Jaarrapport Fevia: Export groeit, thuismarkt krimpt

Vooral de investeringen in de verwerking van aardappelen namen  spectaculair toe.
Vooral de investeringen in de verwerking van aardappelen namen spectaculair toe.

In het economisch jaarrapport van de federatie van de Belgische voedingsindustrie Fevia staat te lezen dat de omzet van de sector steeg met 2,9  % en naar schatting 50 miljard EUR bedroeg. Zuivel neemt daarvan 10  % in, groenten en fruit 11  % en vlees spant de kroon met 11,8 %. Op de Belgische markt daalde de omzet echter, met 1,7  %. Het is dus de export, vooral naar verre landen als de Verenigde Staten en China, die de cijfers in het groen houdt.

Moeilijkheden in het binnenland

De Belgische voedingsindustrie creëerde in 2016 0,7  % meer jobs en investeerde 11 % meer dan in 2015, onder meer dankzij de dalende loonkostenhandicap en een aantrekkende conjunctuur. Vooral de investeringen in de verwerking van aardappelen namen spectaculair toe.

Aan de andere kant daalde de omzet op de binnenlandse markt met 1,7  %. Een mogelijke verklaring is de toename van de grensaankopen met 7,8  %. Daar ziet Fevia de hand in van de verschillende taksen en heffingen. Jean Eylenbosch, voorzitter van FEVIA, weidt uit: “De consument stemt met zijn voeten en koopt waar de prijzen het laagst zijn. In deze context extra belastingen of een statiegeldsysteem invoeren, is onverantwoord.”

Niet alleen de verkoopvolumes, maar ook de prijzen dalen in het binnenland. Dat wijt Fevia onder meer aan de toegenomen concentratie bij de retailers. In een sector van voornamelijk KMO’s (kleine en middelgrote ondernemingen) heeft dat zijn effect.

Verre export toegenomen

In 2016 was de export de motor achter de groei van de Belgische voedingsindustrie. Ze nam toe met 4,3%. Meer dan de helft van de uitvoer gaat naar de buurlanden. Buiten de Europese Unie is de groei echter het sterkst: 5,3%. De export naar de Verenigde Staten steeg met 14,85  % vergeleken met 2016, en met 80,1% ten opzichte van 2012. Zij beperken zich vooral tot bier en chocolade.

Diepvriesaardappelproducten nemen een niet te verwaarlozen aandeel van de verre export in.
Diepvriesaardappelproducten nemen een niet te verwaarlozen aandeel van de verre export in.

China grijpt daarnaast ook gretig naar vlees (een vijfde van de uitvoer van de sector daarheen). De export naar China groeide vorig jaar met 26%. Vergeleken met 2012 kwam er 177,3 % bij. China steekt Japan voorbij en wordt de tweede belangrijkste verre exportmarkt. Japan koopt heel wat bereidingen van groenten en fruit in, vooral diepvriesaardappelproducten. Dat doet Saudi-Arabië ook. Het land heeft ook aandacht voor Belgische zuivel.

Brexit en ‘gastronationalisme’

“Het oprukkend protectionisme en de Brexit bedreigen de export, die meer dan ooit de motor van de groei van de sector is”, vindt Fevia. De op handen zijnde Brexit en de daling van het pond laten de export (in waarde) naar het Verenigd Koninkrijk met 1,7  % dalen. De verplichte oorsprongsetiketering in Frankrijk doet de export van zuivelproducten (in volume) met 17,1% dalen in het 2de semester van 2016. Tegelijkertijd blijft de Ruslandboycot aanslepen en staat de nieuwe Amerikaanse President Trump op zijn minst kritisch voor vrijhandel.

Chris Moris, directeur-generaal van Fevia, benadrukt het gevaar van dit ‘gastronationalisme’: “Het experiment met verplichte oorsprongsetikettering in Frankrijk en in andere Europese landen zet de Europese interne markt voor een existentiële crisis. De Europese Commissie mag deze ‘proefprojecten’ niet langer door de vingers zien.”

Small Country.

Great food.

