Startpagina Economie

Graan, wat verdienen we er nu aan?

Hoe zit het op de graanmarkt en wat valt er te verdienen met graan en andere teelten? Deze belangrijke vraag vormde de rode draad tijdens de graanavond in september. François Huyghe, economisch adviseur bij Boerenbond, wist ons een gedetailleerd verslag te brengen.

Leestijd : 7 min

Algemeen is geweten dat de graanprijzen wereldwijd tot stand komen. Zo startte François Huyghe, economisch adviseur bij Boerenbond, zijn betoog. En als men over prijzen praat, dan klinkt het logisch om te starten met de positie van de euro ten opzichte van andere munteenheden. De belangrijkste tendenzen hieromtrent bepalen immers de handelspositie van Europa tegenover de rest van de wereld.

Sterke euro

Als het neerkomt op de evolutie van de euro ten opzichte van de dollar, merken we dat in januari 1 euro gelijk was aan 1,05 dollar, terwijl diezelfde euro in september 1,18 dollar waard is. Dat is een stijging van 13 %. De euro is sterker geworden, wat betekent dat het moeilijker wordt om te exporteren. Vanuit Europa zijn we met graan minder competitief in vergelijking met de VS.” Ook over de positie ten opzichte van de roebel, de Russische munteenheid, viel wat te zeggen. De reden was niet ver te zoeken, met het Russisch embargo in gedachten. Rusland heeft een heel grote oogst graan en komt hiermee ook op de internationale markt. “In het begin van het jaar was de euro gelijk aan ongeveer 60 roebel en in september, bedroeg dat 69 roebel. Met het Russisch embargo was de euro in 2014 duidelijk het sterkst, gelijk aan 85 roebel. Dus ook hier is de euro sterker geworden, met als gevolg dat Europa minder competitief is ten aanzien van Rusland op de exportmarkten.”

Een ander belangrijk gegeven is de olieprijs: de prijs van ruwe olie in dollar per vat. In 2012-2014 was een vat olie 110 dollar waard, vandaag zit dat tussen 40 en 55 dollar. Dit is belangrijk omdat dat ook in relatie staat met granen. Als olie duur zou zijn, dan wordt graan in prijs naar boven toe meegetrokken. Nu de olie goedkoop is, is er dan ook weinig stimulans om de graanprijs op te krikken.

Licht dalende wereldstock graan

Om te weten wat de productie en het verbruik is in de wereld, wordt naar de USDA, het Amerikaanse ministerie van landbouw, gekeken. De USDA maakt namelijk goede prognoses die zeer betrouwbaar zijn. Voor 2017 wordt verwacht dat de wereldtarweproductie licht daalt, maar nog hoger ligt dan het verbruik. De wereldwijde stock aan het einde van de campagne juni 2018 wordt geschat op 265 miljoen ton. “Volgens het FAO (de wereldvoedselorganisatie van de VN) bereiken we de kritische drempel wanneer de verhouding stock ten opzichte van het verbruik minder is dan 20 %. We zitten er nog steeds boven, er is dus nog geen enkel probleem naar bevoorrading toe.” Voor de tarweproductie in Europa voor 2017 zijn er hoge verwachtingen: men verwacht 150 miljoen ton. Ook Rusland doet het goed. Jaar na jaar stijgt de Russische productie. In de jaren ‘80 en ‘90 moesten ze nog granen invoeren, maar nu is het een geduchte exporteur geworden. Men verwacht een productie van 78 miljoen ton.” Amerika komt op de derde plaats, met 47 ton. Oekraïne blijft ongeveer gelijk, en Kazachstan ook. “Ik beschouw Rusland, Oekraïne en Kazachstan als één geheel, die samen garant staan voor een grote productie.”

