Antibioticaresiduen in varkensvlees: veel kosten en slechte reclame

“Voor de Belgische varkenssector is het gewoon geen optie om export te verliezen”, pleit dr. Theuwis  van het FAVV.
“Voor de Belgische varkenssector is het gewoon geen optie om export te verliezen”, pleit dr. Theuwis van het FAVV.

Antibiotica zijn een vloek en een zegen”, leidde Luc Verspreet van Belgian Pork Group het seminarie over varkensantibiotica in. Vindt de mensheid een ongeëvenaarde remedie tegen ziekte, dan verliest die haar kracht wanneer ze veelvuldig wordt toegepast. Oh ironie.

“Small country, safe food”

“We doen met onze dieren wat we met onszelf doen: we geven ze te vroeg, te veel en te vaak antibiotica”, stelt Vlaams parlementslid en burgemeester van Staden Francesco Vanderjeugd. “We moeten drastisch gaan verminderen, akkoord, maar afschaffen? Zeker niet. Antibiotica redden levens.”

De heer Vanderjeugd is ook bezorgd om het veilige imago van onze voedingsproducten: “Na de dioxinecrisis hebben we zware inspanningen gedaan om onze reputatie in het buitenland op te krikken. Voedselveiligheid is één van onze troeven. België prijst zichzelf in het buitenland aan met de slogan ‘Small country, great food’. Eigenlijk mag dat best ‘Small country, safe food’ zijn.”

Markttoegang in het gedrang

Voedselveiligheid is een absolute basisvoorwaarde voor markttoegang in heel wat landen. Antibioticaresiduen worden internationaal gezien als onveilig. Luc Verspreet: “Als een land residuen terugvindt in vlees van Belgische oorsprong, zou het zijn grenzen kunnen sluiten voor ons product. Stel je voor dat China plots zegt: Wij hoeven geen Belgisch vlees meer. De kosten daarvan zijn niet te overzien.”

Luc Verspreet (Belgian Pork Group), Jeroen De Wulf (UGent en AMCRA), Wim Reybroeck (ILVO) en Francesco Vanderjeugd lieten 
hun licht schijnen op de 
residuproblematiek.
Luc Verspreet (Belgian Pork Group), Jeroen De Wulf (UGent en AMCRA), Wim Reybroeck (ILVO) en Francesco Vanderjeugd lieten hun licht schijnen op de residuproblematiek.

Ondermeer om zulke calamiteiten te voorkomen voert het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV) rigoureuze controles uit. Dr. Stefan Theuwis, dierenarts van opleiding en directeur van DG Controle bij het FAVV, legt uit hoe dat in zijn werk gaat.

“Volgens de Europese wetgeving wordt elk product met residuen beschouwd als een non-conformiteit. Voedingsmiddelen met residuen boven de maximale residulimiet (MRL) mogen niet op de markt komen. De Belgische wetgeving stelt het scherper: een non-conform product - waarin dus residuen werden gedetecteerd - mag niet geconsumeerd worden.”

Vaststelling

Hoe stelt het FAVV zo’n non-conformiteit vast? In het slachthuis voert het agentschap ad random controles uit op karkassen. Die worden niet geblokkeerd, dus kan het vlees op het moment dat de resultaten bekend zijn al ver weg zijn. Het slachthuis kan een tegenanalyse vragen. Bevestigt die dat er residuen in het vlees te vinden zijn, dan vervolgt het FAVV haar onderzoek op het varkensbedrijf.

Ook daar kan een tegenanalyse gevraagd worden. Het onderzoek van de controleurs spitst zich vooral toe op de oorsprong van de residuen. Wie heeft het diergeneesmiddel verschaft? Welke dieren zijn behandeld? Naargelang de resultaten volgen er bijkomende onderzoeken bij de dierenarts of de veevoederfabrikant.

