Startpagina Economie

Uitvoer van agrarische producten steeg in 2019 in Vlaanderen met 2%

Vlaanderen boekte in 2019 met agrarische producten een handelsoverschot van 7,1 miljard euro. De invoer bedroeg in 2019 32,1 miljard euro en de uitvoer 39,2 miljard euro. In vergelijking met 2018 is de uitvoer met 2% gestegen en het overschot met 11%. Dat blijkt uit het Vlaams Agrorapport 2019.

Leestijd : 8 min

V laanderen wordt gekenmerkt door een open economie en een exportgerichte agrovoedingsindustrie. Dat blijkt uit het rapport ‘de Vlaamse agrohandel in 2019’ van het departement Landbouw & Visserij. De auteurs van het rapport zijn Tom Van Bogaert, Jonathan Platteau en Ruben Janssens. We behandelen hieronder enkele hoofdlijnen.

Akkerbouwproducten

De Vlaamse uitvoer van akkerbouwproducten nam tussen 2016 en 2019 voortdurend toe. In 2019 bedraagt de exportwaarde 14,6 miljard euro (+11% tegenover 2016). De invoerwaarde klokt af op 13,3 miljard euro en ging er minder (+2%) op vooruit. Het handelsoverschot groeide daardoor aanzienlijk, van nog geen 180 miljoen euro in 2016 naar 1,3 miljard euro in 2019.

Er zijn 2 productgroepen binnen de akkerbouwproducten die in 2019 een invoerwaarde van meer dan 2 miljard euro noteren: de afgeleide producten (vooral cacao- en tabaksproducten) en de overige gewassen (vooral tabak, cacao en koffie). Daarna volgen de graanproducten (zoals banketbakkerswerk), de granen in korrel (tarwe, gerst, maïs en rijst) en de oliehoudende zaden en producten (kool- en raapzaad en soja).

De sterkste groei vindt plaats bij aardappelen: +57% tegenover 2016. Koolzaad daalt daarentegen met 22%. De graanproducten en de afgeleide producten, zoals banketbakkerswerk en cacaoproducten, zijn samen goed voor meer dan de helft van de uitvoerwaarde van akkerbouwproducten. Daarna komen de overige gewassen, aardappelen en suikerhoudende producten. Bij de meeste productgroepen is er een stijging in de laatste drie jaar waar te nemen, bij aardappelen zelfs met 41%.

Aardappelen

Vlaanderen heeft in 2019 bij aardappelen een handelsoverschot van 1,1 miljard euro. Dat is volledig te danken aan de uitvoer van aardappelbereidingen (zoals diepvrieskroketten en -frieten), goed voor 1,6 miljard euro. De handel in verse aardappelen, inclusief pootgoed, vertoont daarentegen een negatief saldo van ongeveer 350 miljoen euro.

Ruim 60% van onze aardappelexport gaat naar 4 landen: Frankrijk (392 miljoen euro), Nederland (332 miljoen euro), het Verenigd Koninkrijk (270 miljoen euro) en Duitsland (116 miljoen euro). Een vijfde van de uitvoer gaat naar landen buiten de EU, zoals Saoedi-Arabië, de Verenigde Staten, Brazilië, Jordanië en Chili. De trend is uitgesproken positief, want in vergelijking met 2016 is de uitvoer van aardappelen met 41% gestegen en het handelssaldo met 32%. Op jaarbasis bedroeg de groei in 2019 respectievelijk 20% en 11%.

Granen

Vlaanderen is een netto-importeur van granen. Het handelstekort loopt op tot 1,1 miljard euro. De import ter waarde van 1,5 miljard euro gaat vooral terug op 4 graansoorten: tarwe (zowel zacht als hard, 29%), gerst (25%), maïs (23%) en rijst (17%). Bij rijst is het handelstekort beperkt, want er vindt veel heruitvoer plaats (239 miljoen euro). Rijst is daarmee goed voor meer dan 60% van onze graanexport.

