Startpagina Maïs

Aandacht voor onkruid in de naopkomst

Niet alleen in de vooropkomst moet men alert zijn voor onkruiden, ook in de naopkomst is het nuttig bij de bestrijding de juiste middelen in de juiste dosis te gebruiken.

Leestijd : 6 min

Er zijn heel wat onkruiden waar men rekening mee moet houden in de naopkomst. Hier geven we in detail welke middelencombinaties mogelijk zijn.

Naopkomst tegen eenjarige dicotylen, zonder hanepoot, naaldaar of vingergras

(tabel 3)

Bij aanwezigheid van eenjarige dicotylen is een vroege behandeling in het stadium 4e tot 5e zichtbare blad met Calaris 1 l + Dual Gold 0,7 l of Successor 1,2 l of Frontier Elite 0,75 l voldoende, en dat als de klassieke grassen (duist, straatgras, windhalm, enzovoort) niet ontwikkeld zijn op de moment van de behandeling.

Ook andere oplossingen zijn efficiënt. Mesotrione (70 g a.s.) + Gardo Gold 2 l, sulcotrione (225 g a.s.) of Laudis 1,5 l tot 1,6 l in combinatie met Aspect T 1,5 l tot 1,6 l, afhankelijk van het onkruidstadium, bieden ook een zeer efficiënte oplossing. Akris aan 2 liter kan wel dienen in de schema’s voor extra bodemwerking.

Als de courante grassen aanwezig zijn, zal de toevoeging van 0,4 tot 0,5 l Samson extra 60 OD of Monsoon active 0,75 l ze vernietigen. Deze antigrasmiddelen zorgen voor de noodzakelijke extra werkzaamheid bij de aanwezigheid van bingelkruid met vier of meer bladeren en er mesotrione of sulcotrione wordt gebruikt.

In de aanwezigheid van papegaaienkruid hebben Callisto of Laudis een veel betere werking dan Zeus (of Sulcogan). Sulcotrione en tembotrione zijn iets ‘zachter’ als de planten langzamer groeien door koele weersomstandigheden. Zeus is gemakkelijk te mengen met verschillende partners. Het werkt een beetje langzamer dan Callisto en Laudis. Die twee laatsten hebben het voordeel dat ze het onkruid dat een beetje meer ontwikkeld is, sneller vernietigen. Ze bieden een volledige werking op klassieke eenjarige dicotylplanten, maar Laudis is wel degene met de zwakkere nawerking. Dit is echter geen probleem als de bodem voldoende vochtig is zodat het bodemmiddel efficiënt kan zijn. Laudis is bij deze doses van 1,5 tot 1,6 liter echter iets duurder dan de andere twee sulcotrion- en mesotrionproducten.

MAIS3

Of zonder terbutylazine

Landbouwers die zonder terbutylazine willen behandelen, moeten de behandeling eerder uitvoeren, bij voorkeur in het 3e à 4e zichtbare bladstadium van de maïs. Ze moeten ook aandacht hebben voor de flora op het perceel. De aanwezigheid van duist, straatgras, windhalm, bingelkruid, varkensgras, zwaluwtong of kamille vereist vaak de toevoeging van een aanvullend product (tabel 5) aan het basisschema (tabel 4). Onyx 0,5 l/ha verbetert de werking van mesotrione en sulcotrione (een snellere en betere werking op matig gevoelig onkruid).

MAIS4

MAIS5

Voorzichtigheid is echter geboden ten aanzien van bepaalde mengsels. Monsoon active 0,75 l, Maïster Power 0,75 l en Xinca 0,25 l kunnen niet gemengd worden met Laudis OD vanwege het risico op fytotoxiciteit.

Kamille bestrijden

Kamille is moeilijk uit te roeien, zeker bij ploegloos bewerken of veronkruide akkers. Bij naopkomst, wanneer de kamille minder dan 10 cm groot is, kan het perfect bestreden worden met de klassieke combinaties (Calaris 1,25 l + Dual Gold 0,6 l, Laudis 1,75 l + Aspect T 1,75 l).

In aanwezigheid van goed ontwikkelde kamille (tabel 6) worden de beste resultaten verkregen door 0,25 l Xinca of 20 g Peak toe te voegen aan de klassieke mengsels op basis van Callisto of Calaris. Xinca moet echter worden vermeden in combinatie met Laudis OD, vanwege het risico op verbranding onder ongunstige omstandigheden. Peak (75% prosulfuron) is ook zeer efficiënt aan een dosis van 20 g/ha. Het kan worden toegepast vanaf het bladstadium 2 tot 9 van maïs. De werking is echter veel trager dan die van de twee voorgaande. Nagano 1 l/ha of Auxo 1,25 l/ha bevatten beiden bromoxynil, en kunnen in deze context ook zeer nuttig zijn.

MAIS6

Naopkomst tegen dicotylen, hanepoot en naaldaar, zonder vingergras

In situaties waar sprake is van eenjarige dicotylen met hanepoot en naaldaar, zijn verschillende middelencombinaties mogelijk (tabel 7). Om deze gierstgrassen te bestrijden, gebruiken ze actieve stoffen zoals nicosulfuron (Samson extra 60 OD), thiencarbazone + foramsulfuron (Monsoon active), tembotrion (Laudis). Mesotrione of sulcotrione vormen door hun werkingsspectrum en nawerking de basis voor de bestrijding van dicotylen in naopkomst. Laudis kan ook dezelfde rol spelen door in te werken op zowel eenjarige dicotylen als gierstgrassen.