Voor maïs zal dit jaar de wereldwijde productie lager liggen dan het verbruik. Men verwacht een verbruik van 1061 miljoen ton, ten opzichte van een productie van 1033 miljoen ton. De stock van maïs zakt dus. In het algemeen blijft de wereldproductie graan hoger dan het verbruik, behalve voor maïs. Er is sprake van licht dalende wereldvoorraden. De productie van maïs bedraagt in Amerika iets minder dan 360 miljoen ton. Voor Brazilië en Europa ligt de productie een beetje lager. Het augustusrapport van de USDA wijst op oogsten die groter zijn dan aanvankelijk ingeschat werd voor maïs en tarwe in de VS.

EU: minder areaal, meer productie

In de Europese Unie zou in 2017 het graanareaal ten opzichte van 2016 met 1 % zijn afgenomen. Die afname zou men toeschrijven aan de zachte tarwe (-2,8 %) durum tarwe of harde tarwe (-2 %), gerst (-0,4 %) en maïs (-1,3 %). Voor rogge en haver verwacht men een toename aan areaal met respectievelijk 6 % en 5 %. Het is vooral de tarwe die een zeer grote oppervlakte beslaat.

Voor de graanproductie in Europa verwacht men echter wel een lichte stijging, met 1,2 %. Er is sprake van een toename voor zachte tarwe (+4 %), rogge (+4,2 %) en haver (+5,1 %). De productie is wel gedaald voor harde tarwe (-2,2 %), gerst (-2,2 %) en maïs (-2,8 %). De belangrijkste Europese producenten zijn Frankrijk, Duitsland, Polen, Italië, Verenigd Koninkrijk, Spanje, Hongarije en Roemenië. Samen staan ze in voor 80 % van de Europese productie. De Franse productie steeg ten opzichte van vorig jaar met 23,3 %. Die enorme stijging is toe te schrijven aan de slechte weersomstandigheden vorig jaar. De groeiomstandigheden voor maïs is aanzienlijk verbeterd in Frankrijk. De productie van Duitsland was dan weer ongeveer hetzelfde als 2016. Wat nog van Frankrijk en Duitsland gezegd kon worden, is dat de tarwe in deze twee landen van goede kwaliteit bleek te zijn.

Net als Frankrijk kende Polen vorig jaar een mindere oogst, maar die verbeterde met een productie-stijging van 6,1 %. De zuiderse landen hadden dit jaar dan weer te lijden onder de enorme hitte en droogte in de zomer. Italië kende hierdoor een daling van 8,9 % en Spanje zelfs van 26,7 %. Hoewel de oogst in Hongarije ook daalde met 16,3 %, verbeterden de groeiomstandigheden voor maïs hier wel. In totaal is er in Europa een graanproductie van 298 miljoen ton.

Wat met oliehoudende gewassen?

Als men kijkt naar oliehoudende gewassen is soja de belangrijkste, dan koolzaad, zonnebloem, katoenzaad,... Voor soja, koolzaad en zonnebloem nemen de productie, maar ook de vraag toe. Voor soja zijn de grootste producenten Amerika, Brazilië en Argentinië. De wereldproductie soja zal licht dalen ten opzichte van 2016, terwijl die voor de andere gewassen licht zal stijgen of gelijk zal blijven. Sinds 2008 is de productie van soja gestaag naar boven gegaan, net als het verbruik. Dit is te wijten aan een grote vraag vanuit China. Chinezen zijn bezig met het uitbouwen van hun veestapel, maar hebben echter weinig vruchtbaar land. Zij moeten dus vooral soja invoeren, met als voornaamste bron Amerika. De Chinese economie is dus duidelijk in ontwikkeling: het bruto binnenlands product stijgt en de welvaart verhoogt, en dit gaat gepaard met een toename in vleesconsumptie. Soja in Europa groeit stilaan: Italië is de grootste producent, gevolgd door Frankrijk en Roemenië.

Voor koolzaad zijn Europa, Canada en China de grootste producenten. In Europa is voor productie Frankrijk het belangrijkst, gevolgd door Duitsland en Polen. De totale Europese productie van koolzaad is 11,2 % hoger dan vorig jaar. Bij ons bedraagt de oogst dit jaar 5,4 ton per ha, wat een goed rendement is. Vorig jaar was dat door regen slechts 3,6 ton per ha.