De schuldige krijgt te maken met een traject van versterkte controles. “Voor de varkenshouders beperkt de schade zich verder tot de lading an sich, maar het betrokken lot varkensvlees kan al verwerkt en wereldwijd verspreid zijn”, voegt de heer Verspreet nog toe.

Gevolgen van een non-conformiteit

“De gevolgen van een non-conformiteit manifesteren zich op verschillende vlakken”, elaboreert dr. Theuwis. “Ten eerste worden zowel het product als de samenstellingen ermee in de meeste gevallen vernietigd. Verder zijn ook de kosten voor transport voor niets geweest. Ten slotte is er het verlies aan vertrouwen. In België zijn we misschien strenger of ambetanter dan in andere landen, maar we weten wel waarom.”

Dr. Theuwis noemt antibioticaresiduen in varkensvlees dan ook een probleem voor de hele sector. “In 2016 hadden we maar drie dossiers bij varkenskwekers, maar de impact ervan is enorm. Voor de Belgische varkenssector is het gewoon geen optie om export te verliezen. Daar dragen de varkenshouders ook een verantwoordelijkheid”, pleit hij.

Minder zonder hinder

Volgens professor Jeroen Dewulf van de Universiteit Gent (UGent), tevens voorzitter van kenniscentrum voor antibiotica AMCRA, kunnen heel wat behandelingen met antibiotica achterwege blijven, zonder dat de productie daalt. De dierenarts kan daarin een grote rol spelen, op voorwaarde dat die op een andere manier zijn of haar brood kan verdienen dan door de verkoop van antibiotica, zoals een oplettende varkenshoudster opmerkte. “Dat kan wanneer eventuele diagnostiek en advies niet gratis gebeuren”, antwoordde professor Dewulf.

In het kader van een onderzoek begeleidde het team van professor Dewulf gedurende één jaar 60 Vlaamse varkenshouderijen bij het verminderen van hun antibioticagebruik (zie ook het Landbouwleven van 2 december 2016). Dat onderzoek krijgt nu een vervolg. Indien u varkenshouder bent en interesse heeft om u te laten begeleiden kan u terecht bij professor Dewulf via e-mail (jeroen.dewulf@ugent.be) of telefoon (09 264 75 43).

D.C.

Gegarandeerd residuvrij met ‘touwtest’

Antibiotica zijn beter detecteerbaar in speeksel dan in vlees, bloed of organen.
Antibiotica zijn beter detecteerbaar in speeksel dan in vlees, bloed of organen. - ILVO

Op vraag van de Federatie van het Belgisch Vlees (Febev), die de slachthuizen en uitsnijderijen vertegenwoordigt, werkten wetenschappers van het ILVO een methode uit om antibioticaresiduen in vleesvarkens te detecteren vóór de slacht. Ze stelden een test op punt die het speeksel van de dieren analyseert. Enkele slachthuizen zullen binnenkort aan de slag gaan met de test.

Hoe verloopt de test?

Dr. Wim Reybroeck is verantwoordelijk voor screening van antibioticaresiduen op het ILVO, en hoofd van het team achter de touwtest. Hij legt uit hoe die test precies in zijn werk gaat. “De staalnemer hangt een stuk natuurvezeltouw op in het hok van slachtrijpe varkens, op schofthoogte. Na een kwartier knijpt hij of zij het uit in een potje voor verdere analyse.”

De staalnemer hangt een stuk natuurvezeltouw op. Na een kwartier knijpt hij of zij het dan uit in een potje voor verdere analyse.

Die analyse gebeurt met twee bestaande testen voor detectie van antibiotica in ... melk. Zo komt het dat je eerst residuvrije melk moet toevoegen aan het speeksel. “Elke lading melk wordt getest op antibiotica. Die testen zijn zeer snel, zeer gevoelig, en relatief goedkoop omdat ze door producent Unisensor in grote hoeveelheden worden geproduceerd. Dat maakt ze ideaal voor de controle van varkens op grote schaal”, verklaart dr. Reybroeck.

Toekomstscenario?

