Neosporose: Besmetting beetje door hond, maar vooral door moeder

IMG_20150930_155641

Uit onderzoek binnen het Abortusprotocol van het voedselveiligheidsagentschap FAVV blijkt dat meer dan 10% van alle verwerpingen met grote waarschijnlijkheid aan Neospora caninum toe te schrijven zijn. In België is momenteel meer dan 60% van de bedrijven besmet met Neospora, terwijl meer dan 10% van de dieren geïnfecteerd zijn.

Cyclus

Neospora caninum is een ééncellige parasiet die verschillende eind- en tussengastheren kent. Het is één van de meest voorkomende oorzaken van abortus bij runderen, maar kan ook problemen veroorzaken bij geiten, schapen en cameliden. De hond is de eindgastheer. Die raakt besmet door opname van besmet weefsel (nageboorte, kadaver, rauw vlees).

Via de uitwerpselen van de hond worden besmette eitjes of oöcysten uitgescheiden. Deze kunnen opgenomen worden door de tussengastheer, bijvoorbeeld het rund, via het voeder of het drinkwater. Neospora-oöcysten hebben een ondoordringbare celwand, wat ervoor zorgt dat ze gedurende een lange periode kunnen overleven in water of in de bodem.

Besmetting

Er wordt wel eens beweerd dat ook vossen Neospora kunnen overdragen op runderen, maar dit is zeker niet het geval. Tot op heden is nog nooit vastgesteld dat vossen Neospora kunnen verspreiden in een kudde runderen.

De meeste runderen raken echter niet besmet via honden, maar via hun moeder. De besmetting wordt immers verticaal overgedragen, van moeder op kalf in de baarmoeder. Meer dan 80% van alle kalveren die geboren worden uit een met Neospora besmette moeder zijn zelf Neospora -drager en blijven dit levenslang.

Runderen kunnen als tussengastheer geen besmette eitjes produceren. Zo kan de besmetting niet horizontaal overgedragen worden op andere runderen van de kudde. Ook geslachtelijke overdracht van stier naar koe is nog nooit beschreven, hoewel er reeds Neospora -DNA gevonden is in het sperma van stieren.

‘Abortusstorm’

Neospora caninum veroorzaakt abortus op zowel melkvee- als vleesveebedrijven. Koeien van elke leeftijd kunnen aborteren vanaf een dracht van 3 maand tot op het einde. De meeste Neospora-gerelateerde abortussen vinden echter plaats tussen de vijfde en de zevende maand van de dracht. Abortus ten gevolge van Neospora kan zich op een rundveebedrijf manifesteren onder twee vormen, de epidemische en de endemische. Bij de endemische vorm hebben de bedrijven vaak een verhoogd abortuspercentage (> 5%) over een aantal jaren heen.

Neospora kan zich ontwikkelen tot een echt abortus-bedrijfsprobleem.
Neospora kan zich ontwikkelen tot een echt abortus-bedrijfsprobleem. - Celien Kemel

De epidemische vorm is minder frequent en wordt gekenmerkt door een hoge prevalentie van abortussen bij drachtige koeien over een relatief korte periode. In sommige gevallen kan dit oplopen tot een abortuspercentage van 30% binnen een paar maanden tijd. In deze gevallen wordt er gesproken van een ware abortusstorm.

Economische verliezen

Naast abortussen kunnen nog andere symptomen te zien zijn op aangetaste bedrijven. Meestal gaat dit over een verminderde vruchtbaarheid door meer terugkerende koeien, gemummificeerde vruchten en in zeer uitzonderlijke omstandigheden kunnen zwakte, misvormingen of kromme poten aanwezig zijn bij besmette, pasgeboren kalveren. In sommige gevallen kan Neospora aanwezig zijn op een bedrijf zonder aanleiding te geven tot specifieke abortusproblemen of andere, want de meeste besmette kalveren die gedurende de dracht een infectie doormaakten, worden klinisch normaal geboren.

Heel vaak kennen besmette bedrijven ernstige economische verliezen ten gevolge van een Neospora -besmetting. Dit gaat over geaborteerde kalveren, een verlengde tussenkalftijd, een verminderde fokwaarde, een verhoogd afvoerpercentage en vaak gestegen dierenartsenkosten.