Dalende graanprijzen

Voor tarwe bemerkte men dat er al sinds 2014, dus al over een langere periode, een daling van de wereldprijzen is. Op de Amerikaanse termijnmarkten zie je dat vanaf begin augustus de prijzen zakken tot een prijs van 148 dollar per ton voor september. Voor maart 2018 ligt de prijs iets hoger. Door de lagere prijzen gaat men ervan uit dat er minder inzaai zal zijn, waardoor de prijs hoger zal ijn in september 2018 . Voor de wereldmaïsprijzen is er ook sprake van een daling over een langere periode, al vanaf 2012. Sinds begin augustus daalt de prijs van 147 dollar naar 136 dollar in september. In september 2018 wordt een prijs verwacht van 154 dollar. “Geen schitterende prijzen”, besluit François.

Voor de Europese tarweprijzen wordt dan weer naar de termijnmarkt van Parijs (MATIF Paris) gekeken. Die geeft 152 euro per ton baktarwe voor september, 164 euro per ton voor maart 2018, en 170 euro per ton voor september 2018. Ook hier ligt de prijs hoger, omdat men ervan uitgaat dat lagere prijzen minder inzaai geven en de prijzen dus gaan stijgen. Voor maïs is het verhaal analoog, met ongeveer dezelfde prijzen. In het algemeen zijn de graanprijzen sterk gedaald door grote oogsten.

Voor de prijzen van soja zijn er verschillende noteringen, zoals die van Argentinië en Brazilië, en ziet men een daling als gevolg van de goede oogst in de Verenigde staten. De koolzaadprijs Parijs zit rond de 370 euro per ton voor november.

Valt er nog iets te verdienen?

Vorig jaar viel er best wat te  verdienen met chipsaardappelen  op contract.
Vorig jaar viel er best wat te verdienen met chipsaardappelen op contract.

Als men over de laatste vijf jaar bekijkt, besluit François dat het best te verdienen valt met chipsaardappelen op contract. Op de tweede plaats staan de half late aardappelen (Bintje en Fontane), gevolgd door suikerbieten. Toch moet worden opgelet met deze cijfers: het inkomen voor suikerbieten was in 2012 en 2013 nog zeer goed, in tegenstelling tot de recentste jaren. Half vroege aardappelen, cichorei en wortelen doen het ook nog goed qua inkomen. Op het einde bengelen wintertarwe, korrelmaïs, gerst en koolzaad.

Tot 2013 zorgden suikerbieten voor het meest stabiele inkomen. Vanaf 2014 daalde dat inkomen echter drastisch. “Nu is het afwachten hoe de suikerprijs evolueert. Er wordt beweerd dat de prijs niet veel meer zal dalen, omdat Brazilië opnieuw meer suiker zou gaan gebruiken om methanol te maken. Het is echter moeilijk om hieromtrent voorspellingen te maken. We gaan echter wel naar een recordoogst suiker in Europa; in 17 van de 19 landen die bieten hebben is het areaal toegenomen en de opbrengsten zijn zeer goed.”, vertelt François.

Aardappelen kent de grootste inkomensschommelingen vb. van -334 euro in 2011 naar +3747 euro in 2012. Er wordt een concurrentiestrijd verwacht tussen de teelten aardappelen, suikerbieten en akkerbouwmatige industriegroenten. De rendabiliteit van de graanteelt is slechter de laatste jaren. “Graanteelt levert het laagste inkomen op, maar de teelt vergt weinig effectieve arbeidsuren en vervult een belangrijke rol in het realiseren van een gezonde vruchtwisseling. Bovendien zijn er zeer veel valorisatiemogelijkheden”, klinkt het afsluitend.

M.V.

Lees ook in Economie

Meer artikelen bekijken