Na het toevoegen van de melk en het uitvoeren van de melktesten verschijnt na zeven minuten een streepje, een beetje zoals een zwangerschapstest. Wanneer het streepje wegblijft zit er antibiotica in het speeksel. “De touwtest verloopt bijzonder snel en eenvoudig”, benadrukt dr. Reybroeck. “De veehouder, de chauffeur of een werknemer van het slachthuis kunnen het bijttouw in elk hok ophangen en even later de test uitvoeren.”

Varkenstomen die positief testen zouden dan niet naar het slachthuis afreizen, maar nog enkele dagen hun antibiotica ‘uitzweten’ op het varkensbedrijf. Dr. Reybroeck vindt dat een positief scenario: “Ik zie een parallel met de procedure bij de Belgische melk. Op de loskade van de melkerij gebeurt een sneltest op elke verse lading. Treft de staalnemer antibiotica aan, dan wordt de melk afgevoerd en vernietigd.” Hier gaat het varkensvlees niet noodzakelijk verloren, al is er wel de kost van een langere afmestperiode.

De test getest

Hoe betrouwbaar en gevoelig is de test eigenlijk? Om die vraag te beantwoorden onderzochten ILVO-onderzoekers de relatie tussen de hoeveelheid antibiotica in het speeksel van varkens en in het toegediende voeder en drinkwater in 23 varkensbedrijven met en 101 bedrijven zonder behandeling.

Dr. Wim Reybroeck, hoofd van het team achter de  touwtest,  is verantwoordelijk voor de screening van antibioticaresiduen op het ILVO.

“We vonden natuurlijk antibiotica terug in het speeksel van de behandelde dieren. Maar we stuitten ook op een tiental positieve speekseltests in de andere hoeves. In een aantal gevallen lag de verklaring in resterend of versleept gemedicineerd voeder, of in een foute toevoer naar het drinkwaterkraantje”, verklaart dr. Reybroeck.

Speeksel als indicator

In een tweede fase bepaalden de wetenschappers de verhouding tussen de gehaltes aan antibioticaresidu in het speeksel en de residu’s in respectievelijk de nieren, de lever, het bloed en het vlees van varkens onder behandeling. Uit deze testen bleek dat voor de meeste van de gebruikte antibiotica de residuen duidelijker aanwezig waren in het speeksel dan in de eetbare delen van het varken.

Ook de gevoeligheid van de test bewijst meer dan voldoende te zijn. “Antibiotica zijn doorgaans beter detecteerbaar in speeksel dan in vlees, bloed of organen. Door het speeksel verder te verdunnen stemmen we die gevoeligheden op elkaar af”, merkt dr. Reybroeck nog op. De ene melktest is een dipstick voor detectie van bètalactam, tetracyclines en sulfonamiden, de andere voor tylosine. Door de twee te combineren is een brede controle van de meest gebruikte antibiotica gegarandeerd.

‘Touwtest’ op uw bedrijf?

Febev organiseert binnenkort de eerste grootscheepse praktijktoets met de nieuwe touwtest. Een vijftal slachthuizen, waarvan enkele aangesloten bij Belgian Pork Group, kiezen elk tien varkenshouders om de procedure te organiseren. Gedurende vier opeenvolgende leverbeurten zullen hun varkens twee dagen voor ophaling de nieuwe test ondergaan.

Uit die praktijktoets zal moeten blijken of de touwtest de verwachtingen kan waarmaken: minimale risico’s voor de varkenssector, en maximale garanties voor de consument. Als dat zo is, en de praktijk vindt ingang, dan heeft België een stevig primeur inzake voedselveiligheid én een extra argument om haar varkensvlees aan te prijzen op de wereldmarkt.

Varkenshouders die willen deelnemen worden aangemoedigd hun contacten bij de aankoopdienst van Belgian Pork Group aan te spreken, of kunnen informatie inwinnen via info@febev.be of 02/219.54.20.

D.C.

Meest recent

Meest recent