MAIS7

Sulcotrione en mesotrione zijn vooral nuttig tegen melganzenvoet en uitstaande melde die minder goed bestreden worden met bodemmiddelen (met uitzondering van pendimethaline). Als sulcotrion of mesotrione wordt gebruikt, moet de hanepoot en naaldaar worden vernietigd met nicosulfuron of Monsoon active. Hun werking is vrij traag, maar over het algemeen zeer efficiënt tegen deze twee grassen. Behandel als de luchtvochtigheid voldoende is ('s avonds of 's morgens vroeg), zeker als je een droge periode doormaakt. Vanwege de geringe nawerking moet 2l Gardo Gold of Aspect T 1,6 l of Akris 2 l worden toegevoegd aan de behandeling. Deze zullen de contactwerking verbeteren door terbutylazine te verstrekken en tegelijkertijd een efficiënte nawerking tegen eenjarige grassen bieden.

De optimale behandeling voor een goede werkzaamheid (vernietiging van het aanwezige onkruid en voldoende nawerking) ligt tussen het 4e en 5e zichtbare bladstadium van maïs (vroege naopkomst), wanneer de behandeling terbutylazine bevat. De meest ontwikkelde hanepoot en naaldaar bereikten dan meestal het 3-bladige stadium aan het begin van de strekking. Zonder terbutylazine is het raadzaam om minder ontwikkeld onkruid iets eerder te behandelen en de dosis van het bodemmiddel te verhogen.

De Samson Extra 60 OD en de Monsoon active worden onder dezelfde omstandigheden efficiënt gebruikt, maar kunnen ook gebruikt worden bij iets meer ontwikkelde hanepoot en naaldaar. Deze twee antigrasmiddelen kunnen worden toegepast op maïs die het 7e bladstadium heeft bereikt. Laudis 1,75 tot 2 l + Aspect T 1,6 l kan ook zeer goede resultaten geven tegen eenjarige dicotyle onkruiden met hanepoot en naaldaar. De prijs is vergelijkbaar met die van de drievoudige middelencombinatie.

De aanbevolen behandelingen zonder terbutylazine (tabel 8) kunnen ook worden aangevuld met de producten in tabel 5, afhankelijk van de aanwezige moeilijke onkruidsoorten.

MAIS8

In aanwezigheid van varkensgras zal Monsoon active de voorkeur krijgen boven nicosulfuron.

Geelrode naaldaar, dezelfde gevoeligheid voor herbiciden als groene naaldaar en kransnaaldaar

De geelrode naaldaar verschilt van de groene en kransnaaldaar door de aanwezigheid van lange haren daar waar de bladschede overgaat naar de bladschijf. Het kan groot worden (tot 100 cm), en heeft net als het hele geslacht van de ‘setaria’, een haarkroon ter hoogte van het tongetje. Het is te vinden op enkele percelen in het westen van Henegouwen. Een proef die in 2018 werd opgezet op een perceel met een zware aantasting (128 planten per m²) bevestigde de doeltreffendheid van de klassieke antigrasmiddelen Samson extra 60 OD 0,5 l, Monsoon active 0,75 l, Laudis OD 1,75 l.

Laudis als enige oplossing tegen vingergras

Hoewel percelen met vingergras nog steeds veel minder vaak voorkomen dan percelen met hanepoot en naaldaar, komen getroffen percelen steeds vaker voor en worden de getroffen regio’s van jaar tot jaar talrijker. Hoewel het noorden van het land het meest getroffen is, is het glad vingergras en soms bloedgierst te vinden op sommige percelen in het westen van Henegouwen, ten noordoosten van Luik, Brabant, vooral in de lichte en zanderige gronden van de Jura-regio. Hun opkomst is later dan andere grassen.

Laudis (tembotrione + ethylisoxadifen) + een antigrasmiddel (Aspect T, Akris of Gardo Gold) blijft de enige referentieoplossing tegen complexe eenjarige grassen met glad vingergras, bloedgierst, kransnaaldaar, groene naaldaar en hanepoot vanaf stadium 1 tot het begin van de uitstoeling. De garantie voor een voldoende bestrijding van glad vingergras is een zeer vroege behandeling, zeker niet later dan de uitstoeling (tabel 9).

MAIS9

Kale gierst en Zuid-Afrikaanse gierst: welke behandeling toe te passen?

Deze grassen bevinden zich voornamelijk in de zandgronden in het noorden van het land, in de Kempen, en worden sinds enkele jaren in sommige Waalse regio’s (Pays de Herve, Waals-Brabant) gevonden.

De behandeling met Laudis 2 l tot 2,25 l + Aspect T 2 l of Akris 2 l bevestigde de uitstekende werking tegen deze grassen. In vooropkomst, in natte omstandigheden, was de bestrijding compleet door het inzetten van bodemmiddel Frontier Elite 1,4 l of Akris 2,25 l. Op basis van de proeven van 2016 en 2017 hebben Adengo 0,33l in vooropkomst en Laudis 2l + Frontier Elite 1l (+Samson extra 60OD 0,5l) in het stadium één tot drie bladeren ook gezorgd voor een volledige bestrijding van Zuid-Afrikaanse gierst.

Tot slot blijkt dat het succes van een naopkomstbehandeling tegen deze nieuwe grassen alleen gegarandeerd is door het behandelen van deze nieuwe grassen onder voldoende vochtigheid en in een zeer vroeg stadium van het onkruid (maximaal in het twee- tot driebladige stadium, tot 1 cm uitstoeling). Hierna wordt de bestrijding veel problematischer.

G. Foucart, F. Renard, J-P Mazy

en M. Mary

CIPF, UCL – Louvain-la-Neuve

Lees ook in Maïs

Meer artikelen bekijken