Ruim driekwart van het geïmporteerde graan komt uit de EU. Bij gerst (100%) en tarwe (94%) is dat percentage hoger, bij rijst (35%) en maïs (62%) lager. De voornaamste graanleverancier is met grote voorsprong Frankrijk (758 miljoen euro). Nederland (127 miljoen euro) en Duitsland (108 miljoen euro) volgen op ruime afstand.

Frankrijk levert, in waarde uitgedrukt, 87% van de ingevoerde gerst, 68% van de tarwe en 36% van de maïs. Verder valt op dat Oekraïne als maïsleverancier Frankrijk op de hielen zit (123 miljoen euro, bijna een derde meer dan in 2018).

Vlaanderen voert het meeste rijst in uit Myanmar (52 miljoen euro) en Pakistan (46 miljoen euro).

Groenten

De handel in groenten levert een positief handelssaldo op van 729 miljoen euro. Dat is bijna uitsluitend te danken aan het aandeel van de verwerkte groenten. Vlaanderen is de grootste speler op de wereldwijde markt van diepvriesgroenten. In 2019 is de uitvoer ervan goed voor 1,1 miljard euro, terwijl de invoer op net geen 300 miljoen euro ligt. De uitvoer van groenten in blik is ook nog aanzienlijk (316 miljoen euro), maar daar is het saldo negatief (-86 miljoen euro).

Bij de verse groenten is het saldo licht positief (+8 miljoen euro). Tomaten zijn het grootste verse exportproduct, goed voor een exportwaarde van 264 miljoen euro en een saldo van +178 miljoen euro. Prei en kropsla kunnen prat gaan op een uitvoer van respectievelijk 54 miljoen euro en 31 miljoen euro. Wortelen, paddenstoelen en witloof noteren eveneens een handelsoverschot, wat niet gezegd kan worden van uien, bonen, erwten, bloemkool, paprika, asperges, schorseneren en komkommers. Een deel van de ingevoerde verse groenten is bestemd voor de verwerkende industrie.

Vlaamse groenten vinden vooral hun weg naar Duitsland (530 miljoen euro), Frankrijk (493 miljoen euro), Nederland (376 miljoen euro) en het Verenigd Koninkrijk (211 miljoen euro). Tegenover 2018 is er een toename van 3% bij de uitvoer en 9% bij het saldo. Van de verwerkte groenten gaat 16% naar buiten de EU. De VS zijn daarbij de voornaamste klant, gevolgd door Australië, Canada en Israël.

Dierlijke producten

De dierlijke producten zijn belangrijk voor de Vlaamse export met een handelsoverschot van 2,4 miljard euro. De uitvoer is tegenover 2018 lichtjes gestegen naar 7,5 miljard euro, wat 14% meer is dan in 2016. De invoerwaarde is in drie jaar tijd met 12% gestegen naar 5,1 miljard euro.

Vleesvee

De handel in vleesveeproducten levert een positief handelssaldo op van 322 miljoen euro. Dat is grotendeels te danken aan vers rund- en kalfsvlees, met voorsprong het belangrijkste exportproduct in deze categorie (511 miljoen euro).

Vlaanderen voert ook nog vleesbereidingen (80 miljoen euro) en gedroogd en gerookt vlees (9 miljoen euro) uit. Bij de levende dieren is er in 2019 een tekort van 41 miljoen euro. Vooral kalveren voeren we massaal in (91 miljoen euro). Tegenover 2018 is de uitvoer van vleesveeproducten fors gedaald met 15%, terwijl de invoer status quo bleef.

