Startpagina Economie

FAO-topman ‘Handel is onmisbaar voor voedselzekerheid’

De directeur-generaal van de FAO, Qu Dongyu, heeft tijdens de Grüne Woche in Berlijn een lans gebroken voor de rol die de handel in het wereldwijde voedselsysteem speelt. De Chinees is niet onder de indruk van de kritiek van milieubewegingen op wereldwijde handelsstromen. Landen kunnen via de handel profiteren van lokale voordelen en eventuele voedseltekorten opvangen, aldus Qu.

Leestijd : 2 min

De Grüne Woche is een belangrijk internationaal evenement, in feite een combinatie van een topconferentie en een beurs. Circa 70 ministers en staatssecretarissen meldden zich dit jaar bij het conferentiegedeelte, dat Global Forum is genoemd. Ze kwamen tot de consensus dat internationale handel onderdeel moet zijn van het bestrijden van honger en het stimuleren van economische ontwikkeling.

Kleinschalig werkende boeren produceren wereldwijd het meeste voedsel maar zijn ook vaak arm en lopen in de Derde Wereld ironisch genoeg een grotere kans om honger te lijden dan gemiddeld. Het verspreiden van laagdrempelige technologie en het verbinden van de boeren met de wereldmarkt kan de boeren vooruit helpen. Geen sinecure, want een economische sprong voorwaarts richting industrialisatie begint vrijwel altijd met een productiviteitsslag in de landbouw.

Ieder het zijne

“Elk land werkt vanuit een andere situatie”, aldus Qu. Het ene land heeft veel landbouwgrond, het andere weinig, merkt hij op. Waar sommige landen vruchtbare bodems hebben, werken andere landen met arme grond. En dan zijn er nog verschillen in professionaliteit van de landbouw. Zijn eigen land, China, heeft bijvoorbeeld een relatief beperkte hoeveelheid landbouwgrond en water ter beschikking. Handel en het verdelen van technologie is dus broodnodig om de 1,4 miljard zielen die het land rijk is te voeden.

“Handel is een machtig kanaal waardoor het gat tussen landen kan gesloten worden”, aldus Qu. Hij wijst erop dat de FAO, de voedsel- en landbouworganisatie van de VN, daarom samenwerkt met de Wereldhandelsorganisatie WTO - een organisatie die open handel stimuleert en bewaakt. Volgens critici is het juist het liberaliseringsdogma dat de levensvatbaarheid van boerenbedrijven in arme landen ondermijnt, omdat arme landen ‘gedwongen’ worden te concurreren met producten van de geïndustrialiseerde landbouw elders.

Wat Qu betreft moet de landbouw doelmatig er worden, met het oog op duurzaamheid, natuurlijke hulpbronnen en het milieu. Doelmatiger kan betekenen dat je het gebruik van pesticiden of kunstmest optimaliseert, maar ook dat een land of regio zich in een bepaalde teelt of productie specialiseert. Als andere regio’s zich dan richten op andersoortige productie, kun je via de handel zorgen dat voedsel tegen lagere kosten en met minder impact op milieu en klimaat wordt geproduceerd.

Jan Cees Bron

Lees ook in Economie

Meer artikelen bekijken