Het Vlaamse mestbeleid blijft heil z
Sinds 1995
Het laagnutriëntenconvenant bestaat al meer dan 20 jaar, sinds 1995. Toen ondertekende de toenmalige minister van Landbouw samen met de sector het eerste laagfosforvoederconvenant voor varkens- en pluimveevoeders. Exact tien jaar geleden, in 2007, werd er ook een laageiwitvoederconvenant gesloten. Beide samen vormen sindsdien het convenant laagnutriëntenvoeders, niet zonder resultaat, volgens de Mestbank.
Hun cijfers tonen aan dat er in 2015 15,76 miljoen kg N en 10,95 miljoen kg P2O5 minder geproduceerd werd via dierlijke mest dankzij deze voederaanpak. Het grootste aandeel hiervan wordt ingenomen door varkens, goed voor 13,31 miljoen kg N en 9,01 miljoen kg P2O5 minder dierlijke mest. Het gebruik van nutriëntenarme voeders en verbeterde voedertechnieken bij pluimvee zorgt voor 2,45 miljoen kg N en 1,94 miljoen kg P2O5 minder in de dierlijke mest.
Vernieuwd
Op Agriflanders werd, tien jaar na het eerste convenant laag-nutriëntenvoeders, een gewijzigd akkoord met de verenigingen van mengvoederfabrikanten en de zelfmengers omtrent de productie van laagnutriëntenvoeders voorgelegd. De wijziging van het convenant werd officieel ondertekend door Vlaams minister Joke Schauvliege enerzijds, en Frank Decadt van Bemefa, en Marc Debouver van de Vereniging van Zelfmengers anderzijds.
Niet-leden van beide organisaties (Bemefa en de Vereniging van Zelfmengers) kunnen eveneens van deze regeling genieten door aan deze organisaties een mandaat te verlenen om ook in hun naam het convenant te ondertekenen.