Startpagina Biolandbouw

Bio-ei-Korbol: “Wij nodigden heel het dorp uit voor een gesprek”

Na jaren gewerkt te hebben als grondwerker en kleuterjuf, startten Bart Cans en Vicky Deprez in 2016 hun eigen biologisch leghennenbedrijf met 15.000 kippen in Gingelom (Zuid-Limburg). Zonder enige ervaring in de sector waagden ze een sprong in het diepe. Nu zijn ze echte kenners!

Leestijd : 7 min

Op het bedrijf Bio-ei-Korbol lopen 15.000 kippen buiten op 7 ha. Om biologisch te kunnen werken is voor elke kip een buitenoppervlakte van 4 m2 nodig. Bart en Vicky kozen voor de biologische aanpak omdat die het best bij hen past. “We hebben het gevoel dat we vernieuwend zijn en dat we een mooi verhaal brengen met ons product. Daar zijn wij trots op”, vertelt Vicky.

Boerderijdroom

Bart groeide op op een akkerbouwbedrijf. Op het moment dat hij startte met werken, bood een job als grondwerker zich als eerste aan. Dat heeft hij enkele jaren gedaan, maar in die sector lag zijn toekomst niet. Hij wilde heel graag een eigen boerderij. Na wat zoeken bleek dat biologisch werken het interessantst was. Na enkele gesprekken viel zijn keuze op biologische leghennen. Hij en zijn vrouw Vicky hadden totaal geen ervaring, maar waagden wel de sprong. Vicky bleef nog even als kleuterjuf werken, maar staat nu ook fulltime in het bedrijf.

Na een gesprek met Griet Maes van het pakstation Bolderhof waren Bart en Vicky ervan overtuigd om voor eieren te gaan. “Ze zocht nog een bedrijf voor de levering van biologische eieren en bood ons een mooie kans”, legt Vicky uit. “Zij had de kennis, maar geen plaats. Wij hadden de plaats, maar geen kennis. Op die manier hebben we elkaar geholpen.”

Snel een vergunning gekregen

“Voordat we onze vergunning aanvroegen en specifieke plannen maakten, zijn wij eerst het gesprek aangegaan met het hele dorp”, vertelt Bart. “We gingen naar het gemeentehuis en vroegen om aan heel het dorp een brief te sturen met informatie over onze plannen. In die brief nodigden we ook iedereen uit om op een avond naar het gemeentehuis te komen voor een gesprek met ons. Wij zorgden voor taart en koffie.

Daar zijn veel mensen op af gekomen. De hele zaal zat vol. Onze dorpsgenoten kwamen sceptisch binnen, maar na een goed gesprek en genoeg informatie wensten ze ons succes. Sommigen van hen waren ook geïnteresseerd in een bezoek aan een biologisch leghennenbedrijf, dus namen we hen mee naar het bedrijf van Griet Maes.

We hebben daarna ons bedrijfsplan opgesteld en onze vergunningsaanvraag ingediend. We kregen geen enkele klacht, en na 3 maanden was de vergunningaanvraag rond.

De eerdere generaties hadden het veel gemakkelijker om een vergunning te krijgen, waardoor zij eerst een aanvraag indienden en dan de klachten op zich af lieten komen. Dat kan nu niet meer. Nu is het zeer belangrijk dat je het gesprek aangaat met je dorpsgenoten. Nodig hen uit, leg je visie uit en laat hen zien dat je het echt goed wil doen. Zo zal je veel sneller steun krijgen. Veel mensen kennen te weinig van de landbouwsector en hebben schrik voor nieuwe stallen. Een goed gesprek met een landbouwer kan hen doen inzien hoe mooi de sector eigenlijk is”, gaat Bart verder.

