Wat als staartbijten wordt vastgesteld?

Typisch voor de Zweedse varkenshouderij zijn de hogere bouwkosten (halfroosterstallen met lage  bezettingsdichtheden), het gebruik van stro (eigen productie), hoge arbeidskosten en het gebruik van  Duroc genetica.
Typisch voor de Zweedse varkenshouderij zijn de hogere bouwkosten (halfroosterstallen met lage bezettingsdichtheden), het gebruik van stro (eigen productie), hoge arbeidskosten en het gebruik van Duroc genetica. - Foto: Departement L. & V.

Zweedse varkenshouders zijn er van overtuigd dat staartbijten geen onoverkomelijk probleem is. Ze hebben de ervaring dat als men voldoende observeert het probleem tijdig kan aangepakt worden. Bovendien zien ze intacte staarten als een soort kwaliteitskenmerk van de productie en van het management. Wie met succes varkens met intacte staarten kan afleveren, wordt verondersteld het houden van varkens zeer goed onder de knie te hebben.

Betrap de dader

Het verdelen van stro is de ideale taak om te combineren met gerichte observaties van elke groep/elk hok vleesvarkens of biggen. Daarbij wordt gezocht naar signalen van staartbijten: vers bloed op afscheidingswanden, bloed aan de achterhand van de varkens, ongewone staarthoudingen (anders dan een gekrulde staart) en ongewoon gedrag. Zodra dit wordt vastgesteld, wordt het hok gemerkt zodat bij elke volgende passage bijzondere aandacht aan de groepsdynamiek kan besteed worden. In deze fase probeert men de bijter te identificeren. Hiervoor wordt vooral gekeken naar kleinere/lichtere dieren of dieren die ziek of gestresseerd lijken.

Zodra de potentiële bijter op heterdaad betrapt wordt, is het zaak dit dier te verwijderen en apart te plaatsen of in een groep waar hij minder stress ondervindt. Plaats dus zeker nooit de bijter in een groep met grotere, sterkere dieren. Het slachtoffer kan eventueel ter hoogte van de staart worden behandeld, bijvoorbeeld met teer. In het hok en eventueel in de afdeling worden de preventieve maatregelen geëvalueerd (bijvoorbeeld de klimaatinstellingen) en eventueel aangepast (bijvoorbeeld meer en vaker verrijking voorzien). Soms wordt aangeraden extra zout (0,3%) aan het voeder toe te voegen of een liksteen te plaatsen.

Frequentie van staartbijten

Op basis van een enquête bij 43 bedrijven vond de Zweedse Landbouwuniversiteit (SLU) dat bij ca 60% van de bedrijven staartbijten niet of minder dan 6 keer per jaar werd vastgesteld. De overige varkenshouders observeerden minstens maandelijks of vaker een incident.

Staartletsels

In de slachthuizen worden ongeveer 1,8-2% ‘staartletsels’ gerapporteerd. Gecoupeerde staarten zouden in Zweden ook als staartletsel beschouwd worden. Volgens deze maatstaf zijn er dus in veel andere lidstaten bijna 100% staartletsels. Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen letsels als gevolg van staartbijten en necrose. Er wordt wel aangenomen dat verse wonden het gevolg zijn van staartbijten, genezen wonden eerder van necrose (eerder bij jongere dieren). Staartbijten wordt vooral als een probleem bij de vleesvarkens gezien, minder bij zeugen en biggen. Mogelijk is de oorzaak echter al ontstaan in de batterij of zelfs in de kraamstal. Slechts 0,1% van alle karkassen worden volledig afgekeurd in het slachthuis. Bij de karkassen met staartletsels is dat 1,8% (dus circa 20 keer meer).

De economische schade zou ca 4 € bedragen per varken met staartletsel en is het gevolg van een lager slachtgewicht (0,4 kg) en afkeuring van heel het karkas of een deel van het karkas (0,3 kg verlies).

Vlaanderen-Zweden: verschillen

Typisch voor de Zweedse varkenshouderij zijn de hogere bouwkosten (halfroosterstallen met lage bezettingsdichtheden), het gebruik van stro (eigen productie), hoge arbeidskosten en het gebruik van Duroc genetica. Deze kostenverhogende factoren worden op dit moment gecompenseerd door hogere prijzen, de duidelijke differentiatie ten opzichte van goedkoper (bijvoorbeeld Deens) varkensvlees op de thuismarkt, mogelijkheden om welzijns- en castratietoeslagen te verkrijgen en de hoge beschikbaarheid van stro.

De Zweedse sector maakte echter ook een crisis door, waardoor het aantal vleesvarkens met een derde is afgenomen. Door het feit dat de Zweedse welzijnswetgeving strenger is dan de Europese/Belgische - en dus Vlaamse - wetgeving, zijn de omstandigheden gunstiger voor het verlagen van staartbijtrisico’s. De momenteel in Zweden betere economische situatie draagt bij aan de mogelijkheden voor varkenshouders om de hoge mate van welzijn te handhaven.

De huidige Vlaamse productie wordt gekenmerkt door een combinatie van een aantal door EFSA (het Europese voedselagentschap) als meest risicovol beschouwde factoren: een relatief weinig stimulerende omgeving, geen of weinig strogebruik, volroosters, varkens met laag vetpercentage….