99% van het verse rund- en kalfsvlees dat we uitvoeren, blijft binnen de EU. De vier belangrijkste bestemmingen zijn Frankrijk (149 miljoen euro), Nederland (135 miljoen euro), Italië (65 miljoen euro) en Duitsland (64 miljoen euro). Van het ingevoerde rundvlees komt 94% uit de EU, vooral uit Nederland (51 miljoen euro), Frankrijk (49 miljoen euro) en Ierland (32 miljoen euro). De Verenigde Staten (6 miljoen euro) en Japan (3 miljoen euro) zijn de belangrijkste niet-Europese leveranciers. Levende kalveren komen haast uitsluitend uit Nederland.

Zuivel

Zowel de invoer als de uitvoer van zuivelproducten zit ruim boven de 2 miljard euro. In vergelijking met 2016 is de invoer met 20% en de uitvoer zelfs met 28% gestegen. Het handelsoverschot bedraagt in 2019 456 miljoen euro. Dat is vooral te danken aan zuivelbereidingen (zoals roomijs), die met een uitvoer van 604 miljoen euro en een saldo van 417 miljoen euro topwaarden noteren.

De balans helt ook positief over bij gecondenseerde melk, smeltkaas, melkdranken, melkpoeder en roompoeder. Een handelstekort is er daarentegen bij kaas, boter, yoghurt, melk en room. Kaas (815 miljoen euro) en boter (367 miljoen euro) zijn samen goed voor bijna de helft van de invoerwaarde.

De uitvoer van zuivelproducten gaat voor 80% naar de EU. De belangrijkste klant is Nederland met 639 miljoen euro, gevolgd door Frankrijk (467 miljoen euro), Duitsland (367 miljoen euro), het Verenigd Koninkrijk (268 miljoen euro) en Italië (209 miljoen euro).

Buiten Europa is de interesse het grootst in Algerije en China, vooral dan voor melkpoeder en room. De geïmporteerde zuivel komt haast uitsluitend uit de EU. Nederland spant de kroon met 1,2 miljard euro. Daarna komen Frankrijk (462 miljoen euro), Duitsland (362 miljoen euro) en het Verenigd Koninkrijk (199 miljoen euro).

Varkens

De handel in varkens is goed voor een handelsoverschot van 1,2 miljard euro. Het meest verhandelde product is vers varkensvlees, dat met een uitvoerwaarde van 1,3 miljard euro een heel succesvol Vlaams exportproduct is. Het saldo is ook positief voor slacht- en gebruiksdieren (+65 miljoen euro), vleesbereidingen (+28 miljoen euro) en fokdieren (+28 miljoen euro). De enige uitzondering is gedroogd en gerookt vlees (-30 miljoen euro). De uitvoer in varkensproducten maakte in 2019 een sprong van 15%.

Het verse varkensvlees dat we uitvoeren, gaat voor 98% naar andere EU-lidstaten. Meer dan 60% is bestemd voor 2 markten: Duitsland (407 miljoen euro) en Polen (355 miljoen euro). De top tien bestaat voorts uit Nederland, het Verenigd Koninkrijk, Italië, Tsjechië, Roemenië, Slovakije, Frankrijk en Litouwen. Bij de import laat Nederland (77 miljoen euro) de concurrentie uit Spanje (20 miljoen euro), Duitsland (18 miljoen euro) en Frankrijk (17 miljoen euro) vlotjes achter zich.

Pluimvee

Bij de pluimveeproducten noteert Vlaanderen een handelsoverschot van 437 miljoen euro. Dat is voornamelijk te danken aan vers vlees, dat hoge ogen gooit qua uitvoer (619 miljoen euro) en saldo (+354 miljoen euro). Een overschot is er ook bij vleesbereidingen (+107 miljoen euro), fokdieren (+14 miljoen euro) en eieren (+7 miljoen euro). Het beeld ziet er anders uit bij slacht- en gebruiksdieren (-45 miljoen euro). De export is in 2019 met 5% gedaald, terwijl de import met hetzelfde percentage is gestegen. Het overschot is daardoor met bijna een vijfde afgenomen. In vergelijking met 2016 is de in- en uitvoer met 11% gegroeid.