Als klein landje is België verplicht om met een open blik naar buiten te kijken en in te spelen op de vraag van de consument wereldwijd. Door innovatie, kwaliteit en diversiteit kunnen we ons onderscheiden van onze concurrenten. Samen met het promotiemerk ‘Food.be - Small country. Great food.’ en met alle stakeholders gelooft de sector rotsvast in een mooie toekomst voor de Belgische voedingsindustrie. Fevia schaart zich dan ook achter de imagocampagne 'België. Eigenzinnig fenomenaal' van de federale overheid, die de trots op Belgische voeding internationaal mee uitdraagt.

Jean Eylenbosch besluit, “Laten we de handen in elkaar slaan en nu doen wat nodig is om duurzaam te blijven groeien, vandaag en in de toekomst.”

Het effect van verplichte oorsprongsetikettering

supermarket-109863_960_720

Tijdens de vergadering van de Europese ministers van Landbouw vandaag in Brussel, heeft minister van Landbouw Willy Borsus zich uitgesproken over de gevolgen voor de interne markt van de verplichte oorsprongsetikettering. “Wij staan gunstig tegenover de bevordering van de nabijheid van volledige informatie voor de consument. De vrijwillige etikettering is een zeer goed antwoord op deze vereisten, terwijl de verplichte etikettering een belemmering zal zijn voor exporterende landen zoals België.”

Verplicht in Frankrijk

Een paar maand geleden ontstond het debat binnen de Europese Unie over het al dan niet verplichte karakter van de oorsprongsetikettering. Sommige lidstaten, waaronder Frankrijk, hebben beslist een verplichte etikettering in te voeren. Dit type van maatregelen komt de Belgische export niet ten goede.

Daarom heeft België zich uitgesproken in het voordeel van een vrijwilligmechanisme voor oorsprongsetikettering, door de verplichte etikettering voor nationale producenten uit te sluiten. “Op de interne markt bestaat de doelstelling er immers in om de barrières te doen verdwijnen en er geen nieuwe te maken”, preciseerde Willy Borsus.

Gevolgen voor Belgische export naar Frankrijk

In dit opzicht beschikt België over eerste cijfers: de Nationale Bank heeft een aanzienlijke daling vastgesteld van de export van bepaalde producten naar Frankrijk sinds afgelopen zomer. De contracten voor melk en zuivelproducten worden immers steeds minder vernieuwd sinds de Franse maatregel voor het eerst werd aangekondigd in de zomer van 2016.

Ook kende de Belgische melksector een daling van zijn handelstransacties gaande tot 17% tussen het tweede semester en dezelfde periode vorig jaar. De maatregel is uiteindelijk in werking getreden op 1 januari 2017 en er werd sindsdien een nieuwe daling van de export vastgesteld.

“Terwijl de doelstelling van de Franse overheid erin bestond de informatie aan de consument te verbeteren, stel ik vast dat onder de druk uitgeoefend door sommige grote distributiegroepen, het de keuze is van de consument die kleiner is geworden”, vertelde minister Borsus aan de Commissie en de lidstaten.

Reactie van de Commissie

Concreet heeft de minister aan de Commissie, die waakt over de gemeenschappelijke markt, gevraagd om de evaluatie aan te vatten van deze nationale maatregelen zodat er al een tussentijds rapport kan worden uitgewerkt een jaar na de inwerkingtreding van de eerste nationale maatregel.

België heeft eveneens opgemerkt dat dit debat ook gedeeltelijk gekoppeld is aan de conclusies van de taskforce “Landbouwmarkten”, voorgezeten door Cees Veerman, die van mening was dat de handelspraktijken tussen de operatoren in de voedselketen van nabij gevolgd zouden moeten worden. Ons land heeft dus voorgesteld dat in deze evaluatie een monitoring wordt geïntegreerd van de impact op de twee uiteinden van de agrovoedingsketen, te weten enerzijds op de prijzen betaald aan de landbouwers en anderzijds op de prijzen betaald door de consument.

De vraag van België werd gesteund door 5 lidstaten (Nederland, Luxemburg, Duitsland, de Tsjechische Republiek en Denemarken).

De Commissie heeft gezegd open te staan voor deze evaluatie, maar wenste te wachten tot alle nationale decreten ingevoerd zijn door de lidstaten die hun ontwerp al genotificeerd hebben, om een globale evaluatie uit te kunnen voeren. Zij heeft bovendien gevraagd aan de betrokken lidstaten om alle beschikbare elementen aan haar te bezorgen.

Meest recent

Meest recent