Zweden blijkt het staartbijten vrij goed onder controle te hebben.
Zweden blijkt het staartbijten vrij goed onder controle te hebben. - Bron: SLU

De context

Het houden van varkens met intacte staarten lijkt vooral zinvol als de bezettingsdichtheid kan worden verlaagd, de stal kan worden (om)gebouwd als/naar halfroosterstal, strooisel als verrijkingsmateriaal kan worden verdeeld, het verdelen wordt gecombineerd met observaties (liefst twee maal per dag) en er geen problemen met mestafvoer door de rooster zijn. Dergelijke omstandigheden moeten echter niet direct persé op bedrijfs-, stal- of afdelingsniveau worden uitgetest. Het is vrij eenvoudig om de biggen bestemd voor enkele hokken niet te couperen en in deze hokken bovenstaande maatregelen uit te testen. Een deel van de rooster in een volroosterstal kan bijvoorbeeld (eventueel tijdelijk) worden dichtgemaakt met behulp van kunststof strips die in de openingen worden bevestigd en dan worden aangevezen. De strips zijn in de handel te verkrijgen tegen een kostprijs van circa euro per strip.

Meer informatie rond staartbijten en omgevingsverrijking is te raadplegen via www.varkensloket.be, www.diereninformatie.be en de website van de Europese Commissie (zie kaderstuk).

Suzy Van Gansbeke,

Departement Landbouw en Visserij; Karlien De Paepe, Departement Leefmilieu,

Natuur en Energie en

Sarah De Smet, Varkensloket.

Europese Commissie publiceert aanbeveling rond couperen

De Europese Commissie heeft op 8 maart van vorig jaar een aanbeveling uitgebracht die verdere uitleg geeft over de interpretatie van de Europese richtlijn met betrekking tot het verstrekken van verrijkingsmateriaal, het voorkomen van staartbijten en het couperen van staarten. Volgens de Europese wetgeving mag het couperen van de staarten enkel als alle andere maatregelen om staartbijten te proberen voorkomen al genomen zijn en geen soelaas hebben gebracht.

In dit document wordt verduidelijkt dat om effectief te zijn verrijkingsmateriaal de volgende eigenschappen moet bezitten: veilig, eetbaar, kauwbaar, onderzoekbaar en manipuleerbaar. Bovendien moet het materiaal op een zodanig wijze worden aangeboden dat het langdurig interessant is, de varkens er met hun snuit kunnen mee spelen, het in voldoende grote hoeveelheden beschikbaar is en het schoon en hygiënisch is.

De aanbeveling van de Europese Commissie gaat vergezeld van een ‘Staff Working Document’ waarin verschillende materialen beoordeeld worden. Verder beschrijft het document ook een methode om te evalueren of aangeboden verrijkingsmateriaal voldoende effectief is door een aantal varkens gedurende een korte tijd te observeren en de interactie met het verrijkingsmateriaal te scoren.

Dit document geeft aanbevelingen over welke andere maatregelen genomen kunnen worden om staartbijten te proberen voorkomen, hoe de effectiviteit van deze maatregelen kan nagegaan worden, en hoe te reageren als staartbijten toch zou optreden.

De documenten zijn te raadplegen op de website van de Europese Commissie: . http://ec.europa.eu/food/animals/

welfare/practice/farm/pigs/

indexen.htm en op www.varkensloket.be. Het ‘Staff working document’ is voorlopig enkel beschikbaar in het Engels.

Testbedrijven gezocht

De dienst Dierenwelzijn van het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie zoekt in samenwerking met het Departement Landbouw en Visserij en het Varkensloket bedrijven die het houden van varkens met intacte staarten (tijdelijk) op kleine schaal willen uittesten. Eventuele minderopbrengsten als gevolg hiervan zullen vergoed worden. Er wordt bovendien begeleiding voorzien bij het optimaliseren van de omgeving.

De dienst zoekt bedrijven die minimaal alle varkens uit 1 hok in 1 afdeling niet couperen. Bedrijven moeten dit gedurende 3 opeenvolgende rondes in hetzelfde hok (afdeling) doen. De varkenshouders engageren er zich toe om de dieren dagelijks te observeren (sporen van staartbijten, afwijkende staarthoudingen, gedrag…). Varkenshouders wordt gevraagd om te noteren wat ze zien in verband met staartbijtgedrag (wanneer het start, welke dieren, welke acties,…). Ze moeten ook bezoek in de desbetreffende stal toelaten (van Varkensloket, dienst Dierenwelzijn, Departement Landbouw en Visserij) en slachthuisbevindingen meedelen en/of opvolging in slachthuis toelaten.

Begeleiding

Varkenshouders die toezeggen worden begeleid. Ze krijgen een handleiding om hok/afdeling te optimaliseren om bijtgedrag te voorkomen (klimaat, afleiding…) Ze krijgen opvolging en eventueel bijsturing. Er is een forfaitaire vergoeding van 250 euro voorzien en een vergoeding van eventuele opbrengstverliezen. Ook afleidingsmateriaal krijgen ze ter beschikking. Kandidaat bedrijven kunnen informatie vragen en zich melden via sarah.desmet@varkensloket.be.

Meest recent

Meest recent