De uitvoer van vers kippenvlees gaat voor 89% naar andere EU-lidstaten. Net geen twee derde vertrekt naar Frankrijk (284 miljoen euro) en Nederland (115 miljoen euro). Opvallend is ook de uitvoer naar Afrika, met name Ghana (23 miljoen euro) en Congo (14 miljoen euro). Nederland is de belangrijkste leverancier (169 miljoen euro). Op ruime afstand volgen Frankrijk (31 miljoen euro) en Polen (26 miljoen euro).

De handel in levende dieren gebeurt vooral met Frankrijk en Nederland. 38% van de export van kippeneieren gaat naar niet-EU-lidstaten. De grootste afzetmarkt is Nederland (47 miljoen euro). In de top vijf staan niet alleen de andere buurlanden Frankrijk (25 miljoen euro) en Duitsland (19 miljoen euro), maar ook Irak (32 miljoen euro) en Libië (16 miljoen euro). Haast twee derde van de ingevoerde eieren komt uit Nederland (115 miljoen euro). Frankrijk (23 miljoen euro) en Duitsland (19 miljoen euro) zijn de eerste achtervolgers.

Agro-industriële producten

De agro-industriële producten omvatten meststoffen, gewasbeschermingsmiddelen en landbouwmachines en -werktuigen, stuk voor stuk belangrijke toeleveringssectoren voor de primaire sector. De Vlaamse uitvoer van agro-industriële producten is in drie jaar tijd met 6% gestegen naar 4,3 miljard euro.

De invoer is in dezelfde periode met 5% gezakt naar 2,4 miljard euro. Het handelsoverschot groeide naar 1,9 miljard euro, bijna een kwart meer dan in 2016. Ten opzichte van 2018 daalde de export wel lichtjes met 2%, terwijl de invoer stabiel bleef.

De handel in meststoffen groeit jaar na jaar. De productcategorie is goed voor 40% van de invoer en uitvoer van agro-industriële producten. Tegenover 2016 is de invoer met 19% en de uitvoer zelfs met 25% gestegen. Bij landbouwmaterieel, de tweede belangrijkste categorie, is de invoer in dezelfde periode gezakt (-10%), terwijl de uitvoer floreert (+7%). Bij bestrijdingsmiddelen is er een dalende tendens waar te nemen, zowel bij in- (-24%) als uitvoer (-14%).

Overige producten

De overige producten zijn een heel diverse categorie met vis en visserijproducten, alcoholische en nietalcoholische dranken, veevoeders, bepaalde oliën en vetten en diverse grond- en hulpstoffen voor de voedingsindustrie (gist, azijn, gedenatureerde alcohol...).

De Vlaamse uitvoer van overige producten is in 3 jaar tijd met 8% gestegen tot 6,8 miljard euro. De invoer ging er met 6% op vooruit en bedraagt nu 5,4 miljard euro. Het handelssaldo ligt op 1,4 miljard euro. In 2019 groeide de uitvoer opnieuw, na een ietwat minder 2018.

Het belangrijkste handelsproduct binnen deze categorie zijn de dranken, met een aandeel van 41% in de uitvoer en 37% in de invoer. Bij de uitvoer gaat het vooral om bier, maar ook om water en limonade. Die niet-alcoholische dranken zijn de meest ingevoerde producten, net voor wijn. Veevoeders hebben een aandeel van rond de 20% in de handel van de overige producten.

Bij de invoer komen vis en schaal- en weekdieren samen aan 28%, terwijl dat bij de uitvoer maar 12% is. Vlaanderen heeft bij deze producten een aanzienlijk handelstekort. In vergelijking met 2016 valt de groeiende handel in dranken op, met een stijging van 16% bij de invoer en 22% bij de uitvoer. Bij vis en vooral bij schaal- en weekdieren is de trend daarentegen negatief.

Lieven Vancoillie

Lees ook in Economie

Meer artikelen bekijken