S yngenta blijft een bekende naam in de oren voor vele landbouwers. Het bedrijf is actief in zaden en gewasbeschermingsmiddelen, en gaat er prat op ook zijn steentje bij te dragen voor het milieu, met respect voor het inkomen van de landbouwer. Door de steeds strengere Europese wetgeving wordt dit ook voor Syngenta alsmaar moeilijker.
Steeds moeilijkere taak
Er vallen immers veel producten weg, zoals diquat en sommige triazolen. “Terwijl er in de jaren 80 en 90 nog telkens meer dan 120 actieve stoffen op de markt kwamen, is dat in 2010 teruggedrongen naar rond de 40”, vertelt Edward Vander Linden. Er worden ook minder en minder werkzame stoffen toegepast op de percelen. Voor herbiciden bijvoorbeeld, werd in de jaren 60 nog ongeveer 2.500 gram per hectare toegepast, in 2000 en later was dat cijfer teruggebracht naar nog ongeveer 100. En de kosten om actieve stoffen te ontwikkelen blijft ook steeds stijgen.
“In deze uitdagende omgeving is het onze taak nog zoveel mogelijk producten te behouden”, zegt Caroline Strypstein ferm. “We moeten ook nieuwe producten blijven ontwikkelen voor de problemen op het terrein. Daarnaast moeten we erop toezien dat de producten op de markt op een goede manier worden gebruikt, en dit met respect voor het milieu en de consument.”
Phytophthora,
een ‘diverse’ schimmel Niet alleen de Europese wetgeving verandert, ook de uitdagingen in de landbouw. Phytophthora is een schimmelziekte in aardappel die al langer bekend is, en waarvoor producten zijn ontwikkeld, maar die zich verder blijft aanpassen en ontwikkelen. Phytophthora-expert aan de Universiteit Wageningen Geert Kessel duidt hierbij: “Deze schimmel is genetisch gezien doorheen de tijd erg geëvolueerd. We analyseerden op de periode 2000 tot 2009 652 monsters, en vonden dat er maar liefst 311 genotypes waren, met elk zijn eigen eigenschappen. Het is een erg dynamisch pathogeen, dat zich zal blijven aanpassen.”
Het probleem is nu dat er enkele genotypes eigenschappen hebben die de aardappelteler niet graag zal horen. Zo zijn er genotypes die resistent zijn aan metalaxyl, en andere die verminderd gevoelig zijn tegen fluazinam, en nog andere resistent aan fluazinam. Sommige blijken ook agressiever te zijn naar de aardappelplant toe en lijken zich sneller te ontwikkelen (kortere cyclus). Het zal daarom belangrijk zijn om kortere intervallen aan te houden in kritische periodes. “Preventie is de meest efficiënte strategie”, waarschuwt hij.
Mandipropamid
beschermt tegen plaag “
We moeten rekening houden met de vijand die zich blijft aanpassen”, haakt Syngenta-adviseur Mario Lagrou hierop in. In de start van het seizoen is de keuze van het middel belangrijk. Intervallen moeten worden afgestemd aan de omstandigheden. Het belangrijkste moment is de volle loofgroeifase, maar ook naar het einde van het seizoen moet je kijken naar het juiste product voor knolbescherming. “Vorig jaar zat er plaag in de bewaring, mede door de verkeerde middelkeuze tijdens het seizoen.”
Mandipropamid is volgens Syngenta nog heel sterk in de bestrijding. Het is de actieve stof in het product Revus, maar wordt ook gecombineerd met de actieve stof cymoxanil in het Flex-gamma. “Typisch aan dat gamma is de Pepite technologie, die door Syngenta is ontwikkeld. Het is een verbeterde granulaatformulering die sterk geapprecieerd is door de teler voor zijn gebruiksgemak. Zo wordt bij het uitgieten van het granulaat in de tank geen stof gevormd. Het product wordt beter opgelost, al zonder roeren.” Mandipropamid kan ook in combinatie met difenoconazool, in de producten Carial Star, Amphore Plus en Revus Top.
Gebruik in de volle loofgroei
Elk jaar worden proeven aangelegd in heel Europa, om de efficiëntie van de producten te testen. Zo werden meer dan 35 proeven in België opgezet om op technische en praktische vragen een antwoord te vinden. De producten moeten namelijk kunnen werken onder extreme omstandigheden, en getest worden ten opzichte van de bestaande producten op de markt. Zowel in 2014, toen er al vroeg veel plaagdruk was, als in 2016 met het natte voorjaar, maar ook in 2018 met de warme en droge zomer, kwam de actieve stof goed uit de proeven. “Mandipropamid blijkt het dus ook goed te doen in aanwezigheid van de nieuwe plaagstammen”, benadrukt Lagrou.
Volgens Syngenta geeft de actieve stof een sterke en stabiele preventieve werking want het zet de sporenkieming van de schimmel stop. Dat is belangrijk in de volle loofgroei. Van nature is het zeer sterk lipofiel, waardoor het zich snel kan fixeren aan de waslaag van het blad. “Binnen 30 minuten is het product gefixeerd en kan het zijn werk doen. Dat bleek uit testen in het labo, maar ook in het veld. Het is een regenvast product gebleken. Zeker in jaren als 2016 zijn regenvastheid en opdroogtijd belangrijk.” Wanneer de actieve stof opgenomen is in het blad, wordt het herverdeeld. “Dat is een positief punt want het betekent dat ook tijdens de uitgroei van de bladeren er nog sprake is van herverdeling en de actieve stof over de hele plant zijn werking toont”, verklaart de adviseur.
Respect consument en milieu
I n het schema wordt het het best ingezet van bij de opkomst (vanaf de tweede behandeling) tot na de bloei. Het wordt geadviseerd bij volle loofgroei en bij hergroei, zoals in 2017, later in het seizoen. Mandipropamid heeft volgens Syngenta een goed imago: er zijn nooit residuen gedetecteerd, de dosis werkzame stof is laag en er is weinig impact op het milieu.
Dat past ook in de duurzaamheidsvisie van Syngenta. “We willen onder meer gaan voor ‘Zero impact’”, verklaart Vander Linden. “Dat is niet alleen belangrijk voor de mens en de voedselketen, maar ook voor het milieu.” De bodem, het water en de lucht mogen niet verder worden vervuild.
Syngenta hecht daarom veel belang aan ‘good stewardship’, waarmee ze willen zeggen dat je best als goede huisvader je bedrijf runt. Puntvervuiling vermijden is hierbij een aandachtspunt. “De Fyteauscan is een mooie tool om de knelpunten op het bedrijf vast te stellen”, raadt Vander Linden aan. Ook precisielandbouw hoort in het plaatje, maar Syngenta wil in 2019 toch ook vooral inzetten op het gebruik van de juiste spuittechniek, met een maximale driftreductie. In dat opzicht heeft Syngenta de ambitie om het de landbouwer wat gemakkelijker te maken. Met de Go Low Go Slow actie, bijvoorbeeld, kan de landbouwer immers via de Syngenta-website een gratis hulpmiddel aanvragen om de boomhoogte van de veldspuit precies op 50 cm te houden. Daarnaast maakt de landbouwer bij aankoop van minimum 20 liter Defi of Spow en een registratie op de site kans op een set 90% driftreducerende Lechler ID-04 doppen. “We selecteren 300 winnaars”, klinkt het trots.
MV
