Schauvliege melkveehoudster voor een dag

IMG_20180828_110629

De minister werkte hard en luisterde aandachtig naar de bekommernissen van de veehouders tijdens haar stage. De teeltvrije zone van 1 m noemde ze noodzakelijk, want de meest effectieve maatregel die voorhanden was. Verder beaamde ze dat er geen uitstel komt voor mest. Die moet uitgereden zijn voor 1 september.

Handen uit de mouwen

De stage begint met een stevige portie werk. Minister Schauvliege heeft zelf een overall meegebracht. Ze neemt gezwind elke taak op die de veehouders haar voorstellen. “Ze is niet bang om zich vuil te maken”, merkt Hilde op. Eerst assisteerde de minister bij het melken van een pas gekalfde koe. Daarna gaf ze met de papfles de biestmelk aan het kalfje.

Met het aanbrengen van het oormerk worstelt ze even, al verzekert Hilde haar nadien dat ze het erg goed deed. “Misschien mis ik wat kracht”, bedenkt de minister zich. “Met onze job hoef je nadien al niet meer naar de fitness”, lacht Hilde. Of de minister de kalverboxen nog even wil instrooien? De melkveehoudster vraagt het ietwat onwennig. “Tja, ik ben het niet gewend om bevelen uit te delen, zeker niet aan een minister. Het voelt wat raar”, glimlacht ze. De minister heeft er geenszins problemen mee. Ze laadt zonder aarzelen de kruiwagen vol stro en verdeelt het onder de kalfjes. Intussen maakt ze kalmerende geluidjes.

Daarna krijgen de jonge koeien extra krachtvoeder. Elise, de dochter van Tom en Hilde, wijst de minister behulpzaam aan welke kalveren buiten nog wat voeder nodig hebben.

Wederzijds begrip

Onderweg naar de melkstal tonen melkveehoudster en minister veel begrip voor elkaar. “Jullie werk stopt niet,” laat Schauvliege zich ontvallen, “en dat elke dag opnieuw.” Hilde antwoordt waarderend: “Uw werk ook niet, hé. Ik kan me goed voorstellen dat dat nooit ophoudt.” De volgende taak voor de minister is het schoonmaken van de ligbedden in de melkstal, die pas in het voorjaar van 2015 in gebruik is genomen. Even schrikt de minister van een grote dame die nieuwsgierig komt snuffelen aan haar schouder, maar ze vermant zich snel.

Wanneer Hilde haar vraagt of ze een ontsmettende bolus wil aanbrengen bij een pas gekalfde koe moet de minister toch even slikken. Opnieuw verzamelt ze moed, en volgt het voorbeeld van Hilde. De koe vindt het allemaal best. Hoewel ze aanvankelijk niet happig was op het bezoek van de minister, prijst Hilde haar werk: “Ze mag dat nog komen doen.”

Waarom 1 m teeltvrije zone?

Na deze werkzaamheden vraagt Tom de minister waarom ze een teeltvrije zone van 1 meter rond percelen verplicht. “Dan heb ik eigenlijk liever 3 meter, zodat ik het nog kan bewerken. Maar overal een meter kwijt, dat is niet niks, en mijn pacht die blijft hetzelfde”, wijdt Tom uit. “We hebben bekeken wat het meeste resultaat oplevert. Dat was deze maatregel”, verdedigt de minister zich. “Maar we zien wat we kunnen doen in het volgende mestactieplan.”

Verder wil Tom nog weten of echt alle mest het land op moet voor 1 september. De minister knikt bevestigend. “Uitstel is wettelijk gezien niet meer mogelijk. Dan moeten we een nieuwe wet maken, en dat lukt niet voor 1 september.” Omdat de perceptie was dat ministers de uitzonderingsmaatregel nogal snel toekenden, is deze uit de wet geschrapt.

Patrijzen helpen loont

De minister legt uit dat ze voor dit bedrijf koos omwille van het mooie verhaal erachter: “Tom is de vierde generatie op dit diverse bedrijf. Bovendien doen ze mee aan een programma om de patrijs te helpen.” Het Interreg project PARTRIDGE vraagt dat landbouwers een hectare van hun grond inzaaien met een specifiek bloemenmengsel. Daarvoor krijgen ze dan een mooie vergoeding.

“Die vergoeding trekt veel mensen over de brug”, denkt Tom. Maar daar doen ze het niet voor. “De landbouwer wordt altijd als de grote vervuiler, de boeman, gezien. Dat is zo jammer”, zucht Hilde. De minister treedt haar bij: “Het is hier nog zo mooi in de polder dankzij de landbouwers. Natuur en landbouw, dat sluit elkaar niet uit.”

Nieuwe loods op komst

Zelf wil de minister weten of het goed samenleven is met de buren van het bedrijf. “De meeste buren zijn zelf boeren, die klagen niet zo snel”, antwoordt Hilde. Die afgelegen ligging is niet altijd een zegen. “Onze verbinding met het internet laat te wensen over. Nu er zoveel met de computer gebeurt op het bedrijf, stelt ons dat regelmatig voor problemen”, aldus Hilde.

Welke plannen voor de toekomst heeft het veehouderskoppel nog? “We zijn bezig met de plannen voor een nieuwe loods. Daarin is huisvesting voorzien voor de droge koeien. Nu delen ze de stal met de vleeskoeien. Later willen we zelf enkelvoudig gaan voederen: zelf lijnzaad en soja aankopen, en dan ons eigen voeder mengen.”

DC

Tom Gillis en Hilde De Brabander

Minister Schauvliege zette haar beste beentje voor op het melk- en vleesveebedrijf van Tom en Hilde in Boekhoute. Het koppel heeft twee kinderen: Matthias, die net aan de middelbare school begint, en Elise, die niet is weg te slaan bij de koeien. Samen zorgen ze voor 118 melkkoeien, hun jongvee en 40 zoogkoeien. “Die laatste houden we uit liefhebberij, en om ze te laten grazen op de weides ver van het bedrijf”, verklaart Hilde.

De melkkoeien blijven het hele jaar rond op stal. “Omwille van de melkrobots. Ze hebben er alle comfort. Tijdens de hitte stonden de koeien in een koele stal. Daarnaast vrezen we een daling in productie. Maar goed, als de consument om weidemelk vraagt, dan zullen we daar een mouw aan moeten passen. Inex, dat onze melk afneemt, vraagt dat op dit moment nog niet.”

Het bedrijf, dat vlakbij de Nederlandse grens ligt, telt 120 ha. Ongeveer de helft daarvan heeft een zanderige bodem, de andere helft is poldergrond. Op 40 ha teelt het koppel maïs. Daarnaast zet Tom op 15 ha wintertarwe en op 3 ha wintergerst. 15 ha zijn aardappelen onder contractteelt, minder dan vorig jaar. “Gelukkig maar, want het zal kantje boordje worden om aan het contract te voldoen”, verwijst Tom naar de droogte.

Over zijn voeder is hij iets optimistischer. “Ik heb één perceel maïs dat is mislukt. Van de andere staan er enkele goed, en enkele minder. We zullen wel toekomen, denk ik.” Verder heeft de veehouder nog 10 ha suikerbieten staan, die hij levert aan Iscal, en 10 ha graszaad. “Dat produceer ik voor het ILVO. Omdat ik mijn eigen maaidorser heb, lever ik zuiver zaad af”, licht hij toe. De rest zijn weiden.

Meest recent

Meest recent