Startpagina Melkvee

Selectief droogzetten is een haalbare kaart in Vlaanderen

Aangezien de droogstand onmiskenbaar de uiergezondheid in de daaropvolgende lactatie beïnvloedt, aarzelen melkveehouders om een selectieve droogzettherapie (SDZT) toe te passen. Nochtans wijst onderzoek op Vlaamse bedrijven uit dat selectief droogzetten een haalbare kaart is mits een goede voorbereiding.

Leestijd : 6 min

Overmatig antibioticagebruik in de diergeneeskunde vormt een gevaar voor de volksgezondheid omdat het bijdraagt aan de selectie en spreiding van antibioticaresistentie.

In de melkveesector is het gebruikelijk om koeien systematisch droog te zetten met langwerkende antibacteriële middelen, de zogenaamde algemene droogzettherapie (ADZT). Dit wordt gedaan om bestaande infecties te genezen en om te voorkomen dat nieuwe infecties optreden tijdens de droogstand.

Vanwege het voornamelijk preventief karakter van de therapie en de grote potentiele vermindering van het antibioticaverbruik bij het bannen van deze praktijk, ligt de focus al enige tijd op een selectieve droogzettherapie (SDZT).

Deze alternatieve benadering beoogt enkel een antibacteriële behandeling van koeien met een aangetoonde intramammaire infectie (IMI) op het moment van droogzetten.

Aangezien de droogstand onmiskenbaar de uiergezondheid in de daaropvolgende lactatie beïnvloedt, aarzelen melkveehouders om SDZT toe te passen. Nochtans wijst onderzoek op Vlaamse bedrijven uit dat selectief droogzetten een haalbare kaart is mits een goede voorbereiding.

Geen garantie met ADZT

Belangrijk om weten is dat een ADZT eerst en vooral geen garantie biedt voor een infectievrije droogstand. Uit onderzoek door het M-team van de faculteit diergeneeskunde in Gent bleek dat nog steeds 12,6% van de koeien een nieuwe IMI verwierf tijdens de droogstand, ondanks het feit dat een ADZT werd toegepast.

In die studie werd een koe als geïnfecteerd gezien wanneer ze een celgetal had van 200.000 cellen/ml of meer. Het gebruik van een inwendige speenafsluiter bij droogzetten is daarom ten zeerste aangeraden om tijdens de droogstand de toegang van kiemen tot de speen te proberen verhinderen. Bovendien genas slechts 66,9% van de geïnfecteerde koeien op het moment van droogzetten van een al bestaande IMI.

We weten uit vele studies dat chronisch geïnfecteerde dieren een erg lage genezingskans hebben, met of zonder antibiotica, en dat deze dieren een bron van infectie zijn op het bedrijf. Zelfs als de geïnfecteerde koeien erin slaagden om te genezen tijdens de droogstand presteerden ze helaas nog steeds ondermaats op vlak van uiergezondheid. Ze hadden minstens 2 keer zoveel kans om klinische mastitis te ontwikkelen of afgevoerd te worden in vergelijking met koeien die gezond bleven over de hele droogstand.

Eerst uiergezondheid en management op orde

Een goed uiergezondheidsmanagement is nodig om zoveel mogelijk koeien te hebben die niet geïnfecteerd zijn op het moment van droogzetten, maar ook om ze te behoeden voor nieuwe infecties tijdens de droogstand.

Om die reden adviseren we bedrijven, die 6 maanden lang een gemiddeld celgetal hebben groter dan 250.000 cellen/ml, om eerst de uiergezondheid en het bijhorend management te verbeteren op hun bedrijf, vooraleer over te stappen naar SDZT.

Verder is een goede droogzettechniek uiterst belangrijk om een optimale werking van de producten te verkrijgen en wederom geen nieuwe kiemen in de uier te introduceren bij het droogzetten.

Kies de juiste koeien om te starten met SDZT

Eenmaal het bedrijfscelgetal toelaat om SDZT toe te passen is een volgende uitdaging de ‘juiste’ koeien selecteren op het bedrijf die zonder antibiotica drooggezet kunnen worden. Idealiter gebeurt dit op basis van bacteriologisch onderzoek vlak voor droogzetten, maar klinische mastitisgegevens in combinatie met celgetalgegevens, verkregen via melkproductieregistratie (MPR), zijn een goed alternatief.

Tijdens een onderzoek van het M-team werden de ‘beste’ celgetalgrenswaarden gezocht. Of celgetalgrenswaarden waarbij de grootste zekerheid geboden is dat dieren geïnfecteerd met een zeer schadelijke kiem mét antibiotica zouden drooggezet worden. Er werd vastgesteld dat de beste resultaten werden verkregen door rekening te houden met de laatste 3 celgetallen voor het droogzetten.

Afhankelijk van het bedrijf (bedrijven met een hoge versus lage prevalentie van mastitis) en pariteit van de koe (vaarzen versus multipare koeien), worden celgetalgrenswaarden variërend tussen minder dan 50.000 tot max. 150.000 cellen/ml beoordeeld als geschikt voor SDZT. Op die manier wordt gezorgd voor een maximale bescherming van de uiergezondheid en wordt er rekening gehouden met het bedrijfsspecifiek management.

