Startpagina Groenten

Minister Tommelein bezoekt energieleverende komkommerteler

Boerenbondvoorzitter Sonja De Becker nodigde vorige week donderdag Vlaams minister van Begroting, Financiën en Energie Bart Tommelein uit bij komkommerteler Nico Perneel in Staden. Die produceert, naast komkommers, ook elektriciteit, dat voor een deel naar het stroomnet gaat. Zijn bedrijf toont aan hoe sterk de Vlaamse land- en tuinbouw kan bijdragen aan het stroomversnellingstraject voor energietransitie van de minister.

Leestijd : 4 min

We moeten naar een decentrale energiebevoorrading, waarbij bedrijven zelf de energie die ze nodig hebben opwekken. Hun overschotten worden dan in samenwerking met de overheid verder verdeeld", legt minister Tommelein zijn toekomstvisie uit. Voorzitter De Becker wijst de minister erop dat land- en tuinbouwbedrijven daar bijzonder geschikt voor zijn, en al een grote bijdrage leveren. Denk maar aan pocketvergisters, windturbines en zonnepanelen. Een degelijk beleid op maat van de sector vindt ze dan ook een must.

Overschot aan elektriciteit

Komkommerproducent Nico Perneel uit Staden maakt gebruik van een warmte-krachtkoppeling (WKK) op gas om warmte, CO2 en elektriciteit te produceren. De warmte slaat hij op onder de vorm van warm water in enorme buffertanks. Omdat hij voornamelijk de geproduceerde warmte en CO2 gebruikt voor zijn komkommerplanten heeft hij een overschot aan elektriciteit. Dat komt op het net. "Wij produceren voldoende stroom voor het hele dorp hier", stelt hij niet zonder enige trots.

Het komkommerbedrijf beschikt over drie buffertanks voor warm water, zoals deze met een inhoud van 3,5 miljoen liter.
Het komkommerbedrijf beschikt over drie buffertanks voor warm water, zoals deze met een inhoud van 3,5 miljoen liter.

Het komkommerbedrijf beschikt over drie buffertanks, twee met een inhoud van 3,5 miljoen liter en een kleinere van 1,4 miljoen liter. Evenveel WKK’s zorgen ervoor dat het water in de tanks kan opwarmen tot 90 °C. Met dat water houdt Nico zijn serres op temperatuur. “Samen vormen de buffertanks een enorme warmtebatterij”, legt hij uit. “Dat is nodig, want zelfs op de warmste zomerdag hebben komkommers extra warmte nodig ‘s ochtends. De meesten investeren graag in een grote motor. Ik niet, ik heb liever een kleine motor en een grote buffer.”

Beleid op maat?

Het verhaal van de komkommerteler past naadloos in het kraam van minister Tommelein. Net daarom heeft Boerenbond de Vlaamse minister van energie uitgenodigd op dit bedrijf. Maar Nico is verre van de enige. Volgens Boerenbond is de Vlaamse landbouw sinds 2010 een netto-producent van energie: boeren en tuinders produceren meer dan ze verbruiken, vooral dankzij warmtekrachtkoppelingen en pocketvergisters. Er is bovendien nog heel wat potentieel.

De organisatie stelt echter ook dat er nog een aantal juridische en praktische obstakels zijn die land- en tuinbouwers ontmoedigen om meer investeringen te doen en massaal energie te gaan leveren aan het net. Pijnpunten die Boerenbond aanhaalt zijn de onzekerheid rond de warmtekrachtcerficaten, de zware kostprijs van de injectietarieven en het afstraffend beleid van de CO2-taks. Niet bepaald aantrekkelijk als je wil gaan investeren in plaatselijke energieproductie, wat nodig is om het stroomversnellingstraject van de minister te doen slagen.

Dubbel betalen

Ook hier vormt het bedrijf van Nico een passend voorbeeld. Een industrieel bedrijf uit de buurt wilde graag een deel van zijn elektriciteit afnemen. Daarvoor moeten ze een stroomkabel leggen onder de weg, maar dat mag niet. Omgekeerd werken, en warmte en CO2 onder de straat door naar de serres voeren is een hopeloos dure operatie. De twee zagen zich gedwongen om hun lokale energiestrategie op te geven. “Op dit moment betalen we dus dubbel. Ik betaal injectiekosten om mijn stroom op het net te brengen, mijn buur betaalt distributiekosten om ze er weer af te halen”, kaart Nico aan.

Ik betaal injectiekosten om mijn stroom op het net te brengen, mijn buur distributiekosten om ze er weer af te halen , stelt Nico.
Ik betaal injectiekosten om mijn stroom op het net te brengen, mijn buur distributiekosten om ze er weer af te halen , stelt Nico.

"We zijn bezig om alle drempels weg te nemen", bezweert de minister de aanwezigen tijdens het bezoek. Hij haalt het afschaffen van de omzendbrief ‘kleine en middelgrote windturbines’ aan als voorbeeld, waardoor landbouwbedrijven makkelijker een kleine windmolen kunnen plaatsen om in de eigen energiebehoefte te voorzien en kosten te besparen. Hij belooft ook de knelpunten waarmee de land- en tuinbouwsector kampt nader te onderzoeken.

Groen want competitief

Voor Nico zelf is energiebesparend denken heel belangrijk: “De stookkost is één van de belangrijkste kosten. Om competitief te zijn moet die gewoon zo laag mogelijk.” Het bedrijf draait ook al vijf jaar alleen op regenwater. Daarvan kan er 88 miljoen liter in opslag. “We moeten wel de groene kaart trekken”, merkt Nico op. “Dat overtuigt mensen. Glastuinbouw heeft een heel industrieel imago, maar zo hebben we toch een goede verstandhouding met de gemeente kunnen opbouwen.”

Ook voor zijn vader, die van oudsher komkommers heeft geteeld, is die houding pure logica: “Je moet mee met je tijd. Als je er achteraan holt, ben je verloren. Het verschil tussen je inkomsten en je uitgaven is wat telt. Vergeet de verhalen op tv: boer Charel, boer Jef... Nee, je bedrijf vooruit laten gaan, daar draait het om.”

Uitbreidingsplannen

En dat doet Nico. Het bedrijf, dat in 2008 werd opgericht, telde 6 ha onder glas, voor een productie van 10 miljoen komkommers per jaar. Daar komen nu 3 ha bij, voor een totale jaarlijkse productie van 15 miljoen komkommers. Ook voor de uitbreidingsplannen deed Nico inspanningen om de goede verstandhouding met de buurt te bewaren. “We hebben op voorhand met de gemeente vergaderd om hun mening te vragen, nog vóór er iets was ingediend. Dat apprecieerden ze.”

Hoewel de WKK erg stil is, plaatste Nico ze, in overleg met de buren, aan de achterkant van het bedrijf.
Hoewel de WKK erg stil is, plaatste Nico ze, in overleg met de buren, aan de achterkant van het bedrijf.

Welke compromissen zijn er dan gesloten? “Hoewel de WKK erg stil is zijn we overeengekomen die aan de achterkant van het bedrijf te plaatsen. Verder stond het groen rond de nieuwe serre er al vóór de serre zelf.” Ten derde installeerde Nico toch een bijkomend spaarbekken van twee miljoen liter, bovenop de reeds bestaande capaciteit van 88 miljoen liter, om de buren gerust te stellen in verband met overstromingsgevaar. “Mijn buren moeten, buiten mijn schuld om, maar één keer onder water komen te staan, en het zal mij voor de rest van mijn leven achtervolgen”, beseft de jonge ondernemer.

D.C.

Lees ook in Groenten

Meer artikelen bekijken