Biologisch leghennenbedrijf

Als de kippen 17 weken oud zijn, komen ze naar het bedrijf van Bart en Vicky. “Alle kippen die naar hier komen, moeten de eerste 17 weken ook op een biologisch bedrijf geleefd hebben”, legt Bart uit. “We proberen ervoor te zorgen dat die kippen uit ongeveer hetzelfde systeem komen als dat van ons. Zo weten ze hoe het voergootje eruit ziet, waar ze drinken kunnen vinden, enzoverder. Een kip is een gewoontedier, dus na verplaatsing verandert er het best niet al te veel. Wij proberen dan onze kippen zo lang mogelijk te houden, gemiddeld is dat 80 weken.

Het grootste verschil met gangbare leghennenbedrijven is dat wij niets van medicatie mogen gebruiken. Daar is veel controle op, en dat vind ik zeer goed. Verder moet ons voer 95% biologisch zijn, wat waarschijnlijk binnenkort verandert in 100%.

Onze oppervlakte per kip is ook veel groter, want onze kippen moeten kunnen gaan en staan waar ze willen. De leghennenstal is zeer ruim met natuurlijke ventilatie en lichtinval. Daarnaast is er nog een wintertuin met daglichtplaten voor een open gevoel. Buiten lopen de kippen op een stuk grond van 7 ha tussen 150 groeiende boompjes en 1,5 km aan hagen.

De snavels van onze kippen worden niet gelaserd. Pikkerij voorkomen wordt daardoor een hele uitdaging, want bij kippen heerst er van nature uit een pikorde. Je kan daardoor al snel de bazige types onderscheiden van de onderdanige types.”

Ophokplicht

“Om de pikkerij tegen te gaan, hebben wij al veel geprobeerd: we geven luzerne, strooigraan, pikblokken, afleidingsmateriaal… Dat zorgt wel even voor afleiding, maar niet constant”, zegt Vicky. “Doordat onze kippen een grote oppervlakte hebben, valt de pikkerij wel mee, maar nu is er al maanden een ophokplicht door de vogelgriep. Dat zorgt ervoor dat ze zich gaan vervelen en dat stimuleert dan weer de pikorde. We doen echt ons best, want wij willen natuurlijk ook enkel het beste voor onze kippen, maar pikkerij is zeer moeilijk te stoppen. Wij kijken uit naar het einde van de ophokplicht! Wij zien onze dieren veel liever vrij buiten lopen.”

Voor de luzerne en het strooigraan zorgen Bart en Vicky zelf. Vanuit het ouderlijk bedrijf heeft Bart nog wat velden en machines om de oogst te bewerken. De rest van het voer wordt aangeleverd, maar is verplicht voor 20% lokaal geteeld. De mest van het bedrijf gaat vooral naar het buitenland voor verwerking en mag enkel afgezet worden op andere biologische bedrijven. In Vlaanderen zijn er zo niet genoeg. Er mag ook geen kippenmest uitgewisseld worden tussen Vlaanderen en Wallonië, anders waren er meer afzetmogelijkheden binnen eigen land.

’Opleren’ van kippen

De kippen van Bart en Vicky lopen op een zeer grote oppervlakte, maar toch komt het maar zelden voor dat ze een ei buiten de legplaats vinden. “Dat komt doordat we zeer intensief bezig zijn met het ‘opleren’ van onze kippen”, legt Bart uit. “Als een nieuw koppel kippen arriveert, houden we hen nog een week binnen. Zo leren ze de veilige plaats kennen waar ze hun ei kunnen leggen en waar ze eten en drinken vinden. Als we hen na een week buitenlaten en ze schrikken van iets, dan weten ze ook dat ze binnen veilig zijn. Ze wennen eerst aan de stal, dan laten we hen kennis- maken met de open, lichte, wintertuin en als ze dat doorhebben, gaan ze naar de weide.

De kippen komen vrij snel vanzelf naar binnen als het donker wordt. In de zomer zitten ze dus langer buiten dan in de winter. Als alle kippen binnen zijn, gaat het windbreekgaas dicht. Dan kunnen ze veilig slapen en hun ei leggen. In de voormiddag gaan de zeilen terug open en gaan en staan ze waar ze willen.”