SDZT tool

Op basis van het uitgevoerde onderzoek werd een SDZT-tool ontwikkeld. Deze SDZT-tool werd geïntroduceerd in 12 commerciële bedrijven om inzicht te verwerven in de gevolgen die gepaard gaan met overstappen van ADZT naar SDZT op vlak van uiergezondheid, dierenwelzijn en economie.

Figuur 1. In de studie op 12 Vlaamse melkveebedrijven werd gemiddeld 33,8% van de koeien zonder antibiotica drooggezet, met een grote variatie tussen de bedrijven van 6,3 tot 73,9%.
Figuur 1. In de studie op 12 Vlaamse melkveebedrijven werd gemiddeld 33,8% van de koeien zonder antibiotica drooggezet, met een grote variatie tussen de bedrijven van 6,3 tot 73,9%. - Bron: M-Team

Bij aanvang van de studie werd de droogzettechniek geoptimaliseerd, wat vaak nodig bleek. Alle koeien kregen vanaf dan ook een inwendige speenafsluiter bij droogzetten. Tijdens de studie kon ongeveer een derde van de dieren zonder antibiotica drooggezet worden.

Opmerkelijk is dat bij deze dieren geen hogere kans op klinische mastitis of afvoer werd vastgesteld tot 100 dagen na kalven, noch hadden ze een lagere melkproductie of hoger celgetal tot 100 dagen na kalven. Tegelijkertijd werd een aanzienlijke daling in gebruik van antibiotica voor de uiergezondheid behaald (-28%).

Kortom, uit deze studie kunnen we besluiten dat selectief droogzetten zeker en vast mogelijk is! Belangrijk is dat veehouder en dierenarts de tijd nemen om het uiergezondheidsmanagement met een kritisch oog te bekijken. De SDZT-tool helpt daarbij om rekening te houden met het bedrijfsspecifiek management en het geeft prioriteit aan het beschermen van de uiergezondheid.

Door meer aandacht te besteden aan de droogstand zullen er positieve resultaten geboekt worden en kan het antibioticagebruik drastisch dalen. Zo was het gemiddeld tankmelkcelgetal van de 12 deelnemende bedrijven lager dan het jaar voor deelname aan de proef en enkele deelnemende veehouders gaven aan steeds minder koeien probleemloos droog te zetten zonder antibiotica, en dit als gevolg van een betere uiergezondheid.

Goede resultaten in het buitenland

Om het antibioticagebruik verder te doen dalen in de melkveesector zal, naast het verbeteren van de uiergezondheid met bijhorende daling van mastitisbehandelingen, het toepassen van SDZT noodzakelijk zijn. In verschillende Europese landen waar SDZT nu al eerder de norm is dan een uitzondering (onder andere in Nederland, Denemarken en Zweden) zien we goede resultaten wat betreft de uiergezondheid en melkkwaliteit en daalt het antibioticagebruik voortdurend. Ook in Frankrijk is de wetgeving aangaande het gebruik van antibiotica bij droogzetten verstrengd en wordt SDZT steeds meer toegepast.

Deze trend blijft in België voorlopig uit. Het gebrek aan richtlijnen zoals in Nederland kan hiervan een oorzaak zijn, en om die reden werd in kader van een doctoraatsthesis over selectief droogzetten een concreet stappenplan ontwikkeld. Dit stappenplan tot selectief droogzetten, dat belangrijke bedrijfsvoorwaarden overloopt alsook helpt beslissen of een koe zonder antibiotica kan drooggezet worden is te vinden via volgende link: https://m-tools.ugent.be/home/ Poster_selectief_droogzetten.pdf.

Vooraleer de sprong te wagen en om teleurstellingen te vermijden, moet je het uiergezondheidsmanagement op het bedrijf met een kritisch oog (laten) bekijken door zowel de veehouder als de (bedrijfsbegeleidende) dierenarts.

Het verminderen van antibiotica kan immers pijnpunten binnen het bedrijf blootleggen. Deelname aan MPR is daarom een must om toegang te hebben tot de individuele koecelgetalgegevens die nodig zijn om de koeien te selecteren die in aanmerking komen om zonder antibiotica drooggezet te worden alsook hun opvolging na droogstand.

Omstandigheden

Verder is het af te raden koeien die een klinische mastitis hebben vlak voor droogzetten zonder antibiotica droog te zetten en voorzichtigheid is geboden bij koeien die nog altijd veel melk produceren bij droogzetten (meer dan 15 kg).

Tot slot wordt ook best rekening gehouden met de bedrijfsspecifieke omstandigheden, die ook over de maanden kunnen veranderen. De optimale maximale celgetalgrenswaarde moet altijd gekozen worden en die hangt altijd af van het tankmelkcelgetal van het bedrijf en de pariteit van de koe.

Zyncke Lipkens, M-team UGent

Lees ook in Melkvee

Meer artikelen bekijken