Vandaag de dag is neosporose opgenomen in de lijst van koopvernietigende gebreken bij vrouwelijke runderen. Aangezien tot op heden nog niet is aangetoond dat neosporose een impact heeft op de vruchtbaarheid bij stieren of venerisch kan overgedragen worden, geldt de koopvernietiging nog niet voor de mannelijke met Neospora besmette runderen.

Het stellen van de diagnose

Omdat neosporose slechts één van de vele oorzaken van abortus is, moeten diagnostische testen zich richten op een hele reeks van mogelijke oorzaken. Het is heel belangrijk dat geaborteerde foetussen samen met de nageboorte en een serumstaal van het moederdier opgestuurd worden voor verder onderzoek. Onderzoek van meerdere geaborteerde kalveren verhoogt de kans op een accurate diagnose van neosporose.

In het geval van een Neospora -abortus, zijn typische letsels in hart en hersenen van de verworpen foetus suggestief voor Neospora . Vertrouwen in de diagnose neemt toe met de sterkte van het antistofniveau in het bloed van de aborterende koe, waarbij hoge seropositieve reacties op het moment van de abortus een grotere voorspellende waarde hebben dan lage seropositieve reacties.

Tankmelkonderzoek

Om te bepalen of neosporose een groot vruchtbaarheidsprobleem is op bedrijven kan men bij melkvee via tankmelkonderzoek de besmettingsgraad bepalen. Wanneer 15% van de gemolken dieren besmet is, zal deze tankmelk positief tekenen op Neospora -antistoffen. Op vleesveebedrijven moeten hiervoor willekeurig een twintigtal dieren ouder dan twaalf maanden bemonsterd worden via een bloedname.

Een positief resultaat betekent altijd dat het dier besmet is, terwijl een negatief resultaat geen uitsluitsel geeft of het dier al dan niet positief is. Een negatief resultaat betekent meestal dat een dier niet besmet is. De hoeveelheid antistoffen in het bloed kan namelijk wisselen in de tijd, waardoor runderen op bepaalde momenten in hun leven vals-negatief testen op basis van het bloedonderzoek.

Behandeling en controle

Een echte behandeling voor Neospora-infecties bestaat vandaag de dag nog altijd niet. De bestrijding is gebaseerd op preventie. Hoewel het niet gemakkelijk is om een bedrijf vrij te krijgen van Neospora , is het toch mogelijk. De bestrijdingskosten wegen meestal niet op tegen de risicokosten die een infectie met zich meebrengt.

De belangrijkste besmettingsroute binnen een bedrijf is de infectie van foetussen in de baarmoeder van besmette koeien tijdens de dracht. Deze geïnfecteerde dieren kunnen geïdentificeerd worden op basis van serologie en een eventuele voorgeschiedenis van Neospora-abortussen. Om een bedrijf vrij te krijgen van de ziekte moeten deze positieve lijnen geweerd worden uit de fokkerij.

Besmetting vermijden

Met deze kennis ligt de focus van de controle in het verminderen van het aantal geïnfecteerde dieren op het bedrijf. Dit kan eventueel door besmette kalveren te verkopen, moederdieren op termijn op te ruimen of vleesstieren te gebruiken. De negatieve lijnen kunnen zo opgewaardeerd worden door gebruik van eventueel gesekst sperma. Ook in het kader van aankoop van koeien is het belangrijk om in het aankooponderzoek de aangekochte dieren te laten testen voor Neospora . De kiem is immers opgenomen in de lijst van koopvernietigende gebreken bij vrouwelijke dieren.

Contact tussen honden en runderen moet vermeden worden om besmetting van gezonden koeien en kalveren te verhinderen. Honden mogen geen toegang hebben tot de afkalfplaats, de roosters en de voedergang. Bovendien moeten ze zoveel mogelijk weg gehouden worden van nageboortes, kadavers en rauw rundsvlees. De uitgescheiden Neospora -eitjes in hondenuitwerpselen kunnen tot één jaar lang overleven in voeder of mest en blijven zo lang infectieus op een bedrijf.

Aangezien het dus gekend is dat Neospora zich kan ontwikkelen tot een echt abortus-bedrijfsprobleem, is het belangrijk om deze kiem in sterke mate te weren op het bedrijf. Gesterkt door het onmisbare advies van de bedrijfsdierenarts, zijn veehouders een onmisbare schakel om Neospora te voorkomen of gericht aan te pakken.

Celien Kemel, dierenarts Buitenpraktijk, Universiteit Gent

Meest recent

Meest recent