Dagindeling

“Elke dag beginnen we met een nazicht van de kippen”, vertelt Vicky. “Is alles nog in orde? Hebben de kippen nog iets nodig? Daarna starten we de machines op en draaien we de eieren af. Eieren die te klein of minder van kwaliteit zijn, halen we ertussenuit. Pluimpjes en vuilrestjes kuisen we af. Daar zijn we de hele voormiddag mee bezig. Daarna maken we alle machines terug schoon en doen we nog extra werk zoals de administratie en het onderhoud van de uitloopweide. Tegen de avond draaien we de eieren nog een keer af. Dan zit onze dag er zo goed als op.

Wij werken meer dan 38 of 40 uren per week, en ook altijd op zondag. Dat vinden wij helemaal niet erg, want we komen met plezier naar onze stal. We zijn graag bezig met de eieren en worden rustig van onze kippen. We hebben ons ding dus echt wel gevonden!”

Kansen in biosector

Voor Bart en Vicky sloot het biologisch verhaal het best aan bij hun visie op landbouw. “Dat wil niet zeggen dat we andere vormen van landbouw minder goed vinden”, zegt Vicky. “Wij voelen ons hier het best bij, maar wij begrijpen ook dat anderen, bijvoorbeeld, de gangbare werking van hun ouders voortzetten.

Als je een landbouwbedrijf van nul opstart, lijkt het ons wel het interessantst om dat biologisch te doen. Je krijgt dan steun van meer mensen, want steeds meer mensen denken met je mee. De manier waarop we werken en onze dieren verzorgen, geeft ook echt een goed gevoel. Het is altijd een uitdaging om met dieren te werken, maar die uitdaging gaan we graag aan.

We zijn nu nog maar 5 jaar bezig, dus met elk nieuw koppel kippen leren we nog steeds bij. De nieuwe kippen gedragen zich altijd anders dan de voorgaande kippen. Die afwisseling is leuk en uitdagend. Bij elk nieuw koppel hebben mijn man en ik ook minstens één lievelingskip. Die geven we dan een naam.

Omdat de opbouw van onze stal vrij uniek is, hebben we al verschillende buitenlanders over de vloer gehad. Denk maar aan mensen uit de Filipijnen, Canada, Amerika, China, Chili… De bezoekers uit Chili waren leghennenbedrijven met 2 miljoen kippen gewoon, maar toen ze ons ‘stalletje’ met 15.000 kippen zagen, waren ze echt onder de indruk. Zij zouden heel graag ook zo kunnen werken, maar de wetgeving laat dat niet toe.

In Chili krijgen leghenbedrijven nog veel geld voor een kooi-ei. Daarom is het zeer moeilijk om over te schakelen naar biologische eieren. De kosten zijn dan groter dan de inkomsten. Wij, de landbouwers in België, mogen heel trots zijn op onze landbouwproducten. Die worden op een bewuste en strikte manier geproduceerd volgens een strenge wetgeving.

Zoals je wel kan merken, tonen wij graag ons bedrijf aan geïnteresseerden. Wij zijn trots op wat we hebben opgebouwd en willen graag verkeerde ideeën over de landbouw de wereld uit helpen.”

Toekomstplan

Ondertussen hebben Bart en Vicky een vergunning voor een tweede stal. “Zolang de wetgeving niet te gek wordt, is dit zeker een rendabel bedrijf. We hebben één zoon, Jasper, die nu 16 jaar is. Hij helpt veel en liet al horen dat hij zeker geïnteresseerd is in een overname. Om het bedrijf helemaal toekomstproof te maken, zullen we nog een tweede stal bijbouwen. Naast onze huidige stal is er nog genoeg plaats.”

Sanne Nuyts

Lees ook in Biolandbouw

Granennetwerk van Brouwerij 3 Fonteinen wint BioVLAM

Akkerbouw Op 23 september werd de BioVLAM uitgereikt aan Brouwerij 3 Fonteinen voor het lanceren van een biogranennetwerk in het Pajottenland. Deze award, een initiatief van de biosector in samenwerking met VLAM, bekroont een gepassioneerde en innovatieve bio-ondernemer.
Meer artikelen bekijken