaar noteerden we nog een duidelijke minopbrengst ten opzichte van de referentie. Magnum haalde een mooie grofte met 73% in de sortering +50mm.

Een voldoende hoog onderwatergewicht is geen probleem voor Magnum. In 2018 waren de verschillen heel groot tussen de drie locaties, gaande van 366 tot 474 g/5kg. Bij het laagste onderwatergewicht hoorde ook een klein percentage drijvers. Zijn blauwgevoeligheid haalde de hoogste score van alle rassen. Zijn frietkleur lag op elke locatie op het gemiddelde van de rassen in proef. Magnum is sowieso geen aardappel voor consumptie: zoals vaak is zijn smaak na koken niet goed. Net zoals in 2017 had Magnum meer diepschurft op de knollen.

Markies

Typisch voor Markies is zijn laatrijpheid en zijn uitstekende lange bewaring.

De opbrengst +35 mm (zonder uitval) kwam gemiddeld 5% hoger uit in vergelijking met Fontane. Er waren wel aanzienlijke verschillen tussen de proeflocaties (cfr. 2017). Markies haalde een mooie grofte met 73% in de sortering +50 mm.

Het onderwatergewicht van Markies schommelde sterk tussen de locaties, namelijk tussen 335 en 413 g/5kg. Op twee locaties werd respectievelijk 8 en 28% drijvers gevonden. Zijn blauwgevoeligheid was de laagste van alle rassen op dezelfde locaties. Op vlak van de frietkwaliteit was dit ras bij de betere, vooral ook omdat zijn bakindex op de drie locaties vrij gelijklopend was en een goede score haalde. Zijn smaak na koken was net voldoende.

Met deze resultaten worden de bevindingen uit 2017 bevestigd.

Miss Malina

Miss Malina werd voor de tweede keer opgenomen in de rassenproeven. Het wordt met zijn lange knolvorm en geel vlees gepositioneerd in het Fontane-segment. Er werden 4,7 stengels en 11 knollen per struik geteld. Zijn opkomst verliep op een gemiddelde snelheid. Alhoewel dit ras eerder als laatrijp wordt bestempeld, verliep zijn afrijping snel.

Op alle vier de locaties bleef zijn opbrengst (zeer) laag. Gemiddeld gezien blijf zijn opbrengst 42% steken onder die van Fontane (-27% in 2017). Ook zijn grofte bleef met 45% in de sortering +50mm zeer fijn. Opvallend zijn zijn lange knollen.

Het onderwatergewicht vormt geen enkel probleem bij Miss Malina met een gemiddelde van 399 g/5kg. Maar ook zijn blauwgevoeligheid lag hoog met een index van 235 (op een schaal van 0 tot 400). Zijn frietindex was overal zeer goed. Zijn smaak na koken was net voldoende met aardappelen die nogal melig waren en lichtjes gevoelig blijven voor grauwverkleuring. Op al de proefvelden werd wel wat lakschurft teruggevonden. Op enkele velden werden ook knollen met vaatbundelverkleuring gezien.

Al deze resultaten bevestigen de bevindingen uit 2017.

Royal

Kenmerkend voor Royal is zijn grote opbrengst en grofte. Dit ras haalde in 2018 de hoogste opbrengst met een meeropbrengst van 20% ten opzichte van Fontane. Het was tevens ook het meest grove ras met 85% van zijn opbrengst in de sortering +50mm. Opvallend is ook zijn korte knollengte of dus de ronde knolvorm.

Zijn onderwatergewicht vormt normaal gezien geen enkel probleem, maar net zoals de andere rassen haalde Royal slechts 351 g/5kg in Poperinge (met 10% drijvers). Royal wordt gekenmerkt door een hoge blauwgevoeligheid (index 278). Op elke locatie bleef zijn frietkwaliteit schommelen rond het gemiddelde van de alle rassen samen. Royal is een echt frietras; zijn smaak na koken was net voldoende. De knollen van Royal hadden veel gewone schurft.

De voorbije jaren zagen we vooral op vlak van de frietkwaliteit betere resultaten voor dit ras.

V. De Blauwer (Inagro), M. Peumans (PIBO), I. Eeckhout (PCA), P. Vandemoortele (LTCW), P. Vermeulen (VTI)

Lees ook in Aardappelen

Meer artikelen bekijken