Maïs in de mix bij Syngenta

Drie jaar geleden rijpte het concept MaxiMaïs tot de drie producten die er nu zijn. “Syngenta wil met het MaxiMaïs mengsel de teler de kans geven om aan risicospreiding te doen. Vaak telen ze al meer rassen op hun percelen, maar dan gescheiden van elkaar”, vertelt productmanager Kurt Goethals. De stap naar een mengsel van die rassen is dan snel gemaakt. Daarnaast zou het ook voordelen hebben bij bevruchting en bestuiving.

Liever mengsels

We merken het al even op en we lezen het overal. Het klimaat verandert. We ervaren steeds meer extremen: van nat tot droog, van erg warm tot erg koud, meer storm en meer wind. De kans bestaat dat dit in de toekomst nog zal verergeren. Deze factoren vormen geen ideale omstandigheden om je gewas te telen: veldbehandelingen zoals bemesting verlopen moeilijker. Je hoort het al: zelfs al heb je het beste ras ter wereld, ook die gewassen krijgen te maken met legering, kopbrand, stengelrot … De oogst zal eronder leiden.

Het gebruik van een mengsel kan die problemen tegengaan en voor een stabielere en/of hogere opbrengst zorgen. Daarnaast wordt met mengsels een betere balans in de voederwaardeparameters beoogd. Aangezien voederwaarde uitgemiddeld wordt, is het best om de beste VEM/zetmeeltypes te gebruiken. Ook betere agronomische kenmerken zoals minder ziekte en legering, en uiteraard minder risico op oogstmislukkingen zijn een must.

Geen gemiddelde

Bij het mengen van drie maïsraszaden zou je denken dat de teler qua opbrengst een gemiddelde verkrijgt. “Niet hier. Door te kiezen voor rassen die elkaar versterken en samen passen op het veld, willen we een mengsel verkrijgen die beter presteert dan de afzonderlijke componenten,” vertelt Kurt Goethals.

Syngenta testte al enkele jaren meer dan 20 mengsels met verschillende combinaties van hun beste rassen, en dus waarvan al cijfers bestaan in de officiële rassenlijsten en rassenonderzoek. Het betreft volledige datasets, intern en extern, die over meerdere jaren heen zijn opgebouwd. Toch zijn testen noodzakelijk omdat dan duidelijk werd welke rassen bij elkaar passen. Er wordt gekeken naar parameters zoals bloeidatum, kolfinplanting, ontwikkeling, planttype …

Veel onderzoek

Combinaties die slecht of gemiddeld scoren werden niet verder getest of ontwikkeld. Enkel met de mengsels die beter scoorden dan het gemiddelde van de rassen werd verder gewerkt. Sinds 2015 is het proefprogramma intensiever geworden. “In de beste combinaties zagen we zelfs een betere droge stof opbrengst ten opzichte van het beste ras in het mengsel,” aldus Kurt.

Op zes locaties, waaronder in Merelbeke en Ommen, werden de 11 beste combinaties uitgetest. Uiteindelijk werd een meeropbrengst van 3 % bekomen ten opzichte van het gemiddelde van de drie samenstellende rassen. Dit lijkt weinig, maar 2016 was dan ook niet het meest ideale jaar voor de teelt, met de extreme weersomstandigheden die er heersten. Ten slotte waren er zelfs vijf combinaties die een hogere opbrengst gaven dan de beste component in het mengsel. Met deze combinaties worden in 2017 verdere testen uitgevoerd. Zo nodig worden de mengsels verbeterd. Commercialisatie van de mengsels is het einddoel. Drie mengsels daarvan zullen vanaf 2017 verkocht worden in de Benelux.

Transparantie

Ten slotte vindt Syngenta het belangrijk om transparant te zijn naar de teler toe. Daarom zullen de componenten en het percentage ervan in de samenstelling vermeld worden op de zak. Daarnaast zal er duidelijke communicatie gebeuren over de resultaten en de meerwaarde van de producten.

De mengsels zullen samengesteld zijn uit kuilmaïsrassen die al in het gamma van Syngenta zitten en waarbij al goede resultaten behaald zijn zoals Talisman, Ambos, Madras, Fanatic ... Het is voor de teler ook mogelijk om de rassen apart te kopen en zelf te mengen. De prijs zal, volgens Syngenta, niet hoger zijn.

MaxiMaïs 215 (Vroeg) en MaxiMaïs235 (Halfvroeg) zullen aangeboden worden door Syngenta. MaxiMaïs210 (Vroeg), een derde mengsels, zal onder een merknaam verkrijgbaar zijn.

MV